Witstaarteekhoorn

Gepubliceerd op:
30 november 2023

Dit dier staat niet op de huis- en hobbydierenlijst.

Hieronder leest u de beoordeling over dit dier.

Algemene informatie

Algemene informatie (Cassola, 2017; Koprowski et al., 2016; Wilson & Reeder, 2005)
Familie Sciuridae
Subfamilie Sciuridae
Genus Sciurus
Soort Sciurus aberti
Ondersoorten
  • Sciurus aberti kaibabensis (Kaibab eekhoorn)
  • Overig: Sciurus aberti aberti, barberi, chuscensis, durangi, ferreus
Gedomesticeerd Nee
Kruising Nee
Volwassen grootte
  • Kop-romp: 274 mm (m), 262,3 mm (v) 
  • Staart: 208 mm (m), 221,7 mm (v
Gewicht 593,8 g (m), 618,6 g (v)
Dieet Omnivoor
Natuurlijke leefomgeving
  • Verspreiding: Centraal Verenigde Staten (Wyoming, Arizona, Utah, Colorado en New Mexico) en Mexico (Sonora, Chihuahua en Durango).
  • Habitat: Sterk afhankelijk van ponderosa dennen.
Levensverwachting C.7 jaar
IUCN-status “Least Concern”
CITES Niet vermeld

Risicoklasse E

Bij de witstaarteekhoorn zijn in vier risicocategorieën voor “gezondheid en welzijn dier” één of meerdere risicofactor(en) vastgesteld. Hierdoor valt de witstaarteekhoorn in risicoklasse E.

Samenvatting beoordeling van de witstaarteekhoorn

Indien er sprake is van één of meerdere relevante ernstige zoönose(n) die slechts met gespecialiseerde maatregelen beheersbaar is/zijn wordt de risicofactor aangekruist (!), maar telt deze niet mee in de eindscore. Indien er sprake is van een relevante ernstige zoönose die niet of nauwelijks beheersbaar is of er sprake is van risico op ernstige letselschade komt de diersoort direct onder risicoklasse F te vallen (XF). Indien de risicofactor van toepassing is, wordt deze aangekruist (X). 

Gezondheid mens
Risicocategorie Van toepassing Toelichting
Zoönosen ! (signalerend) Bij de witstaarteekhoorn zijn de hoog-risico zoönotische pathogenenrabiësvirus, Yersinia pestis, Francisella tuarensis en Leptospira interrogans aangetoond. Dit leidt alleen in het geval van wildvang tot een signalerende toepassing van deze risicofactor.
Letselschade   De risicofactor in deze risicocategorie is niet van toepassing. 
Gezondheid en welzijn dier
Risicocategorie Van toepassing Toelichting
Voedselopname X
  • Witstaarteekhoorns moeten dagelijks langdurig foerageren.
  • Witstaarteekhoorns zijn volledig afhankelijk van een nauwe bandbreedte aan voedingsmiddelen.
Ruimtegebruik/veiligheid X
  • Witstaarteekhoorns gebruiken een afgezonderde nestplaats.
  • Witstaarteekhoorns leven arboreaal.
Thermoregulatie X Witstaarteekhoorns zijn aangepast aan een steppeklimaat.
Sociaal gedrag X Witstaarteekhoorns hebben een despotische dominantiehiërarchie.

Beoordeling per risicofactor

Risico's voor de mens

Zoönosen
Risicofactor Van toepassing Toelichting
LG1 ! (signalerend) Bij witstaarteekhoorns is de hoog-risico zoönotische pathogeen Yersinia pestis aangetoond (Virchow et al., 1992). Bij de aanverwante en sympatrische soort S. niger zijn de hoog-risico zoönotische pathogenen rabiësvirus (Cappucci et al., 1972), Yersinia pestis (Kingry et al., 2016), Francisella tularensis (Vincent et al., 2020) en Leptospira interrogans (Dirsmith et al., 2013) aangetoond. Dit leidt alleen in het geval van wildvang tot een signalerende toepassing van deze risicofactor. 
Letselschade
Risicofactor Van toepassing Toelichting
LG2   Op basis van de grootte, morfologie en het gedrag van de witstaarteekhoorn is het niet aannemelijk dat de dieren ernstig letsel zullen veroorzaken bij de mens (Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. 

