Nationaal beleid windenergie op land

Laatst gecontroleerd op:
23 mei 2024
Gepubliceerd op:
21 maart 2018

In het Klimaatakkoord is afgesproken dat in 2030 70% van ons elektriciteitsverbruik uit hernieuwbare (duurzame) bronnen komt. In 30 Regionale Energie Strategieën (RES’en) zorgen we ervoor dat we minstens 35 terawattuur (TWh) duurzame energie opwekken met wind- en zonne-energie op land. 

Nationaal Programma RES (NP RES)

In 30 regio’s werkten decentrale overheden (provincies, gemeenten en waterschappen) samen met inwoners, bedrijfsleven, netbeheerders, energiecoöperaties en maatschappelijke organisaties aan de RES. Het ontwikkelen en uitvoeren van zo'n RES bestaat uit verschillende onderdelen. Het Nationaal Programma RES (NP RES) ondersteunt de regio’s bij het maken van de plannen in de RES.

NP RES presenteert 2 keer per jaar de stand van zaken in de 30 regio’s. Dit noemen we de 'Foto'. De laatste Foto was in juli 2023.

Provinciaal beleid

Provincies geven in hun Provinciale Omgevingsvisie aan waar windenergie kan worden gerealiseerd. Hierin staan de ambities en beleidsdoelen voor de lange termijn. In de Omgevingsverordening staan de regels voor de provincie in welke gebieden zij wel of niet windparken mogen ontwikkelen.

Daarnaast stelt de provincie regels op waaraan de inrichting van een windpark moet voldoen. Ook zijn ze betrokken bij de Regionale Energiestrategie (RES) van de regio's in hun provincie.

Provinciale Coördinatie Regeling (PCR)

De provincies zijn verantwoordelijk voor de ruimtelijke inpassing van windparken van 5 tot 100 MW. Vaak draagt de provincie deze bevoegdheid over aan de gemeente waar het windproject ontwikkeld wordt.

Verleent een gemeente geen medewerking aan projecteninitiatieven? Dan kan de provincie de Provinciale Coördinatie Regeling (PCR) inzetten of een Provinciaal Inpassingsplan (PIP) maken.

Gemeentelijk beleid

De gemeente is een belangrijke schakel bij de ontwikkeling van duurzame energie. Ruimtelijk beleid, lokale betrokkenheid en duurzame energieprojecten: op gemeentelijke niveau komt het allemaal samen. Het tijdig betrekken van de omgeving is hierbij van groot belang.

Om aan de doelstelling van 35 TWh hernieuwbaar op land in 2030 (Klimaatakkoord) te voldoen vraagt het kabinet van alle gemeenten gevraagd een actieve rol en bijdrage te leveren aan de regionale energiestrategie (RES). Vaak worden dan randvoorwaarden opgesteld waar wind- en zonprojecten aan moeten voldoen.

De gemeente wijst samen met inwoners en stakeholders eerst ruime zoekgebieden aan. Vervolgens vindt een afweging van belangen plaats om binnen deze zoekgebieden te komen tot geschikte projectlocaties. De gemeente voert hier veelal de regie.

Rollen gemeente: beleidsmaker en bevoegd gezag

Bij grotere opgaven stelt de gemeente vaak een ruimtelijke visie op die inzicht geeft in geschikte en ongeschikte locaties voor windenergie. Naast haar duurzaamheidsbeleid wijst een gemeente in bestemmingsplannen eventueel gebieden aan als mogelijke locaties voor windmolens. Ten slotte is de gemeente vaak het bevoegd gezag dat de omgevingsvergunning verleent voor de bouw van een windpark of voor afwijken van het bestemmingsplan.

Een gemeente kan besluiten tot het voeren van een gemeentelijke coördinatieregeling (GCR). Coördinatie van alle besluiten die nodig zijn voor een ruimtelijk project in één GCR-procedure (tot en met het beroep bij de rechter) draagt bij aan een transparante en bondige besluitvormingsprocedure voor de betrokken stakeholders en omgeving.

Financiële en procesparticipatie

De gemeentelijke overheid staat als bestuurslaag het dichtst bij de inwoners en is daarom het beste in staat om lokale betrokkenheid bij windprojecten te stimuleren. Allereerst heeft de gemeente de verantwoordelijkheid om haar inwoners vroegtijdig en betekenisvol te betrekken bij de ruimtelijke besluitvormingsprocedure.

Daarnaast is in het Klimaatakkoord opgenomen te streven naar 50% lokaal eigendom. Zo kunnen omwonenden (via een burgercoöperatie) mede-eigenaar worden van een windmolen en komt ook een deel van de opbrengst in de directe omgeving terecht. Meer informatie over coöperaties is te vinden op de website van Klimaatstichting Hier: Wat is een energiecoöperatie?

De gemeente stimuleert lokaal eigendom door hieraan voorwaarden te stellen in beleid of ruimtelijke visie of door afspraken over participatie vast te leggen in een anterieure overeenkomst (grondexploitatieovereenkomst om een exploitatieplan vast te stellen) met de projectontwikkelaar.

De gemeente geeft mogelijk ook eigen gronden uit voor een windproject en bij de uitgifte voorwaarden stellen aan de manier waarop inwoners worden betrokken bij de ontwikkeling. De gemeente kan zelfs besluiten een windplan in eigen beheer te ontwikkelen. De handleiding Aanbesteding door gemeenten van windmolens en Locaties voor energiecoöperaties geeft inzicht in de mogelijkheden.

Energie opwekken op Rijksvastgoed

Samen met Rijkswaterstaat en het Rijksvastgoedbedrijf werken wij sinds eind 2018 in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) aan het programma Opwek van Energie op Rijksvastgoed (OER).

In dit programma verkennen we waar en hoe we met steun van de omgeving grootschalig energie kunnen opwekken op rijksgrond. We bereiden hiermee de daadwerkelijke realisatie van energieprojecten door ontwikkelaars voor. Het doel van het programma is om de uitvoering van de Regionale Energie Strategieën (RES) te ondersteunen en meters te maken om de klimaatdoelen te halen.

De 10% grond die de Rijksoverheid bezit, komt neer op ongeveer 400 duizend hectare. We willen leren hoe we die grond kunnen gebruiken voor hernieuwbare (duurzame) energieopwekking. Via een openbare inschrijving geeft het Rijk de gronden 'in gebruik'. De grond mag dan gebruikt worden voor zonnepanelen of windmolens.

Met de opgedane ervaring uit het programma OER schrijven wij adviezen voor andere overheden, zoals gemeentes, provincies en waterschappen. Die adviezen gaan over verschillende vormen van participatie, aansluiting op het elektriciteitsnet, innovatie, ruimtelijke inpassing en de regeling Stimulering Duurzame Energieproductie en Klimaattransitie (SDE++).

Participatie lokale omgeving

In het Klimaatakkoord staat ook het streven dat de wind- en zonneparken voor 50% eigendom zijn van de lokale omgeving. Denk bijvoorbeeld aan burgers en lokale bedrijven. De Participatiecoalitie verzamelde alle informatie over lokaal eigendom in een factsheet.

Bekijk ook onze pagina Participatie

Uitspraak Raad van State windturbines

Op 30 juni 2021 deed de Raad van State uitspraak in een zaak over de uitbreiding van Windpark Delfzijl Zuid. Deze uitspraak heeft gevolgen voor het toepassen van de algemene regels voor windturbines in het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling. Lees alle informatie over de uitspraak en de gevolgen hiervan.

In opdracht van:
  • Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Bent u tevreden over deze pagina?