Open voor aanvragen

Agroconvenant Melkveehouderij

Laatst gecontroleerd op:
16 maart 2022
Gepubliceerd op:
11 november 2010

De melkveehouderij wilde de uitstoot van broeikasgassen verminderen. Daarom was deze sector deelnemer aan het Agroconvenant. Wat waren de doelen, en zijn deze bereikt?

Het Agroconvenant begon in 2008 en liep tot en met 31 december 2020. In het convenant maakten de partners afspraken over energie en klimaat in de landbouw. Wij ondersteunden dit proces.

Wat wilden de partijen bereiken?

Binnen de landbouw is de uitstoot van broeikasgassen het grootst in de melkveehouderij. Het gaat vooral om methaan. Herkauwers zoals koeien of schapen maken dit broeikasgas door hun spijsvertering. Ook komt methaan vrij uit mest in stallen en uit de mestopslag. De sector wilde iets doen aan het energiegebruik en de uitstoot van broeikasgassen. Daarom deden zij mee aan het Agroconvenant.

Wat heeft de sector gedaan?

De sector had meerdere doelen en nam daarom ook verschillende maatregelen.

Energie besparen

Bijna alle melkveehouders namen energiebesparende maatregelen. Zo zetten ze voorkoelers voor melk in en gebruikten ze warmteterugwinning en frequentieregelaars. Ze investeerden hier vaak in tijdens een verbouwing of bij nieuwbouw. Met de energie-efficiënte apparaten wilden ze de inzet van fossiele energie verminderen. En daarmee de uitstoot van broeikasgassen.

Dit gebeurde ook. Het energieverbruik voor het koelen van melk kan met voorkoelers ongeveer met de helft verminderen. Het gebruik van een frequentieregelaar bespaart ongeveer de helft van het verbruik van een vacuümpomp.

Uitstoot verminderen

De sector wilde minder methaan uitstoten door bijvoorbeeld het voerrantsoen van herkauwers aan te passen. Voor deze maatregelen is alleen nog veel onderzoek nodig. Dit gebeurt vanuit het Klimaatakkoord Landbouw en Landgebruik.

De sector wilde minder methaan uit stallen en mestopslag uitstoten. Er bestaan verschillende manieren om de methaanuitstoot te verminderen. Bijvoorbeeld aanpassingen van de stalvloeren of mestverwerking in gesloten systemen.

De sector organiseerde verschillende demonstratieprojecten om kennis te vergroten over deze innovatieve maatregelen. De overheid wil deze inspanningen verder ondersteunen. Daarom introduceerde ze de Subsidiemodules brongerichte verduurzaming stal- en managementmaatregelen.

Duurzame energie opwekken

De melkveehouderij wekte duurzame energie op. In 2018 was dit ongeveer 6,5 petajoule. Dit kwam vooral door:

  • windmolens op de grond van de sector
  • zonnepanelen op daken
  • mestvergistingsinstallaties

Zijn de doelen bereikt?

De resultaten voor de melkveehouderij verschillen per doel.

Energie besparen

In 2020 nam meer dan 95% van de melkveehouders één of meerdere maatregelen voor energiebesparing. Het elektriciteitsverbruik nam in de afgelopen 15 jaar toch iets toe. Ondanks eigen opgewekte energie en energiebesparende maatregelen. Dit komt waarschijnlijk omdat de sector meer machines gebruikt, zoals melkrobots.

Uitstoot verminderen

De totale methaanuitstoot door dieren is tussen 1990 en 2018 gedaald. Ondanks dat de emissie per dier is toegenomen. Dit komt vooral doordat het aantal runderen is afgenomen. Een koe gaf in 2018 gemiddeld bijna een kwart meer melk dan in 1990.

De methaanuitstoot uit mest uit stallen en uit mestopslagen is juist iets gestegen. Dit komt vooral omdat minder koeien in de wei lopen.

Duurzame energie opwekken

Melkveehouders wekken een vijfde van de hernieuwbare energie in de agrarische sector op.

Wat willen de partijen nog bereiken?

De partijen zetten zich ook na het Agroconvenant in voor verduurzaming. Binnen het Klimaatakkoord Landbouw en Landgebruik bespreekt de sector de maatregelen hiervoor.

Betrokken partijen

In de convenantsperiode overlegden alle betrokken partijen regelmatig met elkaar. Hierin:

  • coördineerden ze projecten voor kennisopbouw voor en door de sector;
  • evalueerden ze de mogelijkheden om maatregelen aan te moedigen;
  • creëerden ze draagvlak voor klimaatmaatregelen en hulp voor ondernemers;
  • bespraken ze hoe het ging;
  • ontwikkelden en bespraken ze hun visie met elkaar.

Onderaan deze pagina staan de rapporten van de uitgevoerde projecten.

Deze partijen waren betrokken bij het overleg:

  • Land- en Tuinbouworganisatie (LTO Nederland)
  • FrieslandCampina
  • Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO)
  • Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
  • Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Hierbij werkten de partijen nauw samen met De Duurzame Zuivelketen. Dit is een initiatief van de sector als reactie op het convenant.

Downloads

Vragen over het Agroconvenant?

Neem contact met ons op

In opdracht van:
  • Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Bent u tevreden over deze pagina?