Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE)

Om meer rekening te houden met de natuur, kunt u voor zonne-energie subsidie aanvragen in een nieuwe categorie: ‘Zon-pv gva grondgebonden natuurinclusief van 500 kWp tot en met 6 MW’. In de vergunning hiervoor moeten extra eisen zijn opgenomen. Deze vindt u op Zonne-energie SCE.

Coöperaties kunnen samen met een besloten vennootschap (bv) aanvragen. Dit kan alleen als de coöperatie 100% aandeelhouder is van deze bv. Daarnaast moet de coöperatie ook het bestuur zijn van de bv. Beide partijen ondertekenen hiervoor een ‘verklaring gezamenlijke aanvraag’. Deze stuurt u mee met uw aanvraag. U stuurt van de bv en de coöperatie de statuten op. De coöperatie en de bv zijn beide aansprakelijk als er tijdens de subsidielooptijd schulden ontstaan.

Voor aanvragen uit 2024 en later met een grootverbruikersaansluiting, kunt u de subsidielooptijd met maximaal 2 jaar verlengen. Dit kan alleen als u tijdens de subsidieperiode opwek van elektriciteit bent misgelopen. Dan kunt u die in het 16e en 17e jaar inhalen.

Lukt het u niet om de opwekinstallatie op tijd in gebruik te nemen? Dan kunnen wij u maximaal 2 jaar uitstel geven. Dit was één jaar.

Vraagt u subsidie aan om een bestaande windmolen te vervangen of voor een windmolen op een plaats waar eerder een windmolen heeft gestaan? Dan gelden deze voorwaarden:

• De nieuwe windmolen moet minimaal 1 MW in vermogen toenemen. 
  • Stond er één windmolen en bouwt u één nieuwe? Dan moet het vermogen van de nieuwe windmolen met minimaal 1 MW toenemen. 
  • Stonden er twee windmolens en bouwt u één nieuwe? Dan moet de toename minimaal 2 MW zijn.
  • Stond er één windmolen en bouwt u 2 nieuwe op dezelfde locatie? Dan geldt een van de 2 nieuwe windmolens als vervangende windmolen. De minimale toename van het vermogen moet dan 1 MW zijn. 
• De te vervangen windmolen moet u op het moment van vervangen ten minste 15 jaar hebben gebruikt. Of op het moment van aanvragen moet u deze minstens 13 jaar geleden in gebruik hebben genomen.

Bij wind zijn de vermogens in de categorieën voor grootverbruik iets gewijzigd. Windturbines met een vermogen van 1 MW vallen nu onder de categorie groter of gelijk aan 15 kW tot en met 1 MW.

Plaatst u op een veld meerdere kleine installaties? Dan mag u daarvoor maar één aanvraag per categorie en per aanvraagronde indienen. Dit doen we om te voorkomen dat één project wordt opgeknipt in verschillende kleinere aanvragen om zo voor een hoger subsidietarief te kunnen aanvragen. Om te bepalen of een installatie is opgeknipt, kijken we naar de ligging van de percelen en het postcodegebied. Hierbij kijken we naar de 4 cijfers van de postcode.

Zie ook Voorwaarden SCE.

Met uw aanvraag stuurt u verschillende bijlagen mee. U zorgt zelf voor:

• een studie naar de haalbaarheid van uw project;
• een intentieverklaring voor de vestiging van het recht van opstal voor de locatie waar de installatie moet komen;
• een verklaring dat uw dak of gevel geschikt is voor de installatie (voor dakgebonden systemen tot 500 kWp);
• een verklaring van een constructeur over de draagkracht van de dakconstructie (voor dakgebonden systemen van 500 kWp of meer); 
• een transportindicatie (via uw netbeheerder, alleen als u voor een grootverbruikersinstallatie aanvraagt);
• een huur- of gebruikersovereenkomst om de installatie te plaatsen of te gebruiken op de locatie in geval van erfpacht (alleen als het om een coöperatie gaat);
• een huur- of gebruikersovereenkomst met de VvE om de installatie te plaatsen of te gebruiken op de locatie (alleen als het om een coöperatie gaat);
• een kaart of luchtfoto van de locatie waarop de installatie is ingetekend (alleen bij een zon-PV-installatie);
• de benodigde vergunningen voor uw installatie, inclusief de vergunningaanvraag (welke u nodig heeft, verschilt per type installatie);
• een kaart van uw postcoderoos uit de Postcoderoos viewer.
• de statuten van de coöperatie (akte van de notaris);
• de statuten van de bv (akte van de notaris);
• de ondertekende Modelverklaring gezamenlijke aanvraag;
• een windenergie-opbrengstberekening (windrapport) bij een aanvraag voor windenergie.
  • Voor een windmolen met een vermogen van meer dan 100 kW stelt een organisatie met kennis van windenergie-opbrengstberekeningen dit windrapport op. Hierbij gebruikt zij bekende rekenmodellen, omgevingsmodellen, windmodellen en windkaarten. 
  • Voor een windturbine met een vermogen van 100 kW of minder is een eenvoudige energie-opbrengstberekening van de leverancier voldoende;
• een waterkracht-opbrengstberekening bij een aanvraag voor waterkracht van meer dan 100 kW.

U kunt hierbij onderstaande modellen gebruiken:

U logt in met eHerkenning. Voor uw aanvraag heeft u minimaal niveau 2+ met machtiging RVO-diensten op niveau eH2+ nodig.

Kunt u geen eHerkenning gebruiken? U kunt ook inloggen met uw DigiD. Vraag dan als intermediair aan voor de VvE of energiecoöperatie. U moet als intermediair in het bezit zijn van een ondertekend machtigingsformulier. Dit formulier hoeft u niet als bijlage bij de aanvraag toe te voegen. Wij kunnen hier later wel naar vragen.

U vraagt aan via de knop 'Uw aanvraag direct regelen'. U komt dan in onze online aanvraagomgeving. Volg daar de volgende stappen:

• Klik op 'Aanvragen' en log in met eHerkenning (of DigiD).
• Kies uw aanvraagcategorie op het tabblad 'Installatie selecteren'.
• Plaats alle gegevens van uw installatie in het formulier.
• Vul alle vragen naar waarheid in.
• Zet uw aanvraag direct klaar. 
  Houd daarbij rekening met het volgende: 
  Upload alle bijlagen in het online aanvraagformulier. Overschrijdt het bestand het maximum van 20 MB per bijlage? Stuur de bijlagen in meerdere delen met uw aanvraag mee.
  Controleer uw aanvraag nauwkeurig en check of u alle vereiste vergunningen en bijlagen heeft bijgevoegd. 
• Verzend uw aanvraag.
  Direct na verzending ontvangt u een ontvangstbevestiging via e-mail met een dossiernummer. Uw aanvraag slaan wij op in 'Mijn aanvragen' in de online aanvraagomgeving. Daar kunt u hem altijd terugvinden.

Wij behandelen de aanvragen op volgorde van binnenkomst. Daarbij geldt het volgende: ontvangen wij op een dag meer aanvragen dan het nog beschikbare budget? Dan loten we tussen deze aanvragen.

U ontvangt binnen 13 weken na uw aanvraag een beslissing. Wij kunnen deze periode eenmalig verlengen met maximaal 13 weken.

Als wij uw aanvraag hebben beoordeeld, ontvangt u een beschikkingsbrief. Hierin staat of u subsidie krijgt of niet. 

Als de beslissing op uw subsidieaanvraag positief is, staan in de brief onder andere het maximale subsidiebedrag en de looptijd van de subsidieperiode. U kunt dan beginnen met de uitvoering van uw project. Hoe dit werkt leest u op de pagina Uw SCE-project realiseren.

Is uw subsidieaanvraag niet goedgekeurd (negatieve beschikking)? Dan kunt u bezwaar maken binnen 6 weken na de datum van de beschikkingsbrief. In uw brief leest u hoe u een bezwaar indient.

Brieven nu ook digitaal

Alle brieven die wij sinds 1 januari 2023 hebben verzonden, kunt u terugvinden als u inlogt op onze digitale aanvraagomgeving. Onder ‘Mijn aanvragen’ in Mijndossier vindt u:

• uw gegevens
• uw correspondentie met ons
• de status van uw project 

U kunt hier ook via een link digitaal reageren op een brief die u van ons heeft ontvangen. Zo kunt u eventuele vragen van ons beantwoorden of nieuwe informatie aanleveren. U krijgt een ontvangstbevestiging per e-mail als u digitaal heeft gereageerd.

Wij sturen deze notificatiemails naar het e-mailadres dat u in het profiel heeft opgegeven.

U krijgt onze brieven ook nog steeds per post. Daarin verwijzen we naar onze digitale aanvraagomgeving. U krijgt een e-mail van ons als er nieuwe correspondentie klaarstaat. Op termijn versturen we geen brieven per post meer als u daarvoor akkoord geeft. Daarvoor krijgt u dan een verzoek.

Heeft u uw installatie in gebruik genomen? En heeft u uw installatie ingeschreven bij VertiCer? Dan ontvangt u van ons elke maand een voorschot. 

Lees meer over de voorschotten en de bijstelling van deze voorschotten op de pagina Uw SCE-project beheren.