Laadpunten - werkgebonden personenmobiliteit
Om elektrisch rijden onder uw werknemers te faciliteren, kunt u laadvoorzieningen aanbieden. Een elektrische auto kan tegenwoordig gemiddeld zo’n 300 kilometer op een volle batterij rijden. En de woon-werkafstand van een automobilist bedraagt gemiddeld 30 kilometer. Lang niet iedere elektrische rijder heeft dan ook een dagelijkse laadbehoefte. Een deel van de werknemers kan thuis laden.
Over laadpunten
Afhankelijk van uw situatie bekijkt u of u laadpunten kunt aanbieden en zo ja hoeveel er nodig zijn. Wanneer u laadpunten kunt plaatsen op uw eigen parkeerterrein heeft u het geheel in eigen hand. Wel moet u rekening houden met de wettelijke verplichtingen voor het plaatsen van laadpalen.
Sommige werkgevers hebben geen directe zeggenschap over de parkeervoorziening. In dat geval ligt de beslissing om laadpunten te realiseren bij de beheerder of eigenaar van het parkeerterrein.
Wanneer u geen eigen parkeerterrein heeft, kunt u bij de gemeente een openbaar toegankelijk laadpunt in de publieke ruimte aanvragen.
Met de Subsidieregeling Private Laadinfrastructuur bij bedrijven (SPRILA) Aanschaf komt u misschien in aanmerking voor subsidie voor laadpunten op eigen of gehuurd parkeerterrein.
Wetten en regels
Er is Europese regelgeving die voorschrijft hoeveel laadpunten een eigenaar van een parkeerterrein u minimaal moet aanbieden. De EPBD IV (Energy Performance of Buildings Directive) bevat verplichtingen voor zowel bestaande als toekomstige parkeerterreinen en parkeergarages. In deze richtlijn wordt onderscheid gemaakt tussen bestaande en nieuwe niet-woongebouwen (waaronder werklocaties).
Vanaf 2026 gaan aangescherpte regels gelden voor eigenaren van parkeervoorzieningen. Als werkgever krijgt u direct met deze eisen te maken als het parkeerterrein van uzelf is. U krijgt ook met de eisen te maken als u zich oriënteert op een verhuizing. Zie onderstaand schema voor een samenvatting van de wetten en regels.
Huidige wetten en regels | Wetten en regels van 2026 | |
---|---|---|
Bestaande parkeervoorzieningen | Bij meer dan 20 parkeervakken: minimaal 1 laadpunt |
|
Bij nieuwbouw of grondige renovatie |
|
|
Welke mogelijkheden heeft u?
Voordat u overgaat tot het plaatsen van laadpunten is het nuttig de verschillende keuzes die daarbij mogelijk zijn goed te overzien. Kan ik wel laadpunten aanbieden? Zo ja hoeveel? Welke laadsterkte is nodig? Wie legt de punten aan en wat kost het? De Startgids Laden van elektrische auto op de zaak biedt u een compleet stappenplan dat u bij deze keuzes kan helpen.
Werknemers met een auto van de zaak kunt u onbelast de laadkosten vergoeden. Voor werknemers met een privé auto zit dit anders. Aan hen kunt u niet onbelast de laadkosten vergoeden. Voor deze groep geldt dat u een marktconform tarief moet hanteren voor laden op eigen terrein.
Maar wat is marktconform? U kunt hiervoor kijken naar de kosten van publieke laadpunten in uw omgeving. Is het tarief lager dan marktconform dan is dit loon in natura. Uw werknemers zijn hierover dan loonbelasting verschuldigd. U kunt er ook voor kiezen dit in de vrije ruimte binnen de Werkkostenregeling onder te brengen.
Omdat het vergoeden van laadkosten fiscaal niet altijd gunstig is, zijn er ook organisaties die er voor kiezen om werknemers met een elektrische auto een hogere vergoeding te geven dan werknemers met een fossiele auto. Ook hier bent u wel beperkt door de maximale onbelaste vergoeding van € 0,23.
Elk laadpunt heeft een parkeerplaats nodig waar de auto kan staan tijdens het opladen. Deze parkeerplaatsen zijn normaal gesproken gereserveerd voor het opladen van elektrische auto’s. Op de openbare weg is dat wettelijk te regelen. Op het privé parkeerterrein vraagt dit van u als werkgever nadere actie: een duidelijk bord al dan niet ondersteund met bepalingen in het terreinreglement.
Misbruik van deze parkeerplaatsen bij laadpunten ("laadpaalkleven") levert bij werknemers veel ergernis op.
Voor meer informatie over het stimuleren van elektrisch rijden en het eigen wagenpark gaat u naar Elektrificatie eigen voertuigen.
- Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat