Subsidieregeling groepshulpen kinderopvang: Veelgestelde vragen

Het subsidiebedrag is een tegemoetkoming in de loonkosten van een groepshulp, gebaseerd op 40% van het cao-loon voor 12 maanden. Dit subsidiebedrag (maximaal € 10.056) kan per groepshulp maar één keer worden verstrekt. U als houder van een kindercentrum krijgt deze subsidie om de voordelen te ervaren van werken met groepshulpen. En de groepshulp kan zich zo minstens een jaar ontwikkelen. Daarna is het aan u als houder van een kindercentrum om verder te investeren in de groepshulp. Voor sommige groepen werkzoekenden kunt u met het werkgeversservicepunt afspraken maken over tijdelijke loonkostensubsidie, voorafgaand of na afloop van de subsidieperiode van 12 maanden.

Nee, de scholing van de groepshulp moet plaatsvinden via een praktijk(leer)plaats. Dus via de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) of via een combinatie van werken en leren in de derde leerweg.

U als houder van een kindercentrum moet de loonkosten van een groepshulp zelf betalen gedurende de periode van de subsidie (12 maanden). De groepshulp moet met een arbeidsovereenkomst werken bij het kindercentrum van u als houder. Wanneer u geen loonkosten maakt, omdat de groepshulp al een uitkering krijgt, kunt u ook geen subsidie voor die groepshulp ontvangen. Werkt de groepshulp parttime en ontvangt deze persoon, als aanvulling op het reguliere cao-loon dat u als werkgever betaalt, nog een gedeeltelijke uitkering? Dan kunt u de subsidie aanvragen over het aantal uren dat de groepshulp werkt.

Ja, dit kan zolang de groepshulp een arbeidsovereenkomst van ten minste 12 maanden heeft of had. Ook moet de groepshulp een scholing volgen of gevolgd hebben en hiermee 1 augustus 2023 of later gestart zijn. Ook moet aan alle andere voorwaarden voldaan zijn.

De subsidie wordt aangevraagd door de houder van een kindercentrum, als bedoeld in de Wet kinderopvang en geregistreerd in het LRK als houder.

De houder van een kindercentrum is altijd de aanvrager en ontvanger van de subsidie. De groepshulp mag ook een arbeidsovereenkomst hebben bij een uitzendbureau, maar moet ten minste 12 maanden werkzaam zijn bij een kindercentrum van de aanvragende houder van een kindercentrum. Ook moet de groepshulp scholing volgen bij diezelfde houder met een praktijkovereenkomst. De loonkosten moeten dan wel volledig door u als houder van een kindercentrum worden gedragen.

Het doel van de regeling is om het aannemen van nieuwe groepshulpen te stimuleren. De arbeidsovereenkomst van de groepshulp moet ingaan per 1 augustus 2023 of later, om in aanmerking te komen voor subsidie. Dit hoeft niet per se een 1^e contract te zijn.

Als de groepshulp is uitgevallen en géén 12 maanden heeft gewerkt voor u als houder van het kindercentrum, is er geen recht op subsidie volgens de Subsidieregeling groepshulpen kinderopvang.

Wanneer de groepshulp is gestart met scholing en dit niet wordt afgerond voor het aanvraagtijdvak in november, dan kan voor de begeleidingskosten tot dat moment aangevraagd worden via of de Subsidieregeling Praktijkleren (mbo bbl) of de Subsidieregeling Praktijkleren derde leerweg (mbo OVO of mbo ODT). U kunt dan subsidie aanvragen voor de loonkosten. De scholing van de groepshulp hoeft niet succesvol afgerond te worden voor aanvraag van deze beide regelingen.
 

Scholing en de looptijd van de arbeidsovereenkomst hoeven niet gelijktijdig te lopen. Beide voorwaarden moeten aantoonbaar zijn bij de aanvraag én starten per 1 augustus 2023 of later. Dus bijvoorbeeld een groepshulp voldoet aan de voorwaarden als deze persoon: 

• start op 1 augustus 2023 met scholing zonder arbeidsovereenkomst; en 
• op 1 januari 2024 een arbeidsovereenkomst krijgt voor 12 maanden.

De subsidie voor de loonkosten kunt u dan in november 2025 aanvragen.

Bij uw aanvraag moet u als houder van het kindercentrum het aantal contracturen per week opgeven. Bij dit aantal moet u uitgaan van het minimale aantal uren als het gaat om een flexibel- of oproepcontract.