Kleine mara

Gepubliceerd op:
30 november 2023

Dit dier staat niet op de huis- en hobbydierenlijst.

Hieronder leest u de beoordeling over dit dier.

Algemene informatie

Algemene informatie (Lacher, 2016; Weigl, 2005)
Familie Caviidae
Subfamilie Dolichotinae
Genus Dolichotis
Soort Dolichotis salinicola
Gedomesticeerd Nee
Kruising Nee
Volwassen grootte Kop-romp: 420-485 mm
Gewicht 1,8-2,3 kg
Dieet Herbivoor
Natuurlijke leefomgeving
  • Verspreiding: Zuidoost-Bolivia, West-Paraguay en Noordwest-Argentinië.
  • Habitat: Droog bos (Chaco) en struikbegroeiing.
Levensverwachting 5 jaar in gevangenschap
IUCN-status “Least Concern”
CITES Niet vermeld

Risicoklasse E

Bij de kleine mara zijn in vier risicocategorieën voor “gezondheid en welzijn dier” één of meerdere risicofactor(en) vastgesteld. Hierdoor valt de kleine mara in risicoklasse E.

Samenvatting beoordeling van de kleine mara

Indien er sprake is van één of meerdere relevante ernstige zoönose(n) die slechts met gespecialiseerde maatregelen beheersbaar is/zijn wordt de risicofactor aangekruist (!), maar telt deze niet mee in de eindscore. Indien er sprake is van een relevante ernstige zoönose die niet of nauwelijks beheersbaar is of er sprake is van risico op ernstige letselschade komt de diersoort direct onder risicoklasse F te vallen (XF). Indien de risicofactor van toepassing is, wordt deze aangekruist (X).

Gezondheid mens
Risicocategorie Van toepassing Toelichting
Zoönosen ! (signalerend) Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over het aan- of afwezig zijn van (zeer) hoogrisico zoönotische pathogenen, maar bij de sympatrische en aanverwante soort Dolichotis patagonum is het hoog-risico zoönotische pathogeen Leptospira interrogans aangetoond. Dit leidt tot een signalerende toepassing van deze risicofactor.
Letselschade   De risicofactor in deze risicocategorie is niet van toepassing.

 

Gezondheid en welzijn dier
Risicocategorie Van toepassing Toelichting
Voedselopname X
  • De kleine mara heeft hypsodonte gebitselementen.
  • Kleine mara’s moeten dagelijks frequent foerageren.
Ruimtegebruik/veiligheid X
  • Kleine mara’s gebruiken een afgezonderde nestplaats.
  • Kleine mara’s hebben een sterke vluchtreactie.
  • Kleine mara’s gebruiken zelf gegraven holen.
Thermoregulatie X De kleine mara is aangepast aan een droog tropisch en subtropisch klimaat.
Sociaal gedrag X Kleine mara’s hebben een paarsgewijze leefwijze.

Beoordeling per risicofactor

Risico's voor de mens

Zoönosen
Risicofactor Van toepassing Toelichting
LG1 ! (signalerend) Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over het aan- of afwezig zijn van (zeer) hoog-risico zoönotische pathogenen, maar bij de sympatrische en aanverwante soort Dolichotis patagonum is het hoog-risico zoönotische pathogeen Leptospira interrogans aangetoond (Ferreira et al., 2014). Dit leidt tot een signalerende toepassing van deze risicofactor.

 

Letselschade
Risicofactor Van toepassing Toelichting
LG2   Op basis van de grootte, morfologie en het gedrag van kleine mara’s is het niet aannemelijk dat de dieren ernstig letsel zullen veroorzaken bij de mens (Lacher, 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

Risico's voor dierenwelzijn/diergezondheid

Voedselopname
Risicofactor Van toepassing Toelichting
V1   De kleine mara’s is een mixed feeder (Chillo et al., 2010; Rosati & Bucher, 1992). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
V2 X De kleine mara heeft hypsodonte kiezen (Lacher, 2016). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
V3 X Kleine mara’s zijn dagactief met pieken in de vroege ochtend en de namiddag (Lacher, 2016). Kleine mara’s zijn aangepast aan een vezelrijk dieet en fermenteren het meest in hun goed ontwikkelde cecum (Clauss et al., 2019). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
V4   Het dieet van kleine mara’s bestaat uit gebladerte, kruiden, grassen, vetplanten, en zaden van tot wel 51 plantensoorten en geleedpotigen (Chillo et al., 2010; Rosati & Bucher, 1992). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

 

Ruimtegebrek/veiligheid
Risicofactor Van toepassing Toelichting
R1   Kleine mara’s hebben een home range van gemiddeld 9,79 km2 (Álvarez et al., 2013). Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over het home range gebruik door kleine mara’s. Bij de nauw verwante mara is er sprake van overlap tussen home ranges (Lacher, 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
R2 X Kleine mara’s graven grote burchten (Bernal, 2016). Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over het doel van deze burchten. Nauw verwante mara’s gebruiken deze burchten voor het grootbrengen van jongen (Campos et al., 2001; Kessler et al., 2009). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
R3 X Kleine mara’s kunnen tijdens hun vluchtreactie hoge snelheden halen (Kessler et al., 2009). Kleine mara’s leven in open bossen en struikgewassen, en zijn aangepast aan het rennen (Arends & McNab, 2001; Chillo et al., 2010). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
R4 X Kleine mara’s gebruiken zelf gegraven holen (Bernal, 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
R5   Voor kleine mara’s zijn er geen specifieke omgevingselementen essentieel (Arends & McNab, 2001). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

 

Thermoregulatie
Risicofactor Van toepassing Toelichting
T1 X

Kleine mara’s leven in een transitiegebied waar het droog tropisch en subtropisch klimaat heerst (Bernal, 2016; Schultz, 2005). Kleine mara’s komen voor in semi-aride gebieden (Chillo et al., 2010). In het droge tropische en subtropische klimaat ligt, op enkele regionale uitzonderingen na, de gemiddelde maandtemperatuur gedurende het hele jaar boven de 10 °C. In sommige gebieden daalt de gemiddelde maandtemperatuur van de koudste maand tot 5 °C. Gedurende 5-12 maanden per jaar ligt de gemiddelde temperatuur boven de 18 °C. De gemiddelde jaarlijkse neerslag varieert, maar is maximaal 500 mm (Schultz, 2005). De kleine mara heeft een thermoneutrale zone van 28-37 °C en kunnen hun lichaamstemperatuur onderhouden tot 5 °C (Arends & McNab, 2001).

De kleine mara is aangepast aan een droog tropisch en subtropisch klimaat. Deze risicofactor is daarom van toepassing.

T2   Uit gedetailleerd gedragsonderzoek is niet gebleken dat kleine mara’s gebruik maken van een speciale zoel-, koel- of opwarmplaats (Lacher, 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
T3   Kleine mara’s zijn jaarrond actief (Chillo et al., 2010). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

 

Sociaal gedrag
Risicofactor Van toepassing Toelichting
S1 X Kleine mara’s hebben een paarsgewijze leefwijze (Lacher, 2016). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
S2   Kleine mara’s leven in familiegroepen, bestaande uit een paartje met jongen (Chillo et al., 2010). Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over de aanwezigheid van dominantiehiërarchieën bij kleine mara’s. Deze risicofactor kan daarom niet beoordeeld worden.
S3   Vrouwtjes zijn 77 dagen drachtig en krijgen per worp 2-5 jongen (Lacher, 2016). Kleine mara’s hebben geen grote kans op overbevolking. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

Verwijzingen

Álvarez, A., Ercoli, M. D. & Prevosti, F. J. (2013). Locomotion in some small to medium-sized mammals: a geometric morphometric analysis of the penultimate lumbar vertebra, pelvis and hindlimbs. Zoology. 116. 356-371.

Arends, A. & McNab, B. K. (2001). The comparative energetics of 'caviomorph' rodents. Comparative Biochemistry and Physiology Part A. 130. 105-122.

Bernal, N. (2016). Dolichotis salinicola. The IUCN Red List of Threatened Species 2016. Opgehaald van IUCN: https://www.iucnredlist.org/species/6786/22190451

Campos, C. M., Tognelli, M. F. & Ojeda, R. A. (2001). Dolichotis patagonum. Mammalian Species. 652. 1-5.

Chillo, V., Rodríguez, D. & Ojeda, R. A. (2010). Niche partitioning and coexistence between two mammalian herbivores in the dry Chaco of Argentina. Acta Oecologica. 36. 611-616.

Clauss, M., Hagen, K. B., Frei, S., Ortmann, S., Lawrenz, A., Głogowski, R., Fritz, J., Flach, E. & Kreuzer, M. (2019). Digestive anatomy, physiology, resting metabolism and methane production of captive maras (Dolichotis patagonum). Comparative Biochemistry and Physiology, Part A. 235. 82-89.

Ferreira, A. S., Costa, P., Rocha, T., Amaro, A., Vieira, M. L., Ahmed, A., Thompson, G., Hartskeerl, R. A. & Ináco, J. (2014). Direct detection and differentation of pathogenic Leptospira species using a multi-gene targeted real time PCR approach. PLoS ONE. 9(11). e112312.

Kessler, D. S., Hope, K. & Maslanka, M. (2009). Behavior, nutrition, and veterinary care of Patagonian cavies (Dolichotis patagonum). Veterinary Clinics: Exotic Animal Practice. 12. 267-278.

Lacher Jr., T. (2016). Family Caviidae (Cavies, Capybaras and Maras). In D. Wilson, T. Lacher Jr. & R. Mittermeier, Handbook of the mammals of the world vol. 6 Lagomorphs and Rodents I (pp. 406-440). Barcelona: Lynx Edicions.

Rosati, V. R. & Bucher, E. H. (1992). Seasonal diet of the Chacoan cavy (Pediolagus salinicola) in the western Chaco, Argentina. Mammalia. 56(4). 567-574.

Schultz, J. (2005). The Ecozones of the World. Berlin: Springer Verlag.

Weigl, R. (2005). Longevity of mammals in captivity; from the Living Collections of the world. Schweizerbart Science Publishers.

Bent u tevreden over deze pagina?