Veelgestelde vragen MOOI: overige vragen
Hieronder vindt u de overige veelgestelde vragen over de MOOI.
Een universiteit mag een AIO op een project inzetten.
De MOOI-missies Elektriciteit en Industrie (Biobased Circular) moeten binnen 10 jaar na de start van het project tot resultaten in de praktijk komen. Voor de MOOI-missie Gebouwde omgeving geldt dit al binnen 5 jaar na de start van het project. En ook gedurende het project moet u resultaten opleveren. Het is daarom belangrijk goed te bekijken hoe een PhD/AIO-traject in de praktijk bruikbare resultaten versnelt.
Voor kosten van een AIO gelden dezelfde regels als voor alle werknemers. U mag ze opvoeren volgens één van de opties in de loonkostensystematiek.
Het is niet nodig om in de begroting alle namen te noemen. Wel noemt u de functie en de rol van de personen die de activiteiten uitvoeren. De functie ‘directeur’ geeft geen informatie over wat de persoon in het project gaat doen. Rollen zeggen dat wel, zoals:
- ontwikkelaar
- analist
- specialist op een bepaald gebied
We beoordelen ook de kwaliteit van uw samenwerkingsverband. Daarom moet u de verplichte bijlage 6 bij de aanvraag meesturen. Zie hiervoor hoofdstuk 7 van de handleiding MOOI. Daarin beschrijft u kort wat de kennis, ervaring en capaciteiten zijn van de personen die activiteiten doen in het MOOI-project. Hoe meer er bekend is, hoe meer zekerheid er is dat u het project met deze personen tot een goed resultaat brengt.
