Kropgazelle

Gepubliceerd op:
30 november 2023

Dit dier staat niet op de huis- en hobbydierenlijst.

Hieronder leest u de beoordeling over dit dier.

Algemene informatie

 

 

 

 

 

Algemene informatie (Durmuş, 2010; Groves et al., 2011)
Familie Bovidae
Subfamilie Antilopinae
Genus Gazella
Soort
  • Gazella
  • Gazella subgutturosa (Perzische / kropgazelle)
  • Gazella gracilicornis (Turkmeense gazelle)
  • Gazella marica (Zandgazelle)
  • Gazella yarkandensis (Yarkand gazelle)
Gedomesticeerd Nee
Kruising Nee
Volwassen grootte
  • Kop-romp: 90-126 cm
  • Staart: 10-23 cm
  • Schofthoogte: 56-80 cm
Gewicht 22-40 kg (m), 18-33 kg (v)
Dieet Herbivoor
Natuurlijke leefomgeving
  • Verspreiding: Anatolië, Azerbeidzjaan, Syrië, Noord- en Oost-Irak, Iran, Zuid-Afghanistan, West-Pakistan, Arabische schiereiland, Zuid-Kazachstan, Mongolië en Noordwest-China.
  • Habitat: (Semi)woestijn, heuvelachtige vlaktes, grasland en plateaus van zeeniveau tot 3000 m hoogte.
Levensverwachting 6-12 jaar
IUCN-status "Vulnerable"
CITES Niet vermeld

Risicoklasse F

Kropgazelles zijn in staat ernstige letselschade te veroorzaken bij de mens. Daarnaast zijn in vier risicocategorieën voor “gezondheid en welzijn dier” één of meerdere risicofactor(en) vastgesteld. Om deze redenen valt de kropgazelle onder “risicoklasse F”.

Samenvatting beoordeling van de kropgazelle

Indien er sprake is van één of meerdere relevante ernstige zoönose(n) die slechts met gespecialiseerde maatregelen beheersbaar is/zijn wordt de risicofactor aangekruist (!), maar telt deze niet mee in de eindscore. Indien er sprake is van een relevante ernstige zoönose die niet of nauwelijks beheersbaar is of er sprake is van risico op ernstige letselschade komt de diersoort direct onder risicoklasse F te vallen (XF). Indien de risicofactor van toepassing is, wordt deze aangekruist (X).

Gezondheid mens
Risicocategorie Van toepassing Toelichting
Zoönosen ! (signalerend) Bij kropgazelles zijn de hoog-risico zoönotische pathogenen Brucella melitensis, Chlamydia abortus en Coxiella burnetii aangetoond. Bij meerdere sympatrische en aanverwante soorten binnen het genus (Gazella) is het hoog-risico zoönotische pathogeen Leptospira interrogans aangetoond. Dit leidt tot een signalerende toepassing van deze risicofactor.
Letselschade XF Bij kropgazelles is er gevaar op zeer ernstig letsel bij de mens, waardoor de kropgazelle direct onder risicoklasse F valt.

 

Gezondheid en welzijn dier
Risicocategorie Van toepassing Toelichting
Voedselopname X
  • De kropgazelle heeft hypsodonte gebitselementen.
  • Kropgazelles moeten dagelijks frequent foerageren.
Ruimtegebruik/veiligheid X
  • Kropgazelles hebben een grote home range en vertonen territoriaal patrouilleer- en/of markeergedrag.
  • Kropgazelles gebruiken een beschutte verstopplaats.
  • Kropgazelles hebben een sterke vluchtreactie.
Thermoregulatie X De kropgazelle is aangepast aan een (semi)woestijnklimaat.
Sociaal gedrag X Kropgazelles hebben een dominantiehiërarchie met despotische kenmerken.

Beoordeling per risicofactor

Risico's voor de mens

Zoönosen
Risicofactor Van toepassing Toelichting
LG1 ! (signalerend) Bij kropgazelles zijn de hoog-risico zoönotische pathogenen Brucella melitensis (Memarian et al., 2015), Chlamydia abortus (Wacher et al., 2011; Wu et al, 2020) en Coxiella burnetii (Hussein et al., 2012; Wacher et al., 2011; Wu et al, 2020) aangetoond. Bij meerdere sympatrische en aanverwante soorten binnen het genus (Gazella) is het hoog-risico zoönotische pathogeen Leptospira interrogans (Yaralioglu et al., 2004) aangetoond. Dit leidt tot een signalerende toepassing van deze risicofactor.

 

Letselschade
Risicofactor Van toepassing Toelichting
LG2 XF

Kropgazelles hebben een gewicht van 22-40 kg (m) of 18-33 kg (v). De mannetjes beschikken over puntige hoorns van 25-43 cm lang. Sommige vrouwtjes dragen asymmetrische, misvormde hoorns, in tegenstelling tot de meeste vrouwtjes die niet over hoorns beschikken. Tijdens de bronst zijn de mannetjes tijdelijk agressiever. Het zijn nerveuze en snelle dieren (Durmus, 2010; Groves et al., 2011). Kropgazelles zijn wilde dieren en het hanteren van kropgazelles vereist ervaring en deskundigheid van de houder (Wolfe, 2015; Yavuz et al., 2019).

Gezien de grootte, morfologie en het gedrag van kropgazelles, kunnen ze zeer ernstig letsel bij de mens veroorzaken, waardoor de kropgazelle direct onder risicoklasse F valt.

Risico's voor dierenwelzijn/diergezondheid

Voedselopname
Risicofactor Van toepassing Toelichting
V1   De kropgazelle is een mixed-feeder, die browse materiaal, gras en kruiden eet. De verhouding tussen browse-materiaal en gras in het dieet is afhankelijk van het seizoen en de verspreiding (Groves et al., 2011; Nowzari et al., 2007; Xu et al., 2012). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
V2 X De kropgazelle heeft hypsodonte kiezen (Henton et al., 2017). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
V3 X De kropgazelle is voornamelijk in de ochtend en avond actief. Kropgazelles leggen grote afstanden af op zoek naar voedsel en nemen per dag ongeveer 6 kg aan verse vegetatie op (Groves et al., 2011). Kropgazelles zijn herkauwende mixed-feeders met een hoge passeersnelheid in de pens, waardoor frequent foerageren noodzakelijk is (Hofmann, 1989). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
V4   Het dieet van kropgazelles bestaat uit grassen, gebladerte, scheuten, vetplanten en kruiden (Groves et al., 2011). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

 

Ruimtegebrek/veiligheid
Risicofactor Van toepassing Toelichting
R1 X Kropgazelles hebben een home range van 3 km2. Kropgazelles kunnen per dag meer dan 10 km afleggen. Volwassen mannetjes zijn territoriaal tijdens de bronst en drijven vrouwtjes bijeen in individuele territoria. Andere mannetjes worden niet in het territorium van een territoriaal mannetje geduld. De territoriale mannetjes patrouilleren de grenzen van de territoria en markeren de omgeving frequent met urine, feces en secreties uit de geurklieren. Subadulte en ondergeschikte mannetjes zijn niet territoriaal (Blank et al., 2014; Blank et al., 2015; Durmus, 2010; Groves et al., 2011; Farhadinia et al., 2009). De volwassen mannetjes hebben individuele territoria tijdens de bronst waarvan zij de grenzen actief patrouilleren en markeren. Deze risicofactor is daarom van toepassing.
R2 X De jongen van kropgazelles gebruiken een beschutte verstopplaats (Durmuş, 2010; Groves et al., 2011). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
R3 X Kropgazelles leven op open vlaktes en hebben een sterke vluchtreactie, waarmee ze een snelheid van 60 km/uur kunnen behalen. Kropgazelles zijn waargenomen capture myopathy te ontwikkelen en zijn gevoelig voor botbreuken (Durmuş, 2010; Farhadinia et al., 2009; Nowzari et al., 2007; Yavuz et al., 2019). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
R4   Kropgazelles gebruiken geen holen of kuilen (Groves et al., 2011). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
R5   Voor kropgazelles zijn er geen specifieke omgevingselementen essentieel (Durmuş, 2010; Groves et al., 2011). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

 

Thermoregulatie
Risicofactor Van toepassing Toelichting
T1 X

Kropgazelles leven in een (semi)woestijnklimaat (Durmuş, 2010; Farhadinia et al., 2009; Nowzari et al., 2007). De gemiddelde minimumtemperatuur in de woestijnvlaktes van West- en Centraal-Azië waar kropgazelles voorkomen is 4 °C (met een uiterste minimumtemperatuur van -9 °C) en de gemiddelde maximumtemperatuur is 20 °C (met een uiterste maximumtemperatuur van 44 °C). De gemiddelde jaarlijkse neerslaghoeveelheid is 500 mm en de luchtvochtigheid fluctueert tussen 10-80% (Meteoblue, 2021; Schultz, 2005).

De kropgazelle is aangepast aan een (semi)woestijnklimaat. Deze risicofactor is daarom van toepassing.

T2   Kropgazelles graven ondiepe kuilen in het zand om een koele ligplaats te creëren tijdens het heetst van de dag (Groves et al., 2011). Dit gedrag is een gedragsmatige adaptatie aan het leven in een (semi)woestijnklimaat, maar is niet obligaat. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
T3   Kropgazelles zijn jaarrond actief (Groves et al., 2011). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

 

Sociaal gedrag
Risicofactor Van toepassing Toelichting
S1   Kropgazelles hebben een polygame leefwijze en vormen harems (Durmuş, 2010; Groves et al., 2011). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
S2 X Kropgazelles leven in gemengde kuddes van tot wel 100 individuen, bestaande uit vrouwtjes met nakomelingen en jonge mannetje. Buiten de bronst om leven de volwassen mannetjes solitair of in bachelor groepen. Tijdens de bronst worden ondergeschikte mannetjes verdreven door territoriale mannetjes (Durmuş, 2010; Groves et al., 2011; Nowzari et al., 2007). Er is sprake van een despotische dominantiehiërarchie onder de mannetjes. Deze risicofactor is daarom van toepassing.
S3   Vrouwtjes zijn vanaf één jaar geslachtsrijp en kunnen één keer per jaar werpen. Vrouwtjes zijn 5-6 maanden drachtig en krijgen per worp 1-2 jongen. Kropgazelles hebben een paarseizoen van september t/m januari (Durmus, 2010; Groves et al., 2011; Qiao et al., 2011). Kropgazelles hebben geen grote kans op overbevolking. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

Verwijzingen

Blank, D. A., Ruckstuhl, K. & Yang, W. (2014). Secretion marking with preorbital glands in goitered gazelle, Gazella subgutturosa (Artiodactyla: Bovidae). Journal of Vertebrate Biology. 63(2). 127-136.

Blank, D., Ruckstuhl, K. & Yang, W. (2015). The economics of scent marking with urine and feces in goitered gazelle (Gazella subgutturosa). Mammal Research. 60. 51-60.

Durmuş, M. (2010). Determination of home range size and habitat selection of gazelles (Gazella subgutturosa) by GPS Telemetry in Şanliurfa. Middle East Technical University, Institute of Natural and Applied Science, Master thesis, 121 pp.

Farhadinia, M. S., Esfandabad, B. S., Karami, M., Hosseini-Zavarei, F., Absalan, H. & Nezami, B. (2009). Goitered gazelle, Gazella subgutturosa: its habitat preference and conservation needs in Miandasht Wildlife Refuge, north-eastern Iran (Mammalia: Artiodactyla). Zoology in the Middle East. 46(1). 9-18.

Groves, C. P., Leslie Jr., D. M., Huffman, B. A., Valdez, R., Habibi, K., Weinberg, P. J., Burton, J. A., Jarman, P. J. & Robichaud, W. G. (2011). Family Bovidae (Hollow-horned Ruminants). In D. E. Wilson & R. A. Mittermeier, Handbook of the mammals of the world (pp. 444-779). Barcelona: Lynx Edicions.

Henton, E., Martin, L., Garrard, A., Jourdan, A. L., Thirlwall, M. & Boles, O. (2017). Gazelle seasonal mobility in the Jordanian steppe: the use of dental isotopes and microwear as environmental markers, applied to Epipalaeolithic Kharaneh IV. Journal of Archaeological Science: Reports. 11. 147-158.

Hofmann, R. R. (1989). Evolutionary steps of ecophysiological adaptation and diversification of ruminants: a comparative view of their digestive system. Oecologia. 78. 443-457.

Hussein, M. F., Al-Khalifa, I. M., Aljumaah, R. S., Elnabi, A. G., Mohammed, O. B., Omer, S. A. & Macasero, W. V. (2012). Serological prevalence of Coxiella burnetii in captive wild ruminants in Saudi Arabia. Comparative Clinical Pathology. 21(1). 33-38.

Memarian, I., Moghani, F., Chegini, S., Shahrdari, A. & Hamidi, A. (2015). Brucellosis and stormy abortion in Persian goitered gazelle (Gazella subgutturosa subgutturosa). In C. A. Szentiks & A. Schumann (Red.), Proceedings of the international conference on diseases of zoo and wild animals 2015 (pp. 68-74). Barcelona, Spain: Leibniz Institute for Zoo and Wildlife Research.

Meteoblue. (2021). Zagros Mountains, Iran. Opgehaald van Meteoblue: https://www.meteoblue.com/en/weather/historyclimate/climatemodelled/zag….

Nowzari, H., Hemami, M. & Behrouzi Rad, B. (2007). Habitat use by Persian gazelle (Gazella subgutturosa subgutturosa) in Bamoo National park during autumn and winter. Acta Zoológica Mexicana. 23(1). 109-121.

Qiao, J., Yang, W., Xu, W., Xia, C., Liu, W. & Blank, D. (2011). Social Structure of Goitred gazelles Gazella subgutturosa in Xinjiang, China. Pakistan J Zool. 43(4). 769-775.

Schultz, J. (2005). The ecozones of the world, the ecological divisions of the geosphere. Aachen, Germany: Springer.

Wacher, T., Wronski, T., Hammond, R. L., Winney, B., Blacket, M. J., Hundertmark, K. J., Mohammed, O., Omer, S., Macasero, W., Lerp, H., Plath, M. & Bleidorn, C. (2011). Phylogenetic analysis of mitochondrial DNA sequences reveals polyphyly in the goitered gazelle (Gazella subgutturosa). Conservation Genetics. 12(3). 827-831.

Wolfe, B. A. (2015). Chapter 63 Bovidae (except sheep and goats) and Antilocapridae. In R. E. Miller & M. E. Fowler, Fowler's Zoo and Wild Animal Medicine, Volume 8 (pp. 626-645). Saunders.

Wu, J. Y., Li, J. J., Wang, D. F., Wei, Y. R., Meng, X. X., Tuerxun, G., Bolati, H., Liu, K. K., Muhan, M., Shahan, A., Dilixiati, D. & Yang, X. Y. (2020). Seroprevalence of five zoonotic pathogens in wild ruminants in Xinjiang, Northwest China. Vector-Borne and Zoonotic Diseases. 20(12). 1-6.

Xu, W., Xia, C., Lin, J., Yang, W., Blank, D. A., Qiao, J. & Liu, W. (2012). Diet of Gazella subgutturosa (Güldenstaedt, 1780) and good overlap with domestic sheep in Xinjiang, China. J of Vertebrate Biology. 61(1). 54-60.

Yaralioglu, S., Sahin, T., Sindak, N. & Yürekli, U. F. (2004). Investigation of some hematologic and biochemical parameters in the serum of gazelles (Gazella subgutturosa) in Ceylanpinar Sanliurfa, Turkey. Turkish Journal of Veterinary & Animal Sciences. 28(2). 369-372.

Yavuz, Ü., Hayat, A. & Yener, K. (2019). Surgical lesions encountered in gazelles (Gazella subgutturosa) (28 cases): A retrospective study. Fırat University Journal of Health Sciences. 33(2). 83-88.

Bent u tevreden over deze pagina?