Coca-Cola wil elektriciteit in plaats van aardgas

Restwarmte hergebruiken

Om van het gas af te gaan, wil de Coca-Cola fabriek in Dongen alle processen elektrificeren, vertelt Eva Amsterdam. Ze is duurzaamheidsmanager van Coca-Cola Europacific Partners (CCEP). “Dat willen we doen door restwarmte te hergebruiken. Daarnaast willen we een warmwaternetwerk opzetten. Verder vervangen we gas met elektriciteit met de komst van 2 warmtepompen.”

E-boilers

Daarnaast maken 2 grote gasboilers plaats voor nieuwe e-boilers. Voor een fabriek die 24/7 draait, is dat nogal een verandering, vertelt Eva Amsterdam. “We merken nu pas wat de omschakeling betekent en wat de invloed van de e-boilers is op onze processen. We kijken goed hoe we dit kunnen optimaliseren. ”De Coca-Cola-fabriek zit in een overgangsfase. Amsterdam: “De e-boilers staan in een nieuw gebouw. Maar de oude gasboilers staan nog op hun oude plek. En we hebben nog een gasgestookte oven die we dit jaar vervangen door een elektrische.” 

De tijd nemen

Het gaat niet alleen om het één-op-één vervangen van de warmtebronnen, zegt de duurzaamheidsmanager. “Wij doen dit allemaal in een fabriek van 66 jaar oud. En de fabriek is ontworpen voor het gebruik van aardgas. Als je een fabriek helemaal nieuw bouwt met elektriciteit als uitgangspunt is dat een stuk makkelijker. Vandaar dat we een paar jaar de tijd nemen om het goed te regelen.” 

Netcongestie

Netcongestie speelde bij deze specifieke veranderingen nog niet, zegt Amsterdam. “Het ligt anders naar de toekomst toe. We kunnen in de knel komen als we willen uitbreiden. Of als we bijvoorbeeld onze trucks elektrisch willen maken. We kunnen nu nog laden op ons terrein.” 

Versnelde klimaatinvesteringen industrie (VEKI)

Coca-Cola kreeg subsidie vanuit de regeling Versnelde klimaatinvesteringen industrie (VEKI). Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voert die uit in opdracht van het ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG). Bedrijven in de industrie die CO2-besparende maatregelen nemen waarvan de werking is bewezen, komen ervoor in aanmerking. 

Bedrijven nemen de investeringen voor eigen rekening en op eigen risico. Ook moet de tijd waarin deze kosten zich terugverdienen langer zijn dan 5 jaar. Het kan gaan om investeringen in energie-efficiëntie, circulaire economie en infrastructuurvoorzieningen. De VEKI loopt tot 31 januari 2025.