Grasmuis (Bellieri groep)

Gepubliceerd op:
30 november 2023

Dit dier staat niet op de huis- en hobbydierenlijst. 

Hieronder leest u de beoordeling over dit dier.

Algemene informatie

Algemene informatie (Denys et al., 2017). De fylogenie van het genus Lemniscomys is onderwerp van uitvoerig taxonomisch onderzoek (Ben Salem et al., 2018; Denys et al., 2020). Daarbij is vastgesteld dat het om verschillende soorten gaat die bij deze beoordeling zijn samengenomen onder de algemene naam de Bellieri groep. Daaronder vallen de hieronder vermelde taxa.
Familie Muridae
Subfamilie Murinae
Genus Lemniscomys
Bellieri complex
Soort
  • Lemniscomys bellieri (Bellier’s grasmuis)
  • Lemniscomys linulus (Senegal grasmuis)
  • Lemniscomys macculus (Buffoon grasmuis)
  • Lemniscomys mittendorfi (Mittendorf’s grasmuis)
Gedomesticeerd Nee
Kruising Nee
Volwassen grootte
  • Kop-romp: 81-127 mm
  • Staart: 70-150 mm
Gewicht 26-46 g
Dieet Herbivoor
Natuurlijke leefomgeving
  • Verspreiding: Wijdverspreid onder de Sahara, van Oost- tot West-Afrika.
  • Habitat: Graslanden en savannes, sommige soorten komen voor in akkers, terwijl anderen deze vermijden.
Levensverwachting 1-2 jaar
IUCN-status "Least concern"
CITES Niet vermeld

Risicoklasse D

Bij de grasmuizen behorend tot de Bellieri groep is in drie risicocategorieën voor “gezondheid en welzijn dier” één risicofactor vastgesteld. Hierdoor vallen de grasmuizen behorend tot de Bellieri groep in risicoklasse D.

Samenvatting beoordeling van de grasmuis (bellieri groep)

Indien er sprake is van één of meerdere relevante ernstige zoönose(n) die slechts met gespecialiseerde maatregelen beheersbaar is/zijn wordt de risicofactor aangekruist (!), maar telt deze niet mee in de eindscore. Indien er sprake is van een relevante ernstige zoönose die niet of nauwelijks beheersbaar is of er sprake is van risico op ernstige letselschade komt de diersoort direct onder risicoklasse F te vallen (XF). Indien de risicofactor van toepassing is, wordt deze aangekruist (X).

Gezondheid mens
Risicocategorie Van toepassing Toelichting
Zoönosen ! (signalerend) Bij de sympatrische en aanverwante soorten Lemniscomys griselda en L. striatus zijn de hoog-risico zoönotische pathogenen Crimean-Congo hemorrhagic fever virus, rabiësvirus, Coxiella burnetii en Yersinia pestis aangetoond. Dit leidt, alleen bij wildvang, tot een signalerende toepassing van deze risicofactor voor grasmuizen behorend tot de Bellieri groep.
Letselschade   De risicofactor in deze risicocategorie is niet van toepassing.

 

Gezondheid en welzijn dier
Risicocategorie Van toepassing Toelichting
Voedselopname   In deze risicocategorie zijn geen risicofactoren van toepassing.
Ruimtegebruik/veiligheid X Grasmuizen behorend tot de Bellieri groep gebruiken een afgezonderde nestplaats.
Thermoregulatie X Grasmuizen behorend tot de Bellieri groep zijn aangepast aan een tropisch klimaat.
Sociaal gedrag X Grasmuizen behorend tot de Bellieri groep hebben een grote kans op overbevolking.

Beoordeling per risicofactor

Risico's voor de mens

Zoönosen
Risicofactor Van toepassing Toelichting
LG1 ! (signalerend) Bij de sympatrische en aanverwante soorten Lemniscomys griselda en L. striatus zijn de hoog-risico zoönotische pathogenen Crimean-Congo hemorrhagic fever virus (Spengler et al., 2016), rabiësvirus (Fichet-Calvet et al., 2014), Coxiella burnetii (Blanc & Bruneau, 1956; Fiedler, 1988) en Yersinia pestis (Arap-Siongok et al., 1977; Poland & Dennis, 1999) aangetoond. Dit leidt alleen bij wildvang tot een signalerende toepassing van deze risicofactor.

 

Letselschade
Risicofactor Van toepassing Toelichting
LG2   Op basis van de grootte, morfologie en het gedrag van grasmuizen behorend tot de Bellieri groep is het niet aannemelijk dat de dieren ernstig letsel zullen veroorzaken bij de mens (Denys et al., 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

Risico's voor dierenwelzijn/diergezondheid

Voedselopname
Risicofactor Van toepassing Toelichting
V1   Grasmuizen behorend tot de Bellieri groep zijn herbivoor of granivoor (Denys et al., 2017; van der Straeten et al., 2016). De herbivore grasmuizen zijn mixed-feeders (Monadjem et al., 2015). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
V2   Grasmuizen behorend tot de Bellieri groep hebben geen hypsodonte gebitselementen (Lacher Jr. et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
V3   Grasmuizen behorend tot de Bellieri groep hebben een duidelijke schemeractiviteit (Denys et al., 2017). Aanverwante soorten binnen hetzelfde genus (Lemniscomys) met een overeenkomstig dieet hebben herbivore aanpassingen aan het maagdarm systeem en passen hun activiteitenpatroon aan wanneer er sprake is van voedselovervloed, waardoor er aanzienlijk minder tijd aan foerageren wordt besteed (Cheeseman, 1977; Henke et al., 2018). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
V4   Het dieet van grasmuizen behorend tot de Bellieri groep bestaat uit fruit, zaden, grassen, stengels en bladeren (Monadjem et al., 2015). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

 

Ruimtegebrek/veiligheid
Risicofactor Van toepassing Toelichting
R1 G Soorten binnen de subfamilie Murinae beschikken over geurklieren, die onder andere voor territoriale doeleinden worden gebruikt (Arakawa et al., 2007; Denys et al., 2017). Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over het home range gebruik door grasmuizen behorend tot de Bellieri groep. Deze risicofactor kan daarom niet beoordeeld worden.
R2 X Grasmuizen behorend tot de Bellieri groep gebruiken een afgezonderde nestplaats (Denys et al., 2017; Dieterlen, 2013). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
R3   Grasmuizen behorend tot de Bellieri groep hebben geen blindelingse vluchtreactie (Carleton, 2013). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
R4   Grasmuizen behorend tot de Bellieri groep graven geen holen (Carleton, 2013). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
R5   Voor grasmuizen behorend tot de Bellieri groep zijn er geen specifieke omgevingselementen essentieel (Denys et al., 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

 

Thermoregulatie
Risicofactor Van toepassing Toelichting
T1 X

De grasmuizen behorend tot de Bellieri groep leven in een tropisch klimaat (Denys et al., 2017; Schultz, 2005; van der Straeten et al., 2016). De gemiddelde maandelijkse minimumtemperatuur komt niet onder de 18 °C. In sommige hoger gelegen gebieden kan in het droge seizoen de minimumtemperatuur onder het vriespunt komen en grasmuizen behorend tot de Bellieri groep komen tot op een hoogte van 2300 meter voor (Kennerley, 2019). In de warmste maanden ligt de gemiddelde temperatuur rond de 30 °C met maximum temperaturen van boven de 40 °C. De gemiddelde jaarlijkse neerslaghoeveelheid varieert van 500-1500 mm in gebieden met een regenseizoen in de zomer tot 2000-4000 mm in tropisch regenwoudgebieden met jaarrond regen. Het tropisch regenwoud heeft een zeer hoge luchtvochtigheid van 90-100% (Schultz, 2005).

Grasmuizen behorend tot de Bellieri groep zijn aangepast aan een tropisch klimaat. Deze risicofactor is daarom van toepassing.

T2   Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over het gebruik van zoel-, koel-, of opwarmplaatsen. Het gebruik hiervan wordt ook niet aannemelijk geacht omdat grasmuizen behorend tot de Bellieri groep schemer- of nachtdieren zijn (Denys et al., 2017; Monadjem et al., 2015). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
T3   Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over een obligate winterslaap. Aanverwante soorten binnen hetzelfde genus (Lemniscomys) houden geen obligate winterslaap (Denys et al., 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

 

Sociaal gedrag
Risicofactor Van toepassing Toelichting
S1 G Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over de sociale structuur van de grasmuizen behorend tot de Bellieri groep. Sociale structuren binnen het genus (Lemniscomys) variëren en zijn slecht onderzocht (Denys et al., 2017). Deze risicofactor kan daarom niet beoordeeld worden.
S2 G Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over de sociale structuur of dominantiehiërarchieën van de grasmuizen behorend tot de Bellieri groep. Sociale structuren variëren binnen het genus (Lemniscomys) en zijn weinig onderzocht (Denys et al., 2017). Deze risicofactor kan daarom niet beoordeeld worden.
S3 X De buffoon grasmuis heeft een gemiddelde nestgrootte van 6 jongen (Dieterlen, 2013). Verder is er geen wetenschappelijke literatuur gevonden over de voortplanting van de grasmuizen behorend tot de Bellieri groep. Verwante Lemniscomys soorten die een overeenkomende ecologie hebben, zoals de gestreepte grasmuis en grasmuizen behorend tot het Griselda complex, hebben een postpartum oestrus. Het is aannemelijk dat dit ook geldt voor grasmuizen behorend tot de Bellieri groep. De grasmuizen hebben daarom een grote kans op overbevolking. Deze risicofactor is daarom van toepassing.

Verwijzingen

Arap-Siongok, T., Njagi, A. & Masaba, S. (1977). Another focus of sylvatic plague in Kenya. East African Medical Journal. 54(12). 694-699.

Arakawa, H., Arakawa, K., Blanchard, D. C. & Blanchard, R. J. (2007). Scent marking behavior in male C57BL/6J mice: sexual and developmental determination. Behavioural Brain Research. 182(1). 73–79.

Ben Salem, I., Ben Ibrahim, A., Chetoui, M., & Nouira, S. (2018). Contribution to the study of the genus Lemniscomys (Rodentia: Muridae). Morphometric and molecular approaches. Biologia. 73. 339-349.

Blanc, G. & Bruneau, J. (1956). Isolation of Rickettsia burnetii from Two Species of Rodents in the Nefifik Forest, Morocco. Bulletin de la Société de Pathologie Exotique. 49(3). 431-434.

Carleton, M. (2013). Genus Lemniscomys Grass Mice. In D. Happold, Mammals of Africa. Volume III: Rodents, Hares and Rabbits (pp. 441-443). London: Bloomsbury Publishing.

Cheeseman, C. L. (1977). Activity patterns of rodents in Rwenzori National Park, Uganga. E Afr Wildl J. 15. 281-287.

Denys, C., Lalis, A., Aniskin, V., Gerbault-Seureau, M., Delapre, A., Gilissen, E., Merker, S. & Nicolas, V. (2020). Integrative taxonomy of Guinean Lemniscomys species (Rodentia, Mammalia). Journal of Vertebrate Biology. 69(2). 1-20.

Denys, C., Taylor, P., Burgin, C., Aplin, K., Fabre, P.-H., Haslauer, R., . . . Menzies, J. (2017). Family MURIDAE (TRUE MICE AND RATS, GERBILS AND RELATIVES). In D. Wilson, T. Lacher Jr. & R. Mittermeier, Handbook of the Mammals of the World. Vol. 7. Rodents II (pp. 536-886). Barcelona: Lynx Edicions.

Dieterlen, F. (2013). Lemniscomys macculus Buffoon Grass Mouse (Buffoon Lemniscomys). In D. Happold, Mammals of Africa. Volume III: Rodents, Hares and Rabbits (p. 448). London: Bloomsbury Publishing.

Fichet-Calvet, E., Becker-Ziaja, B., Koivogui, L. & Günther, S. (2014). Lassa Serology in Natural Populations of Rodents and Horizontal Transmission. Vector Borne and Zoonotic Diseases. 14(9). 665-674.

Fiedler, L. (1988). Rodent problems in Africa. In I. Prakash, Rodent Pest Management (pp. 35-65). Boca Raton, Florida: CRC Press, Inc.
Henke, Z., Sahd, L., Matthee, S. & Kotzé, S. (2018). Morphometric analsis of the gastrointestinal tract of four African muroid rodent species (Rhabdomys dilectus, Rhabdomys pumilio, Aethomys chrysophilus, and Lemniscomys rosalia). Journal of Morphology. 1-8.

Kennerley, R. (2019). Mittendorf's Striped Grass Mouse. doi:10.2305/IUCN.UK.2019-1.RLTS.T11486A22438812.en

Lacher Jr., T., Murphy, W., Rogan, J., Smith, A. & Upham, N. (2016). Evolution, phylogeny, ecology and conservation of the Clade Glires: Lagomorpha and Rodentia. In D. Wilson, T. Lacher Jr. & R. Mittermeier, Handbook of the Mammals of the World. Vol. 6. Lagomorphs and Rodents I (pp. 15-28). Barcelona: Lynx Edicions.

Monadjem, A., Denys, C., Taylor, P. & Cotterill, F. (2015). Lemniscomys Trouessart, 1881 (Grass Mice). In A. Monadjem, C. Denys, P. Taylor & F. Cotterill, Rodents of Sub-Saharan Africa: A Biogeographic and Taxonomic Synthesis (pp. E-book). Berlin: Walter De Gruyter GmbH.

Poland, J. & Dennis, D. (1999). Treatment of Plague. In WHO, Plague Manual: Epidemiology, Distribution, Surveillance and Control (pp. 55-134).

Schultz, J. (2005). The Ecozones of the World. Berlin: Springer Verlag.

Spengler, J., Bergeron, E. & Rollin, P. (2016). Seroepidemiological Studies of Crimean-Congo Hemorrhagic Fever Virus in Domestic and Wild Animals. PLoS Neglected Tropical Diseases. 10(1).

van der Straeten, E., Lavrenchenko, L. & Abdel-Rahman, E. (2016, September 11). Lemniscomys macculus. doi:10.2305/IUCN.UK.2016-3.RLTS.T11492A22439152.en

Bent u tevreden over deze pagina?