Experimenteerlocaties voor de agrarische sector
Wilt u werken aan innovatieve oplossingen voor de land- of tuinbouw? Vraag dan de subsidie Experimenteerlocaties aan. U test in samenwerkingsverband nieuwe ideeën en technieken. Met als doel om nieuwe vormen van toekomstbestendige land- en tuinbouw te ontwikkelen.
Hoogte subsidie en aanvraagperiode
De aanvragen in cijfers
In totaal zijn er 26 aanvragen gedaan. Het aangevraagde subsidiebedrag is € 121.710.014,96.
De cijfers zijn voor het laatst bijgewerkt op 10 maart.
Voor wie?
Deze subsidie is voor samenwerkingsverbanden die een gebiedsgerichte experimenteerlocatie willen opstarten. En mee willen helpen aan toekomstbestendige oplossingen voor de land- en tuinbouw. Een experimenteerlocatie is een praktijkomgeving met testlocaties waar geëxperimenteerd wordt met technische, sociale of andere vernieuwingen.
Samenwerkingsverband
Een samenwerkingsverband bestaat uit minimaal 2 partijen, waarvan ten minste één partij een onderzoeksorganisatie is. Vrijwel iedereen mag deelnemen aan het samenwerkingsverband. Denk bijvoorbeeld aan ondernemingen of partijen die geen economische activiteiten uitvoeren. Belangrijk is wel dat de activiteiten bijdragen aan de landbouw.
De volgende partijen kunnen geen subsidie krijgen:
- provincies, gemeentes of openbare lichamen
- grote ondernemingen (die geen onderzoeksorganisaties zijn)
Wat is toekomstbestendige landbouw?
Uw project gaat over het verder ontwikkelen van toekomstbestendige land- of tuinbouw in uw gebied. Dat zijn vormen van land- en tuinbouw die:
- toekomstige ecologische, maatschappelijke en economische doelen behalen;
- de kwaliteit van bodem, water en lucht verbeteren en de biodiversiteit vergroten;
- om kunnen gaan met veranderingen in het klimaat (robuust zijn voor klimaatverandering);
- zo weinig mogelijk schaarse en eindige hulpbronnen gebruiken zoals fossiele energie, meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen;
- een eerlijk inkomen voor de agrarische ondernemer opleveren.
Hoe verdelen we het budget?
Een onafhankelijke adviescommissie beoordeelt elk project op een aantal onderdelen. Dit zijn selectiecriteria. Het budget verdelen we onder de aanvragers die hier het hoogst op scoren. De wegingsfactor geeft aan hoe vaak de punten meetellen in het totale puntenaantal. Het maximale aantal punten dat u kunt scoren is 85. Voor deze subsidie moet u minimaal 50 punten scoren.
Rangschikkingscriterium | Aantal punten | Wegingsfactor | Maximaal aantal punten |
---|---|---|---|
Effectiviteit | 0-5 | 5 | 25 |
Haalbaarheid | 0-5 | 4 | 20 |
Efficiëntie | 0-5 | 3 | 15 |
Innovatie | 0-5 | 3 | 15 |
Betrokkenheid agrariërs | 0-5 | 2 | 10 |
Totaal | 85 |
Lees hieronder meer over de 5 rangschikkingscriteria:
We beoordelen in welke mate de aanvraag leidt tot een experimenteerlocatie die meehelpt aan een toekomstbestendige land- en tuinbouw. En waar kennis en innovatieve oplossingen verder worden ontwikkeld.
We kijken hierbij naar:
- de meerwaarde van de experimenteerlocatie
- de keuze voor praktijkproeven
- het bijdragen aan overheidsdoelen
- het in de praktijk brengen van de resultaten
- het delen van kennis
We beoordelen in welke mate de gestelde doelen van de experimenteerlocatie haalbaar zijn binnen de voorgestelde periode. We kijken naar:
- de kwaliteit van het werkplan;
- de kwaliteit van het samenwerkingsverband;
- het inzicht in de (technische) haalbaarheid van het project;
- de bewijzen van voldoende draagvlak in de regio.
We beoordelen in welke mate de financiering van uw project zorgt voor het opbouwen en instandhouden van een experimenteerlocatie. We kijken naar:
- de verhouding tussen de begrote kosten en de verwachte projectresultaten (prestaties).
- Zijn alle begrote kosten nodig voor het behalen van de verwachte innovatie(s)?
- Wordt bestaande kennis en arbeid binnen het samenwerkingsverband goed gebruikt?
We kijken in welke mate de praktijkproeven op de experimenteerlocatie zorgen voor nieuwe kennis en oplossingen in de land- en tuinbouw. We beoordelen dit op het:
- technische en/of sociale grensverleggende karakter van de experimenteerlocatie: hoe zorgt de aanpak en manier van werken voor nieuwe ideeën?
- vernieuwende en grensverleggende karakter van experimenten: aan welke kennis en innovaties wordt gewerkt? En welke praktijkproeven/experimenten horen daarbij?
We kijken in welke mate agrariërs betrokken worden en blijven bij een experimenteerlocatie. U krijgt meer punten als u laat zien hoe agrarische ondernemers de experimenteerlocatie ondersteunen.
Scoort u minder dan 3 van de 5 punten? Dan wijzen we uw aanvraag af.
Waarvoor krijgt u subsidie?
U kunt voor verschillende activiteiten subsidie krijgen:
- Het oprichten en onderhouden van een samenwerkingsverband (100%).
- Het voorbereiden, uitvoeren en meten op doelbereik van praktijkproeven. Dit om te zien of van tevoren vastgestelde doelen wel of niet bereikt worden (maximaal 80%).
- Investeringen voor de experimenteerlocatie en de praktijkproeven. Landbouwondernemingen krijgen 65% voor productieve investeringen en 100% voor niet-productieve investeringen. Onderzoeksorganisaties krijgen 100% voor productieve en niet-productieve investeringen.
- Het delen van kennis over de resultaten van praktijkproeven (100%).
Extra subsidie
Vraagt u subsidie aan als jonge landbouwer? Of dragen uw investeringen bij aan dierenwelzijn of milieu- en klimaatdoelen? Dan kunt u voor productieve investeringen maximaal 15% meer subsidie krijgen.
Voor welke soort kosten u subsidie krijgt, leest u in het format begroting. Hier vindt u ook aan welke voorwaarden u precies moet voldoen. Het subsidiepercentage verschilt namelijk per activiteit en deelnemer.
Eigen financiering
Het subsidiebedrag dekt meestal niet de volledige kosten. De aanvrager is verantwoordelijk voor de financiering van het resterende deel, ook wel eigen bijdrage genoemd. U geeft in uw subsidieaanvraag aan dat u deze bijdrage heeft geregeld.
Voor het financieren van praktijkproeven bestaat de eigen bijdrage uit:
- contant geld of een bijdrage in natura van de private markt
- subsidie van een decentrale overheid zoals provincie, gemeente of waterschap
- eigen middelen
Voor investeringen mag de eigen bijdrage niet van de provincie, gemeente of waterschap komen.
De subsidie in stappen
Voorwaarden
Wilt u deze subsidie aanvragen? Dan moet u voldoen aan een aantal voorwaarden:
- U vormt een samenwerkingsverband en werkt samen aan een werkplan.
- De penvoerder schrijft het werkplan en doet de subsidieaanvraag.
- Uw samenwerkingsverband bestaat uit ten minste 2 deelnemers, waarvan ten minste één onderzoeksorganisatie en een andere deelnemer.
- De onderzoeksorganisatie of kennisinstelling mag bij geen enkel onderdeel van de organisatie economische activiteiten uitvoeren.
- Het samenwerkingsverband start de experimenteerlocatie op en zorgt voor de vergunningen.
Voorwaarden experimenteerlocatie
Op uw experimenteerlocatie voert u praktijkproeven met nieuwe ideeën uit. En deelt u kennis over de uitkomsten met betrokkenen. Uw project geeft nieuwe inzichten over maatregelen die helpen bij het behalen van een of meer van de volgende doelen:
- een eerlijk inkomen voor de landbouwer en het verbeteren van duurzame bedrijfsontwikkeling
- verminderen van stikstofemissie, uitstoot van broeikasgassen en gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
- verbeteren van dierenwelzijn en diergezondheid
- vergroten van biodiversiteit en bijdrage aan natuurinclusiviteit
- versterken van duurzaam bodem- en waterbeheer
Voorwaarden penvoerder
De penvoerder is een van de deelnemers in het samenwerkingsverband. De penvoerder vraagt subsidie aan namens het samenwerkingsverband. Elke deelnemer machtigt de penvoerder om de subsidie aan te vragen. De penvoerder stuurt bij de subsidieaanvraag een machtigingsformulier in dat iedere deelnemer heeft ondertekend. De penvoerder zorgt voor het:
- onderhouden van contact met ons namens het samenwerkingsverband;
- doen van de subsidie- en vaststellingsaanvraag;
- doorgeven van wijzigingen;
- opsturen van de jaarlijkse tussenrapportage;
- goed informeren van de deelnemers van het samenwerkingsverband.
Penvoerder machtigen
Alle deelnemers aan een samenwerkingsverband machtigen een van de deelnemers als penvoerder. Daarvoor gebruikt u het formulier Aanmelding deelnemer en machtiging penvoerder. De penvoerder vraagt de subsidie aan.
Na uw aanvraag
Hebben we uw aanvraag voor subsidie compleet binnengekregen? Dan beoordelen we deze en ontvangt u onze beslissing binnen 13 weken na de sluitingsdatum. We kunnen deze termijn één keer verlengen met nog eens 13 weken. Een commissie beoordeelt alle aanvragen. Hieruit komt een rangschikking. De aanvragen met de meeste punten krijgen als eerste subsidie.
Nadat u uw aanvraag heeft gedaan, kunt u starten met de uitvoering van uw project. Als u begint voordat u de beslisbrief heeft, is dit op eigen risico. U krijgt alleen subsidie als we uw aanvraag goedkeuren. Tijdens de uitvoering houdt u zich aan de voorwaarden van de subsidie die in uw beslisbrief staan.
Wat u regelt na uw aanvraag
Wilt u de jaarlijkse voortgang van uw project doorgeven, een wijziging doen of uw aanvraag vaststellen? U gaat naar Mijn RVO via de knop Uw aanvraag beheren.
Keuren we uw aanvraag goed? Dan ontvangt iedere deelnemer een voorschot.
Krijgt een deelnemer uit het samenwerkingsverband meer dan € 25.000 subsidie? Dan ontvangt de deelnemer het eerste voorschot binnen 2 weken na de start van het project. Daarna betalen we de voorschotten binnen 2 weken na 1 januari, 1 april, 1 juli en 1 oktober. Het voorschot is 90% van het subsidiebedrag dat de deelnemer in dat kwartaal ontvangt. De rest van het bedrag ontvangt de deelnemer nadat de subsidie is vastgesteld.
Krijgt een deelnemer minder dan € 25.000 subsidie? Dan ontvangt de deelnemer binnen 2 weken na de start van het project 100% van het subsidiebedrag.
Geef wijzigingen zo snel mogelijk aan ons door. U geeft een wijziging door voordat u deze uitvoert. Voert u een wijziging door voordat we deze hebben goedgekeurd? Dan doet u dit op eigen risico. U geeft een wijziging door via de knop Uw aanvraag beheren op Mijn RVO.
Elk jaar levert de penvoerder een tussenrapportage aan. In de rapportage staat een overzicht van de activiteiten die u heeft uitgevoerd. En een planning voor het aankomende jaar. In de tussenrapportage staan in ieder geval:
- de behaalde (deel)resultaten van uitgevoerde praktijkproeven, de effecten van uitgevoerde praktijkproeven op het verwachte doelbereik en de geleerde lessen over toekomstbestendige land- of tuinbouw in uw gebied;
- het aantal betrokken partijen bij de uitvoering van praktijkproeven (in het bijzonder het aantal en type agrarische ondernemers);
- de uitgevoerde activiteiten bij het delen van kennis, waaronder het soort en aantal activiteiten en het aantal en type deelnemers (zoals soort agrarische ondernemer, beleidsmedewerker of onderzoeker);
- de manier waarop invulling is gegeven aan regionale samenwerking en netwerkvorming;
- het aantal en soort investeringen en het gebruik hiervan.
In de beslisbrief over uw subsidieaanvraag ontvangt u meer informatie over het doorgeven van uw voortgang.
Heeft u de activiteiten waarvoor u subsidie krijgt afgerond? Dan kunt u vaststelling van uw subsidie aanvragen. U rondt uw project af voor de einddatum die in de beslisbrief over uw subsidieaanvraag staat. Wanneer uw project is afgerond, heeft u 13 weken de tijd om een verzoek tot vaststelling te doen.
Wetten en regels
In de publicatie van 26 november 2024 van de Staatscourant staan de wetten en regels die horen bij deze subsidie.
- Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur