Hoe mest uitrijden

Laatst gecontroleerd op:
27 februari 2024
Gepubliceerd op:
28 november 2019

Voor drijfmest en vaste mest zijn verschillende regels voor het uitrijden op bouwland en grasland. Het maakt uit op welke grondsoort u uitrijdt en of u de mest in of op de grond doet. In de grond uitrijden noemen we emissiearm uitrijden.

Drijfmest op grasland op klei en veen

Om ammoniakuitstoot tegen te gaan, zijn er vanaf 2019 nieuwe regels voor drijfmest op klei- en veengrond. U mag geen bemester meer gebruiken waarmee u mest tussen het gras uitrijdt. Dit noemen we emissiearm gebruik maar is beter bekend als het sleepvoetverbod. Er is één uitzondering op het sleepvoetverbod: u mag nog wel een waterverdunnend bemestingssysteem gebruiken.

In de grond uitrijden

Net als eerdere jaren mag u mest in sleufjes in de grond brengen. Vanaf 2019 doet u dit alleen nog met een bemester die helemaal tot de grond gesloten is.

U mag vanaf 2019 ook in kuiltjes in het gras uitrijden. Daarvoor is pulse-trackbemesting ontwikkeld. Ook dit is een systeem dat helemaal tot de grond gesloten is.

De sleufjes of kuiltjes mogen niet breder zijn dan 5 centimeter. En de mest mag niet over de rand van de sleufjes of kuiltjes komen. Met kuiltjes uitrijden? Dan moet de afstand tussen het midden van de rij en de rij daarnaast 15 centimeter of meer zijn.

Op de grond uitrijden

U mag op de grond uitrijden, als u een waterverdunnend bemestingssysteem gebruikt. Dit doet u met een machine die helemaal tot de grond gesloten is. U verdunt de drijfmest met minimaal 1 deel water per 2 delen mest. Voordat u gaat uitrijden, meldt u dit elk kalenderjaar één keer bij ons. Lees meer op Mest waterverdund uitrijden.

Drijfmest op grasland op zand en löss

Heeft u grasland op zand- en lössgrond? Dan mag u alleen in de grond uitrijden.

In de grond uitrijden

U brengt uw drijfmest meteen in sleufjes in de grond aan. Dat doet u met een systeem dat helemaal tot de grond gesloten is. De sleufjes mogen niet meer dan 5 centimeter breed zijn. En de mest mag niet over de rand van de sleufjes komen.

Drijfmest op bouwland

Op bouwland of niet-beteelde grond mag u drijfmest in de grond en op de grond uitrijden. Hoe u de mest uitrijdt, verschilt wel.

In de grond uitrijden

U rijdt de mest in één werkgang met dezelfde machine uit met een systeem dat helemaal tot de grond gesloten is. Dat doet u in sleufjes in de grond. Deze sleufjes mogen niet breder zijn dan 5 centimeter.

Is het niet-beteelde grond? Dan moeten de sleufjes in elk geval ook 5 centimeter diep zijn. U kunt uw mest ook op zo’n manier mengen dat het niet meer te zien is nadat u het in de grond heeft uitgereden.

Op de grond uitrijden

U mag de mest in één werkgang met 1 machine op de grond aanbrengen en onderwerken. Dat doet u met een systeem dat helemaal tot de grond gesloten is. Zorg ervoor dat de mest direct na het aanbrengen wordt ondergewerkt of heel goed met de grond wordt gemengd. De mest is dan niet meer te zien op het grondoppervlak.

Vaste mest op grasland

Op grasland hoeft u vaste mest niet emissiearm uit te rijden. Het maakt niet uit op welke grondsoort dit is.

Vaste mest op bouwland

Anders dan op grasland rijdt u vaste mest op bouwland wel emissiearm uit. Dit mag u in maximaal 2 direct opeenvolgende werkgangen op het grondoppervlak aanbrengen en onderwerken. Dit doet u op zo'n manier dat de mest direct na het aanbrengen heel goed met de grond wordt vermengd of wordt ondergewerkt, zodat de mest niet meer te zien is.

Zuiveringsslib

De regels voor vloeibaar zuiveringsslib zijn hetzelfde als de regels voor drijfmest. Voor steekvast zuiveringsslib heeft u te maken met dezelfde regels als voor vaste mest.

Grond bemonsteren en analyseren

Voordat u zuiveringsslib op landbouwgrond gebruikt, laat u de bodem bemonsteren en analyseren. Dit doet u één keer per 10 jaar. Na de analyse weet u hoeveel lutum in de bodem zit. Lutum is het percentage klei van de grond (deeltjes kleiner dan 2 micrometer). En u weet na de analyse ook hoeveel organische stof er in zit. Met deze twee gegevens berekent u of u zuiveringsslib mag gebruiken.

Toetsingswaarden

U mag niet over bepaalde normen heen gaan, de zogenaamde toetsingswaarden. In de tabel hieronder ziet u verschillende zware metalen. En hoeveel daarvan maximaal in de grond mag zitten. Zit in uw grond te veel van één of meer van deze stoffen? Dan mag u geen zuiveringsslib gebruiken.

Toetsingswaarden zuiveringsslib gebruiken
Stof Maximale hoeveelheid van de stof (in mg per kg drogestof)
Cadmium (Cd) 0,4 + 0,007 x (percentage lutum + 3 x percentage organische stof)
Chroom (Cr) 50 + 2 x percentage lutum
Koper (Cu) 15 + 0,6 x (percentage lutum + percentage organische stof)
Kwik (Hg) 0,2 + 0,0017 x (2 x percentage lutum + percentage organische stof)
Nikkel (Ni) 10 + percentage lutum
Lood (Pb) 50 + percentage lutum + percentage organische stof
Zink (Zn) 50 + 1,5 (2 x percentage lutum + percentage organische stof)
Arseen (As) 15 + 0,4 x (percentage lutum + percentage organische stof)

Voorbeeld toetsingswaarde berekenen

Na de analyse van de bodem weet u dat in uw grond 25% lutum zit en 10% organische stof. De som voor de maximale hoeveelheid cadmium die in de grond mag zitten ziet er dan zo uit: 0,4 + 0,007 x (25 + 3 x 10).

Het gedeelte van de som tussen de haakjes doet u eerst. Vermenigvuldigen gaat vóór optellen. De som ziet er na dit gedeelte zo uit: 0,4 + 0,007 x 55 = 0,785 milligram per kilogram drogestof.

Hoeveel zuiveringsslib gebruiken

U gebruikt niet meer vloeibaar zuiveringsslib dan 2 ton droge stof op bouwland of één ton droge stof op grasland. Voor zowel bouwland als grasland is dit per hectare en per jaar.

Van steekvast zuiveringsslib gebruikt u niet meer dan 4 ton droge stof op bouwland. Op grasland is het maximum 2 ton droge stof. Voor zowel bouwland als grasland is dit per hectare per 2 jaar. U mag het grondgebruik voor de behandelde grond tijdens die 2 jaar niet veranderen.

Wanneer mest niet emissiearm

Compost, overige organische mest, stikstofstofkunstmest, kalkmest of overige anorganische mest hoeft u niet emissiearm uit te rijden. In deze situaties hoeft u dierlijke mest ook niet emissiearm uit te rijden:

Aanmelden vrijstelling bovengronds uitrijden

Heeft u drijfmest van runderen met diercategorie 100, 101, 102, 104 en 120? En is deze mest op uw eigen bedrijf geproduceerd? Als u deze mest uitrijdt op grasland van uw eigen bedrijf of op gepachte grond, dan kunt u aanmelden voor de vrijstelling om bovengronds uit te rijden. Lees meer op Mest bovengronds uitrijden.

Bestrijding winderosie

Gebruikt u runderdrijfmest om schade aan gewassen door winderosie te voorkomen op bouwland op zandgrond in veenkoloniaal gebied of op Texel? Dan hoeft u tussen 1 maart en 1 juni niet emissiearm uit te rijden als u een gewas op uw perceel heeft ingezaaid, geplant of gepoot.

U hoeft zich hiervoor niet aan te melden.

Grond met alleen fruitteelt

Teelt u alleen fruit op grond met een hellingspercentage lager dan 7%? Hierop hoeft u uw vaste mest niet emissiearm uit te rijden.

U hoeft zich hiervoor niet aan te melden.

Controle en handhaving

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en wij controleren en handhaven op de regels voor grondgebruik. Als de NVWA of wij een overtreding zien, kan dit gevolgen hebben. Bijvoorbeeld voor uw subsidies, uw gebruiksruimte of uw derogatievergunning. Lees meer over de kortingen op Conditionaliteiten GLB 2024.

Veelgestelde vragen

Wilt u meer weten? Wij hebben voor u de Veelgestelde vragen over mest uitrijden verzameld.

In opdracht van:
  • Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Bent u tevreden over deze pagina?