Visayawrattenzwijn

Gepubliceerd op:
30 november 2023

Dit dier staat niet op de huis- en hobbydierenlijst.

Hieronder leest u de beoordeling over dit dier.

Algemene informatie

Algemene informatie (Meijaard et al., 2011; Meijaard et al., 2017; Wilson & Reeder, 2005)
Familie Suidae
Subfamilie Suinae
Genus Sus
Soort Sus cebifrons
Gedomesticeerd Nee
Kruising Nee
Volwassen grootte Kop-romp: 100 cm
Gewicht 35-80 kg (m), 20-35 kg (v)
Dieet Omnivoor
Natuurlijke leefomgeving
  • Verspreiding: Filipijnen, op de westelijke Visaya eilanden.
  • Habitat: Primair en secundair bos op zeeniveau tot mossig bos op 1600 m hoogte.
Levensverwachting In het wild circa 15 jaar, in gevangenschap circa 18 jaar. 
IUCN-status "Critically Endangered"
CITES Niet vermeld

Risicoklasse F

Visayawrattenzwijnen zijn in staat ernstige letselschade te veroorzaken bij de mens. Daarnaast zijn in vier risicocategorieën voor “gezondheid en welzijn dier” één of meerdere risicofactor(en) vastgesteld. Om deze redenen valt het Visayawrattenzwijn onder risicoklasse F. 

Samenvatting beoordeling van het Visayawrattenzwijn

Indien er sprake is van één of meerdere relevante ernstige zoönose(n) die slechts met gespecialiseerde maatregelen beheersbaar is/zijn wordt de risicofactor aangekruist (!), maar telt deze niet mee in de eindscore. Indien er sprake is van een relevante ernstige zoönose die niet of nauwelijks beheersbaar is of er sprake is van risico op ernstige letselschade komt de diersoort direct onder risicoklasse F te vallen (XF). Indien de risicofactor van toepassing is, wordt deze aangekruist (X).

Gezondheid mens
Risicocategorie Van toepassing Toelichting
Zoönosen ! (signalerend) Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over het aan- of afwezig zijn van (zeer) hoogrisico zoönotische pathogenen, maar bij de sympatrische en aanverwante soort Sus scrofa zijn de hoog-risico zoönotische pathogenen Brucella suis, Francisella tularensis, Leptospira spp., en Mycobacterium tuberculosis aangetoond. Dit leidt tot een signalerende toepassing van deze risicofactor.
Letselschade XF  Bij Visayawrattenzwijnen is er gevaar op zeer ernstig letsel bij de mens, waardoor het Visayawrattenzwijn direct onder risicoklasse F valt. 

 

Gezondheid en welzijn dier
Risicocategorie Van toepassing Toelichting
Voedselopname X Visayawrattenzwijnen moeten dagelijks langdurig foerageren.
Ruimtegebruik/veiligheid X
  • Visayawrattenzwijnen gebruiken een afgezonderde nestplaats.
  • Visayawrattenzwijnen hebben een sterke vluchtreactie.
  • Visayawrattenzwijnen gebruiken zelf gegraven kuilen. 
Thermoregulatie X
  • Het Visayawrattenzwijn is aangepast aan een tropisch klimaat.
  • Visayawrattenzwijnen gebruiken speciale zoelplaatsen. 
Sociaal gedrag X Visayawrattenzwijnen hebben een dominantiehiërarchie. 

Beoordeling per risicofactor

Risico's voor de mens

Zoönosen
Risicofactor Van toepassing Toelichting
LG1 ! (signalerend) Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over het aan- of afwezig zijn van (zeer) hoog-risico zoönotische pathogenen, maar bij de sympatrische en aanverwante soort Sus scrofa zijn de hoog-risico zoönotische pathogenen Brucella suis (Cvetnic et al., 2009; Dahouk et al., 2005), Francisella tularensis (Dahouk et al., 2005), Leptospira spp. (Ebani et al., 2003), en Mycobacterium tuberculosis (Martin-Hernando et al., 2007) aangetoond. Dit leidt tot een signalerende toepassing van deze risicofactor.

 

Letselschade
Risicofactor Van toepassing Toelichting
LG2 XF Het Visayawrattenzwijn weegt tot 80 kg (Meijaard et al., 2011). Zwijnen zijn agressief wanneer zij in het nauw gedreven worden en verzetten zich hevig (Sutherland-Smith, 2015). Gezien de grootte en het gedrag van Visayawrattenzwijnen kunnen ze zeer ernstig letsel bij de mens veroorzaken, waardoor het Visayawrattenzwijn direct onder risicoklasse F valt. 

Risico's voor dierenwelzijn/diergezondheid

Voedselopname
Risicofactor Van toepassing Toelichting
V1   Het Visayawrattenzwijn is een omnivoor (Meijaard et al., 2011). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. 
V2   Het Visayawrattenzwijn heeft geen hypsodonte gebitselementen (Meijaard et al., 2011). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
V3 X Visayawrattenzwijnen leggen grote afstanden af om aan voedsel te komen (Frädrich, 1974), en moeten hier onder andere naar wroeten in de grond (Meijaard et al., 2011). Deze risicofactor is daarom van toepassing. 
V4   Het dieet van Visayawrattenzwijnen bestaat uit planten, wijnstokken, palmen, wilde bananen, aardwormen, prooidieren zoals ratten en muizen, en landbouwgewassen (Meijaard et al., 2011). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. 

 

Ruimtegebrek/veiligheid
Risicofactor Van toepassing Toelichting
R1   De grootte van de home range van Visayawrattenzwijnen is onbekend (Melleti & Meijaard, 2017). Visayawrattenzwijnen verdedigen hun home range niet en brengen geen markeringen aan (Frädrich, 1974). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. 
R2 X Visayawrattenzwijnen gebruiken een afgezonderde nestplaats voor het werpen en grootbrengen van jongen (Meijaard et al., 2011; Melleti & Meijaard, 2017). Deze risicofactor is daarom van toepassing. 
R3 X Visayawrattenzwijnen zijn gevoelig voor capture myopathy, wat optreedt tijdens de vluchtreactie (Sutherland-Smith, 2015). Deze risicofactor is daarom van toepassing. 
R4 X Visayawrattenzwijnen gebruiken zelf gegraven kuilen (Meijaard et al., 2011). Deze risicofactor is daarom van toepassing. 
R5   Voor Visayawrattenzwijnen zijn er geen specifieke omgevingselementen essentieel (Meijaard et al., 2011; Meijaard et al., 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. 

 

Thermoregulatie
Risicofactor Van toepassing Toelichting
T1 X

Visayawrattenzwijnen komen voor in een tropisch klimaat (Meijaard et al., 2017; Schultz, 2005). De gemiddelde maandelijkse temperatuur komt niet onder de 18 °C. Gedurende het hele jaar ligt de temperatuur rond de 25 en 27 °C met dagelijkse temperatuurverschillen van maximaal 6 tot 11 °C. De gemiddelde jaarlijkse neerslaghoeveelheid ligt tussen de 2000-4000 mm. Dit klimaat kent een zeer hoge luchtvochtigheid van 90-100% (Schultz, 2005).  

Het Visayawrattenzwijn is aangepast aan een tropisch klimaat. Deze risicofactor is daarom van toepassing. 

T2 X Visayawrattenzwijnen badderen in open water en maken modderbaden (Meijaard et al., 2011; Melleti & Meijaard, 2017). Deze risicofactor is daarom van toepassing. 
T3   Visayawrattenzwijnen zijn jaarrond actief (Meijaard et al., 2011). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. 

 

Sociaal gedrag
Risicofactor Van toepassing Toelichting
S1   Visayawrattenzwijnen hebben een polygame leefwijze (Meijaard et al., 2011). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. 
S2 X Visayawrattenzwijnen leven in kleine groepen bestaande uit een mannetje, meerdere vrouwtjes, en hun jongen (Meijaard et al., 2011). In groepen zwijnen bestaat er gewoonlijk een dominantiehiërarchie (Sutherland-Smith, 2015). Deze risicofactor is daarom van toepassing. 
S3   Vrouwtjes zijn vanaf 2-3 jaar oud geslachtsrijp en kunnen iedere 8-12 maanden een nest krijgen. Vrouwtjes zijn 118 dagen drachtig en krijgen per worp 2-4 jongen (Meijaard et al., 2011). Visayawrattenzwijnen hebben geen grote kans op overbevolking. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. 

Verwijzingen

Cvetnic, Z., Toncic, J., Majnaric, D., Benic, M., Albert, D., Thiébaud, M., & Garin-Bastuji, B. (2009). Brucella suis infection in domestic pigs and wild boar in Croatia. Rev. sci. tech off. int. Epiz. (28), 1057-1067. 

Dahouk, S., Nöckler, K., Tomaso, H., Splettstoesser, W., Jungersen, G., Riber, U., . . . Neubauer, H. (2005). Seroprevalence of Brucellosis, Tularemia and Yersiniosis in Wild boars from NorthEastern Germany. Journal Veterinary Medicine, 444- 455. 

Ebani, V., Cerri, D., Poll, A., & Andreani, E. (2003). Prevalence of Leptospira and Brucella antibodies in Wild boars in Tuscany, Italy. Journal of wildlife diseases 39 (3), 718-722. 

Frädrich, H. (1974). A comparison of behaviour in the Suidae. In V. Geist, & F. Walther, Behaviour of ungulates and its relation to management. (pp. 133-143). International Union for Conservation of Nature and Natural Resources. 

Martin-Hernando, M., Höfle, U., Vicente, J., Ruiz-Fons, F., Vidal, D., Barral, M., . . . Gortazar, C. (2007). Lesions associated with Mycobacterium tuberculosis complex infection in European wild boar. Tuberculosis 87, 360-367. 

Meijaard, E., d'Huart, J., & Oliver, W. (2011). Sus cebifrons. In D. Wilson, & R. Mittermeier, Handbook of the mammals of the world, Hoofed mammals Volume 2. Lynx Edicions. 

Meijaard, E., Oliver, W., & Leus, K. (2017). Sus cebifrons. Opgehaald van The IUCN Red List of Threatened Species: http://dx.doi.org/10.2305/IUCN.UK.2017-3.RLTS.T21175A44139575.en

Melleti, M., & Meijaard, E. (2017). Ecology, conservation and management of wild pigs and peccaries. Cambirdge University Press.

Schultz, J. (2005). The ecozones of the world, the ecological divisions of the geosphere. Aachen, Germany: Springer. 

Sutherland-Smith, M. (2015). Suidae and Tayassuidae. In E. Miller, & M. Fowler, Fowler's Zoo and Wild Animal Medicine, Volume 8. Elsevier Health Sciences. 

Wilson, D., & Reeder, D. (2005). Mammal species of the world. A taxonomic and geographic reference (3rd ed). Opgehaald van Mammal species of the world: https://www.departments.bucknell.edu/biology/resources/msw3/ 

Bent u tevreden over deze pagina?