Veelgestelde vragen RVV
Bent u een verhuurder met meer dan 50 sociale huurwoningen? Dan kon u tot 1 januari 2023 fiscaal voordeel aanvragen met de Regeling Vermindering Verhuurderheffing (RVV). Bekijk de veelgestelde vragen over deze regeling.
In het coalitieakkoord is aangekondigd dat het kabinet de verhuurderheffing per 1 januari 2023 afschaft. Dit betekent dat 2022 het laatste jaar is waarover verhuurderheffing wordt geheven. En ook het laatste jaar waarin u de RVV kunt gebruiken.
Wetsvoorstel
Het kabinet biedt hierover in 2022 een wetsvoorstel aan. De afschaffing hangt samen met prestatieafspraken die de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijk Ordening met Aedes, VNG en Woonbond heeft gemaakt.
Dat hangt af van de soort investering waarvoor u een realisatiemelding wilt gaan doen. Wat wordt verstaan onder realisatie kunt u nalezen bij de voorwaarden per investeringscategorie. De verschillende categorieën vindt u hieronder:
Vallen uw woningen onder de verhuurderheffing? Dan komt u in aanmerking voor een heffingsvermindering of een vrijstelling. Voor zorgwoningen en woningen voor kort verblijf (‘short stay’) gelden andere regels.
De Belastingdienst geeft een uitleg op onderstaande pagina’s:
- Wanneer is er sprake van een voor de verhuur bestemde woning?
- Wanneer is er geen sprake van een voor de verhuur bestemde woning?
Afhankelijk van het investeringsmoment komen woningen in aanmerking voor een heffingsvermindering:
- Vóór de investering: bestaande sociale huurwoningen die onder de heffing vallen. Hieronder vallen investeringen voor klein- en grootschalige verbouw, sloop, samenvoeging en/of verduurzaming.
- Ná de investering: dezelfde woningen als onder punt 1 (met uitzondering van sloop en samenvoeging) en nieuw gebouwde sociale huurwoningen.
Voor de vrijstelling aankoop woningen komen woningen in aanmerking die na de aankoop vallen onder de verhuurderheffing. Voor de vrijstelling tijdelijke woningen komen in aanmerking de nieuw gerealiseerde huurwoningen die vallen onder de verhuurderheffing.
Ja, als de huurder het huurcomponent zelf betaalt. Bekijk de uitleg hierover onder de vraag Welke woningen komen in aanmerking voor heffingsvermindering en vrijstelling?
Door de coronacrisis is het mogelijk dat uw realisatie van de voorgenomen investering vertraagt. Hierdoor haalt u misschien niet de gestelde realisatietermijn om in aanmerking te komen voor de Regeling Vermindering Verhuurderheffing (RVV). Voor deze realisatietermijn is een verlenging afgekondigd door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). De realisatietermijn die verstrijkt in 2020, 2021 en 2022 wordt met 1 jaar verlengd. Let op dat u het jaartal van verstrijken bepaalt aan de hand van de datum van de aanmelding voorgenomen investering en niet de datum van de voorlopige investeringsverklaring.
Gaat u als verhuurder een voorgenomen investering aanmelden voor sociale huur? Dan kan dat alleen nadat de verplichte (omgevings-)vergunning is verleend. Het kan voorkomen dat een vergunningverlening later komt dan het moment waarop de verhuurder besluit of hij wel of niet meerdere investeringen moet nemen. Is dit het geval? Dan is het al voldoende als het bevoegd gezag (vaak de gemeente) per brief heeft toegezegd die vergunning te verlenen.
Het bevoegd gezag bepaalt of er zo'n brief wordt opgesteld en wat de inhoud daarvan is. Het bevoegd gezag kan bovendien in de brief opnemen dat de vergunning wordt verstrekt onder voorwaarde dat wordt voldaan aan het bestemmingsplan, het Bouwbesluit 2014 en de welstandseisen. Uiteraard verstrekt het bevoegd gezag deze brief pas nadat deze de activiteit heeft getoetst. De toetsing vindt plaats op basis van de op dat moment beschikbare gegevens.
Voor bovenstaande situatie mag de verhuurder gebruik maken van deze brief bij het aanmelden van een voorgenomen investering. Maar de brief vervangt nooit de vereiste vergunning en ook niet de datumopgave van de vergunning verstrekking. Zodra deze datum bij de verhuurder bekend is, moet de verhuurde deze opgeven.
Voordat de verhuurder daadwerkelijk kan starten met de activiteit, heeft hij altijd de vereiste vergunning(en) nodig. Wordt de vergunning niet verleend of afgewezen? Dan is de aanvrager verplicht ons hiervan op de hoogte te brengen.
De regeling beoogt met de investeringscategorieën nieuwbouw en verbouw tot huurwoningen (in de zin van de wet maatregelen woningmarkt 2014 II) bij te dragen aan realisatie van goedkope betaalbare woningen voor huishoudens met lage inkomens waarbij huurtoeslag mogelijk is. De gerealiseerde woningen dienen daarbij onder de verhuurderheffing te vallen. De intentie van de regeling is dat deze woningen langere tijd beschikbaar blijven voor de doelgroep.
Wij controleren de realisatie door een geanonimiseerde lijst uit de huurdersadministratie op te vragen waarop de woningen en kale maandhuren staan vermeld bij eerste verhuur. Als naderhand op enige wijze geconstateerd wordt dat huren binnen een kort tijdsbestek disproportioneel zouden worden verhoogd naar een huur boven de liberalisatiegrens, dan zou oneigenlijk gebruik van de regeling verondersteld kunnen worden.
- Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties