Verstoring radarinstallaties

Laatst gecontroleerd op:
17 augustus 2020
Gepubliceerd op:
14 mei 2019

Hoge bouwwerken kunnen radarinstallaties in hun werking verstoren. Voor Defensie zijn de primaire radars maatgevend en wordt op verstoring van díe radars getoetst. Deze zenden een signaal uit, waarvan door reflectie op objecten bijvoorbeeld vliegtuigen worden detecteerd. Verstoring daarvan door hoge bouwwerken vermindert de waarnemingskans.

De achterkant van het bouwwerk veroorzaakt als het ware een slagschaduw in de energiebundel van de radar. Dit slagschaduweffect is het grootst wanneer een bouwwerk dichtbij de radarpost staat.

Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) kijkt daarnaast ook naar verstoring van secundaire radars (en van navigatie- en communicatieapparatuur). Dit zijn radars die een signaal uitzenden dat wordt gedetecteerd door een zogenaamde transponder in een vliegtuig, waarna de transponder informatie over (onder andere) de positie van het vliegtuig terugstuurt. LVNL kijkt bij de secundaire radar naar de verstoring van de hoekmeting (azimuth).

Windturbines

Windturbines kunnen zodanig sterke reflecties van de radarenergie veroorzaken dat de radar plaatselijk wordt verblind. Ook kunnen de reflecties van de snel bewegende wiekpunten als een vliegtuig worden gezien, omdat de snelheid vergelijkbaar is. Daardoor kan het volgen van vliegtuigen boven windturbines lastig of onmogelijk worden. Hiermee is dus het belang van vliegveiligheid in het geding en bij vijandelijke of illegale vluchten ook de nationale veiligheid.

Door hoogte, materiaalgebruik en de aanwezigheid van bewegende delen kunnen windturbines extra verstoring veroorzaken voor overige luchtverkeersapparatuur, in het bijzonder navigatie- en communicatieapparatuur. Ten slotte is de 'zichtbaarheid' van deze obstakels voor vliegtuigen lastig bij slechtere zichtomstandigheden (hevige neerslag, mist en dergelijke). Windturbines worden daarom aangemerkt als 'gevaarlijke objecten' die in de omgeving van een luchthaven en onder de aan- en uitvliegroutes worden gezien als potentieel risicovol.

Functies van radarinstallaties

De radarinstallaties van het ministerie van Defensie hebben een aantal functies. De radarposten in Wier en Nieuw-Millingen ondersteunen de gevechtsleiding onder andere bij het uitvoeren van hun luchtruimbewakingstaken in het kader van het waarborgen van de (inter)nationale veiligheid. De radarpost in Nieuw-Millingen zal worden verplaatst naar Herwijnen of een andere geschikte locatie. De posten bij (voormalig) vliegbases Leeuwarden, Twente, Soesterberg, Woensdrecht en Volkel ondersteunen de Luchtverkeersleiding bij de afhandeling van het binnenlandse militaire en civiele luchtverkeer en leveren aanvullende radargegevens ter ondersteuning van de gevechtsleidingstaken.

De radarbeelden worden ook gebruikt door andere overheidsdiensten zoals onder andere de Luchtvaartpolitie en de Douane in het kader van de bestrijding van criminaliteit met kleine luchtvaarttuigen (drugstransport, mensensmokkel en dergelijke). De belangrijkste functie van de radarposten van LVNL op Schiphol is het begeleiden en separeren van het vliegverkeer van en naar Schiphol en van overvliegend verkeer. De radars kunnen ook gebruikt worden door Defensie als aanvulling van de eigen radars.

Verkeersleidinggebied

Direct bij militaire vliegvelden en bij Schiphol moeten de radars vanaf 300 voet (minder dan 100 meter) vliegtuigen kunnen waarnemen. In het verkeersleidinggebied in de omgeving van deze vliegvelden moeten ze dat vanaf 500 voet kunnen doen. In deze gebieden gelden ook algemene bouwhoogtebeperkingen voor alle soorten gebouwen en bouwwerken, en wordt getoetst op verstoring van onder andere navigatie- en communicatieapparatuur. Dit moet ook de betrouwbare werking van andere navigatiesystemen van de civiele luchtvaart garanderen.

De 300- en 500-voets vlakken staan hieronder in de downloads.

In de rest van Nederland moeten in beginsel objecten op 1000 voet en hoger door de radar waargenomen kunnen worden en gelden er geen algemene bouwhoogtebeperkingen. Wel geldt een toetsingsplicht op grond van het Rarro, voor bouwwerken hoger dan een bepaalde hoogte en binnen een bepaalde afstand vanaf de radarposten. 

De hoogten van 300, 500 en 1000 voet gelden ten opzichte van het maaiveld.

Vragen over Windenergie op land?

Neem contact met ons op

Bent u tevreden over deze pagina?