Rotsgrondeekhoorn

Gepubliceerd op:
30 november 2023

Dit dier staat niet op de huis- en hobbydierenlijst.

Hieronder leest u de beoordeling over dit dier.

Algemene informatie

 

Algemene informatie (Koprowski et al., 2016; Lacher et al., 2016; Wilson & Reeder, 2005)
Familie Sciuridae
Subfamilie Xerinae
Genus Otospermophilus
Soort Spermophilus (Otospermophilus) variegatus
Gedomesticeerd Nee
Kruising Nee
Volwassen grootte
  • Kop-romp: 430-540 mm
  • Staart: 174-263 mm
Gewicht 470-875 g (m), 450-796 g (v)
Dieet Omnivoor
Natuurlijke leefomgeving
  • Verspreiding: Mexico en Verenigde Staten.
  • Habitat: Steppe of halfwoestijn met rotsachtige kloven, kliffen en hellingen. Rotsgrondeekhoorns komen ook voor in stedelijke gebieden zoals tuinen, parken en kampeerplekken.
Levensverwachting 2,5 jaar wild
IUCN-status "Least concern"
CITES Niet vermeld

 

Risicoklasse F

Bij de rotsgrondeekhoorn is een zeer hoog-risico zoönotisch pathogeen aangetoond. Daarnaast zijn in drie risicocategorieën voor “gezondheid en welzijn dier” één of meerdere risicofactor(en) vastgesteld. Om deze reden valt de rotsgrondeekhoorn onder “risicoklasse F”.

Samenvatting beoordeling van de rotsgrondeekhoorn

Indien er sprake is van één of meerdere relevante ernstige zoönose(n) die slechts met gespecialiseerde maatregelen beheersbaar is/zijn wordt de risicofactor aangekruist (!), maar telt deze niet mee in de eindscore. Indien er sprake is van een relevante ernstige zoönose die niet of nauwelijks beheersbaar is of er sprake is van risico op ernstige letselschade komt de diersoort direct onder risicoklasse F te vallen (XF). Indien de risicofactor van toepassing is, wordt deze aangekruist (X).

Gezondheid mens
Risicocategorie Wildvang Fok Toelichting
Zoönosen XF (zeer hoog risico) ! (signalerend) Op genusniveau is het zeer hoog-risico zoönotische pathogeen Sin Nombre Hantavirus aangetoond, waardoor wildvang van de rotsgrondeekhoorn direct onder risicoklasse F valt. Bij de rotsgrondeekhoorn zijn de hoog-risico zoönotische pathogenen Yersinia pestis, rabiësvirus, Francisella tularensis en Coxiella burnetii aangetoond.
Letselschade     De risicofactor in deze risicocategorie is niet van toepassing.
Gezondheid en welzijn dier
Risicocategorie Van toepassing Toelichting
Voedselopname   In deze risicocategorie zijn geen risicofactoren van toepassing.
Ruimtegebruik/veiligheid X
  • Rotsgrondeekhoorns hebben een grote home range en vertonen territoriaal patrouilleer en/of markeergedrag.
  • Rotsgrondeekhoorns gebruiken een afgezonderde nestplaats.
  • Rotsgrondeekhoorns leven semi-arboreaal.
Thermoregulatie X Rotsgrondeekhoorns zijn aangepast aan een steppe- en tropisch klimaat.
Sociaal gedrag X Rotsgrondeekhoorns hebben een dominantiehiërarchie.

Beoordeling per risicofactor

Risico's voor de mens

Zoönosen
Risicofactor Wildvang Fok Toelichting
LG1 XF (zeer hoog risico) ! (signalerend) Op genusniveau is het zeer hoog-risico zoönotische pathogeen Sin Nombre Hantavirus aangetoond bij de sympatrische soort S. lateralis en een niet nader gedetermineerde eekhoorn binnen het geslacht Spermophilus (Fritz et al., 1998; Kuenzi et al., 2001). Hierdoor valt wildvang van de rotsgrondeekhoorn direct onder risicoklasse F. Bij de rotsgrondeekhoorn zijn de hoog-risico zoönotische pathogenen Yersinia pestis (McElroy et al., 2010; Mead, 2011; Oaks et al., 1987), het rabiësvirus (Suzan & Ceballos, 2005), Francisella tularensis en Coxiella burnetii (Oaks et al., 1987) aangetoond.
Letselschade
Risicofactor Van toepassing Toelichting
LG2   Op basis van de grootte, morfologie en het gedrag van de rotsgrondeekhoorn is het niet aannemelijk dat de dieren ernstig letsel zullen veroorzaken bij de mens (Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

Risico's voor dierenwelzijn/diergezondheid

Voedselopname
Risicofactor Van toepassing Toelichting
V1   De rotsgrondeekhoorn is een omnivoor (Koprowski et al., 2016; Lacher et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
V2   De rotsgrondeekhoorn heeft geen hypsodonte gebitselementen (Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
V3   De rotsgrondeekhoorn is dagactief (Koprowski et al., 2016). In de ochtend wordt 57%, vroege middag 58% en de late middag 34% van de tijd besteed aan foerageren (Young, 1979). Rotsgrondeekhoorns kunnen voedselvoorraden aanleggen als voorbereiding voor de winter, maar niet alle individuen doen dit (Oaks et al., 1987). Rotsgrondeekhoorns hoeven niet dagelijks langdurig te foerageren. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
V4   Het dieet van de rotsgrondeekhoorn bestaat voornamelijk uit plantaardig materiaal, zoals knoppen, bloemen, vruchten, noten, cactussen, boomzaden (eikels en jeneverbessen) en gecultiveerde gewassen zoals druiven en mais. Het dieet kan aangevuld worden met dierlijk materiaal, waaronder insecten, wormen en kleine gewervelden (Koprowski et al., 2016; Oaks et al., 1987). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
Ruimtegebrek/veiligheid
Risicofactor Van toepassing Toelichting
R1 X Rotsgrondeekhoornmannetjes hebben een home range van 1,3-7,9 ha. Bij vrouwtjes is dit 2,4-4,5 ha. Rotsgrondeekhoornvrouwtjes hebben grote overlap tussen home ranges en alleen de kern van vrouwelijke home ranges wordt verdedigd (Johnson, 1981; Ortega, 1990). Mannetjes daarentegen zijn erg territoriaal en verdedigen hun hele territorium (Johnson, 1981; Oaks et al., 1987). Rotsgrondeekhoorns brengen geurmarkeringen aan. Tijdens het paarseizoen wrijven mannetjes hun rug langs rotsen en bomen. Rotsgrondeekhoorns maken gebruik van latrines in de burcht. Ook urineren en ontlasten ze in kleine kuilen buiten de burcht (Koprowski et al., 2016; Oaks et al., 1987). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
R2 X Rotsgrondeekhoorns gebruiken een afgezonderde nestplaats voor het werpen en grootbrengen van jongen en als nachtrust- en winterslaapplaats (Koprowski et al., 2016; Oaks et al., 1987). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
R3   De rotsgrondeekhoorn zoekt doelgericht beschutting in bomen en holen/burchten bij tekenen van gevaar (Oaks et al., 1987; Young, 1979). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
R4   Rotsgrondeekhoorns maken gebruik van arboreale nesten en burchten van gordeldieren (Koprowski et al., 2016; Young, 1979). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
R5 X Rotsgrondeekhoorns leven semi-arboreaal (Koprowski et al., 2016; Oaks et al., 1987; Ortega, 1990). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
Thermoregulatie
Risicofactor Van toepassing Toelichting
T1 X

Rotsgrondeekhoorns leven in een steppe- en tropisch klimaat (Koprowski et al., 2016; Schultz, 2005). De gemiddelde minimumtemperatuur in de steppevlaktes van Arizona (VS) waar rotsgrondeekhoorns voorkomen is 12 °C (met een uiterste minimumtemperatuur van 0 °C) en de gemiddelde maximumtemperatuur is 29 °C met een uiterste maximumtemperatuur van 50 °C. De gemiddelde jaarlijkse neerslaghoeveelheid is 50 mm en de gemiddelde luchtvochtigheid is 40%, fluctuerend van 20-60% afhankelijk van het seizoen (Meteoblue, 2020).

De temperatuur heeft een grote invloed op de activiteit, onder de 10-15 °C en boven de 27-35 °C zijn rotsgrondeekhoorns zelden actief (Oaks et al., 1987).

De rotsgrondeekhoorn is aangepast aan een steppe- en tropisch klimaat. Deze risicofactor is daarom van toepassing.

T2   Uit gedetailleerd gedragsonderzoek is niet gebleken dat rotsgrondeekhoorns gebruik maken van een speciale zoel-, koel- of opwarmplaats. Bovendien maken rotsgrondeekhoorns gebruik van een nest, hol en/of burcht (Young, 1979). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
T3   Rotsgrondeekhoorns houden 1-6 maanden per jaar een facultatieve winterslaap. Tijdens milde weersomstandigheden kan de rotsgrondeekhoorn ook actief zijn gedurende de winter (Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
Sociaal gedrag
Risicofactor Van toepassing Toelichting
S1   Rotsgrondeekhoorns hebben een polygame leefwijze (Koprowski et al., 2016; Oaks et al., 1987). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
S2 X Rotsgrondeekhoorns leven in kolonies bestaande uit verschillende vrouwtjes, één dominante man en een aantal ondergeschikte mannetjes. Er is een despotische dominantiehiërarchie. Het dominante mannetje verdedigt de kolonie tegen andere volwassen mannetjes. Vrouwtjes en juveniele dieren kunnen zich vrij rond bewegen. Het mannetje is dominant ten opzichte van de vrouwtjes (Johnson, 1981; Koprowski et al., 2016; Oaks et al., 1987). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
S3   Vrouwtjes zijn vanaf 1-2 geslachtsrijp en kunnen één keer per jaar werpen. Vrouwtjes zijn c.30 dagen drachtig en krijgen per worp 3-8 jongen. Rotsgrondeekhoorns hebben een paarseizoen van maart t/m juli (Koprowski et al., 2016; Oaks et al., 1987; Ortega, 1990). Rotsgrondeekhoorns hebben geen grote kans op overbevolking. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

Verwijzingen

Fritz, C., Kramer, V., Enge, B. & Sun, B. (1998). Surveillance for Sin Nombre virus and hantavirus pulmonary syndrome in California, 1993 to 1997. Proceedings of the Vertebrate Pest Conference (Vol. 18, No. 18).

Johnson, K. (1981). Social organization in a colony of rock squirrels (Spermophilus variegatus, Sciuridae). The Southwestern Naturalist. 237-242.

Koprowski, J., Goldstein, A., Bennett, R. & Mendes, C. (2016). Spermophilus otospermophilus variegatus. In D. Wilson, T. Lacher & R. Mittermeier, Handbook of the mammals of the world vol. 6. Lagomorphs and rodents I. (pp. 648-837). Barcelona: Lynx Edicions.

Kuenzi, A., Douglass, R., White, D., Bond, C. & Mills, J. (2001). Antibody to sin nombre virus in rodents associated with peridomestic habitats in west central Montana. The American Journal of Tropical Medicine and Hygiene. 64(3). 137-146.

Lacher, T., Timm, R. & Alvarez-Castaneda, S. (2016). Otospermophilus variegatus. Opgehaald van The IUCN Red List of Threatened Species: http://dx.doi.org/10.2305/IUCN.UK.2016-3.RLTS.T20495A22263993.en

McElroy, K., Blagburn, B., Breitschwerdt, E., Mead, P. & McQuiston, J. (2010). Flea-associated zoonotic diseases of cats in the USA: bartonellosis, flea-borne rickettsioses, and plague. Trends in Parasitology. 26(4). 197-204.

Mead, P. (2011). Plague. In R. Guerrant, D. Walker & P. Weller, Tropical Infectious Diseases: Principles, Pathogens and Practice. Saunders.

Meteoblue. (2020). Yuma, Arizona, USA. Opgehaald van Meteoblue: https://www.meteoblue.com/en/weather/historyclimate/climatemodelled/yum….

Oaks, E., Young, P., Kirkland , G. & Schmidt, D. (1987). Spermophilus variegatus. Mammalian Species. 272. 1-8.

Ortega, J. (1990). Home-range size of adult rock squirrels (Spermophilus variegatus) in southeastern Arizona. Journal of Mammalogy. 71(2). 171-176.

Ortega, J. (1990). Reproductive biology of the rock squirrel (Spermophilus variegatus) in southeastern Arizona. Journal of Mammalogy. 71(3). 448-457.

Schultz, J. (2005). The ecozones of the world. Berlijn, Duitsland: Springer.

Suzan, G. & Ceballos, G. (2005). The role of feral mammals on wildlife infectious disease prevalence in two nature reserves within Mexico City limits. Journal of Zoo and Wildlife Medicine. 36(3). 479-484.

Wilson, D. & Reeder, D. (2005). Mammal species of the world. A taxonomic and geographic reference (3rd ed). Opgehaald van Mammal species of the world: https://www.departments.bucknell.edu/biology/resources/msw3/

Young, P. (1979). Summer activity patterns of rock squirrels in central Texas. Texas: PhD Texas Tech University.

Bent u tevreden over deze pagina?