Risico's voor dierenwelzijn/diergezondheid

Voedselopname
Risicofactor Van toepassing Toelichting
V1   De witstaarteekhoorn is een omnivoor (Koprowski et al., 2016; Nash & Seaman, 1977). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. 
V2   De witstaarteekhoorn heeft geen hypsodonte gebitselementen (Boy & Steenkamp, 2006; Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
V3 X De witstaarteekhoorn is dagactief (Koprowski et al., 2016).Tijdens de winterperiode voeden witstaarteekhoorns zich exclusiefmet ponderosa floëem (veel vezels, lage voedselkwaliteit).Witstaarteekhoorns hebben een langere maag, dunne darm, blindedarm en dikke darm met een groter weefseloppervlak dan andere eekhoornswaardoor ze efficiënter voedingsstoffen halen uit hun vezelrijke dieet. Desalniettemin moeten witstaarteekhoorns langdurig foerageren ter compensatie van het relatief voedingsstofarme dieet (Murphy & Linhart, 1999). Witstaarteekhoorns doen zelden aan scatter-en larderhoarden, maar plunderen wel de voedselopslag van andere diersoorten (Koprowski et al., 2016). Witstaarteekhoorns zijn fysiologisch en gedragsmatig aangepast aan een voedingsstofarmdieet. Deze risicofactor is daarom van toepassing.
V4 X De witstaarteekhoorn is een gespecialiseerd dier, dat afhankelijk is van ponderosadennen. Circa 6 maanden van het jaar voeden de witstaarteekhoorns zich alleen met ponderosa floëem (Murphy & Linhart, 1999; Koprowski et al., 2016). Ponderosa dennen worden jaarrond gebruikt als voedselbron. De binnenschors, zaden, knoppen en bloemen worden gegeten en het dieet wordt aangevuld met schimmels, aas, botten, geweien en insecten (Koprowski et al., 2016; Nash & Seaman, 1977). De darmlengte en het microbioom van de witstaarteekhoorn is aangepast aan een dieet bestaande uit voornamelijk ponderosa floëem (Murphy & Linhart, 1999; Reed et al., 2019).Deze risicofactor is daarom van toepassing.
Ruimtegebrek/veiligheid
Risicofactor Van toepassing Toelichting
R1   Witstaarteekhoornmannetjes hebben een gemiddelde home range van 18,21 ha en vrouwtjes van 9,26 ha (Koprowski et al., 2016). Tijdens het paarseizoen is de home range van mannetjes groter (20,75 ha), dan buiten het paarseizoen, circa (7,46 ha) (Farentinos, 1979). Mannetjes hebben overlappende home ranges met andere mannetjes en vrouwtjes. Kernen in de home range van vrouwtjes overlappen niet met elkaar (Koprowski, 1998). Drachtige en lacterende vrouwtjes verdedigen hun nesten tegen indringers (Farentinos,1972a). Vrouwelijke witstaarteekhoorns zijn territoriaal. Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over markeer-of patrouilleergedrag. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
R2 X Witstaarteekhoorns gebruiken een afgezonderde nestplaats voor het werpen en grootbrengen van jongen en als nachtrustplaats (Farentinos, 1972a; Nash & Seaman, 1977; Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom van toepassing. 
R3   De witstaarteekhoorn is door zijn arboreale levensstijl erg behendig en vlucht doelgericht naar hoge schuilplekken (Koprowski et al., 2016). Witstaarteekhoorns geven alarmroepen wanneer ze zich bedreigd voelen (Nash & Seaman, 1977). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
R4   Witstaarteekhoorns maken geen gebruik van zelf-gegraven holen of kuilen (Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
R5 X Witstaarteekhoorns zijn arboreaal (Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
Thermoregulatie
Risicofactor Van toepassing Toelichting
T1 X Witstaarteekhoorns leven in een steppeklimaat (Koprowski et al., 2016; Peelet al., 2007). De gemiddelde minimumtemperatuur in de steppes van West-VS en Noord-Mexico waar witstaarteekhoorns voorkomen is 5 °C (met een uiterste minimumtemperatuur van -26 °C) en de gemiddelde maximumtemperatuur is 18 °C (met een uiterste maximumtemperatuur van 37 °C). De gemiddelde jaarlijkse neerslaghoeveelheid is 600 mm en de gemiddelde luchtvochtigheid is 30%, fluctuerend tussen 20-80% (Meteoblue, 2021; Schultz, 2005). De witstaarteekhoorn is aangepast aan een steppeklimaat. Deze risicofactor is daarom van toepassing.
T2   Uit gedetailleerd gedragsonderzoek is niet gebleken dat witstaarteekhoorns gebruik maken van een speciale zoel-, koel-of opwarmplaats. Bovendien gebruiken witnekeekhoorns een nest of een gat in de boom (Farentinos, 1972a; Koprowski, 1998). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
T3   Witstaarteekhoorns zijn jaarrond actief (Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
Sociaal gedrag
Risicofactor Van toepassing Toelichting
S1   Witstaarteekhoorns hebben een polygame leefwijze(Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
S2 X Witstaarteekhoorns leven solitair, maar hebben overlap in home range. Witstaarteekhoorns hebben een despotische dominantiehiërarchie. Tijdens de paartijd zijn er veel agressieve interacties tussen dominante mannetjes. Mannetjes volgen het vrouwtje wanneer deze ontvankelijk is. Het dominante mannetje leidt deze groep, gevolgd door enkele subordinate mannetjes. Het dominante mannetje kan meestal als eerste paren, subordinate mannetjes kunnen vaak daarna ook paren (Farentinos,1972b; Nash & Seaman, 1977;Farentinos, 1980). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
S3   Vrouwtjes zijn vanaf eenjarige leeftijd geslachtsrijp en kunnen 1-2 keer per jaar werpen. Vrouwtjes zijn 43 dagen drachtig en krijgen per worp 2-6 jongen. Witstaarteekhoorns hebben een paarseizoen van het voorjaar tot het begin van de zomer (Koprowski et al.,2016). Witstaarteekhoorns hebben geen grote kans op overbevolking. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

Verwijzingen

Boy, S. & Steenkamp, G. (2006). Odontoma-like tumours of squirrel elodont incisors—elodontomas. Journal of Comparative Pathology.135(1).56-61.

Cappucci, D., Emmons, R. & Sampson, W. (1972). Rabies in an eastern fox squirrel. Journal of Wildlife Diseases.340-342.

Cassola, F. (2017). Sciurus aberti.Opgehaald van The IUCN Red List of Threatened Species: http://dx.doi.org/10.2305/IUCN.UK.2017-2.RLTS.T42461A22245623.en

Dirsmith, K., vanDalen, K., Fry, T., Charles, B., VerCauteren, K., & Duncan, C. (2013). Leptospirosis in fox squirrels (Sciurus niger) of Larimer County, Colorado, USA. Journal of Wildlife Diseases.49(3).641-645.

Farentinos, R. (1972a). Nests of the tassel-eared squirrel. Journal of Mammalogy.53(4).900-903.

Farentinos, R. (1972b). Social dominance and mating activity in the tassel-eared squirrel (Sciurus aberti ferreus). Animal Behaviour.20(2).316-326.

Farentinos, R. (1979). Seasonal changes in home range size of tassel-eared squirrels (Sciurus aberti). The Southwestern Naturalist.49-61.

Farentinos, R. (1980). Sexual solicitation of subordinate males by female tassel-eared squirrels. Journal of Mammology.61(2).337-341.

Kingry, L., Rowe, L., Respicio-Kingry, L., Beard, C., Schriefer, M. & Petersen, J. (2016). Whole genome multilocus sequence typing as an epidemiologic tool for Yersinia pestis. Diagnostic Microbiology and Infectious Disease.84(4).275-280.

Koprowski, J. (1998). Conflict between the sexes: a review of social and mating systems of the tree squirrels. In M. Steele, J. Merrit & D. Zegers, Ecology and evolutionary biology of tree squirrels(pp. 33-41). Virginia: Virginia Museum of Natural History, Special Publication 6.

Koprowski, J., Goldstein, A., Bennett, R. & Mendes, C. (2016). Sciurus aberti. In D. Wilson, T. Lacher & R. Mittermeier, Handbook of the mammals of the world vol. 6. Lagomorphs and rodents I.(pp. 648-837). Barcelona: Lynx Edicions.

Meteoblue. (2021). Cococino, Arizona, USA. Opgehaald van Meteoblue: https://www.meteoblue.com/en/weather/historyclimate/climatemodelled/coc….

Murphy, S. & Linhart, Y. (1999). Comparative morphology of the gastrointestinal tract in the feeding spe-cialist Sciurus aberti and several generalist congeners. Journal of Mammalogy.80(4).1325-1330.

Nash, D. & Seaman, R. (1977). Sciurus aberti. Mammalian Species.80.1-5.

Peel, M., Finlayson, B. & McMahon, T. (2007). Updated world map of the Köppen-Geiger climate classification. Hydrology and Earth System Sciences Discussions, European Geosciences Union.4(2).439-473.

Reed, A., Pigage, J. C., Pigage, H. K., Glickman, C. & Bono, J. M. (2019). Comparative analysis of microbiota along the length of the gastrointestinal tract of two tree squirrel species (Sciurus abertiand S. niger) living in sympatry. Ecology and Evolution.9(23).13344–13358.

Schultz, J. (2005). The ecozones of the world.Berlijn, Duitsland: Springer.

Vincent, E., Ruder, M., Yabsley, M., Hesting, V., Keel, M., Brown, J. & Nemeth, N. (2020). A Baylisascaris Outbreak in Fox Squirrels (Sciurus niger) and Subsequent Detection of Francisella tularensisin Kansas, USA. The Journal of Wildlife Diseases.56(2).457-461.

Virchow, D., Kramer, W., Brown, C., Hygnstrom, S. & Barnes, A. (1992). First evidence of plague (Yersinia pestis) in Nebraska is found in Panhandle predators. Transactions of the Nebraska Academy of Sciences and Affiliated Societies. 139.

Wilson, D. & Reeder, D. (2005). Mammal species of the world. A taxonomic and geographic reference (3rd ed). Opgehaald van Mammal species of the world: https://www.departments.bucknell.edu/biology/resources/msw3/

Bent u tevreden over deze pagina?