OLEV: Veelgestelde vragen
Heeft u vragen over economische veiligheid? Kijk of uw vraag erbij staat. U kunt altijd contact met ons opnemen als u meer informatie nodig heeft.
Veelgestelde vragen
Hiermee bedoelen we hoe weerbaar onze economie is tegen de inzet en het misbruik van economische activiteiten voor geopolitieke doelen. Zulke activiteiten kunnen een gevaar zijn voor onze nationale veiligheid. Zo kunnen ze vitale processen schaden. Ook kunnen ze de Nederlandse kennis en informatie minder betrouwbaar of minder bijzonder maken. Daarnaast is het ook een gevaar als we strategische afhankelijk van andere landen zijn of worden.
Vooral bedrijven die werken in kennisintensieve sectoren en samenwerken of zakendoen met internationale partijen of andere overheden hebben een hoger veiligheidsrisico. Als ondernemer kunt u met uw activiteiten onbedoeld een gevaar zijn voor onze nationale veiligheid.
Nee, de aanpak voor economische veiligheid is 'landenneutraal'. Dat betekent dat de aanpak toe te passen is op ieder land of iedere staat waar mogelijk een dreiging van uitgaat. Per geval moet een afweging en beoordeling worden gemaakt van dreiging en risico’s. Het Ondernemersloket Economische Veiligheid kan u hierbij helpen.
Nederland wordt steeds vaker openlijk en in het geheim geconfronteerd met dreigingen tegen de economische veiligheid. Dat concludeert het Dreigingsbeeld Statelijke Actoren (DBSA) 2. Dat betekent dat veel Nederlandse bedrijven, kennisinstellingen en wetenschappers doelwit zijn van activiteiten voor het stelen van hoogwaardige technologie. Diefstal en het weglekken van kennis kan voor oneerlijke concurrentie zorgen en ongewenst gebruik voor bijvoorbeeld militaire doelen. Hierdoor kunnen Nederlandse publieke belangen onder druk komen te staan. Denk aan ons verdienvermogen en onze nationale veiligheid. Ook zijn onze vitale processen kwetsbaar voor sabotage door staten en landen en voor ongewenste invloed van buitenlandse actoren. Bijvoorbeeld door investeringen en overnames.
Dat hangt af van het soort bedrijf.
Voor technologiebedrijven geldt:
- Produceert u militaire goederen? Of goederen die zowel militair als civiel gebruikt kunnen worden? Dan moet u bepaalde investeringen, fusies en overnames melden bij het Bureau Toetsing Investeringen. Ook kunt u een verzoek krijgen om een transactie alsnog te melden als die plaatsvond na 8 september 2020.
- Is uw bedrijf actief in de sectoren quantum (computing), fotonica, halfgeleiders of high-assurance? Dan moet u ook bepaalde investeringen, fusies en overnames melden bij het Bureau Toetsing Investeringen. Deze sectoren zijn namelijk via een Algemene Maatregel van Bestuur onderdeel van de Wet Vifo.
Voor vitale aanbieders en beheerders van bedrijfscampussen geldt:
- Is uw bedrijf actief op het gebied van kernenergie, luchtvervoer, scheepsvaartafwikkeling, het bankwezen, infrastructuur voor financiële markten, gaswinning of gasopslag? Of beheert u een bedrijfscampus waarin u in een publiek-privaat samenwerkingsverband sensitieve technologie ontwikkelt? Ook dan moet u bepaalde investeringen, fusies en overnames melden bij het Bureau Toetsing Investeringen. Daarnaast kunnen vitale aanbieders een verzoek krijgen om een transactie alsnog te melden als die plaatsvond na 8 september 2020.
Exporteert u goederen naar het buitenland? En heeft u hiervoor een exportcontrolevergunning nodig? Dan valt u waarschijnlijk onder de meldplicht van de Wet Vifo. Exporteert u niet? Dan raden wij u aan om de dual-use lijst (EU Verordening 428/2009) en de lijst van militaire goederen (EU Gemeenschappelijk Standpunt 944/2008) te bekijken. Deze lijsten staan op deze EU-website.
U moet zelf bepalen of uw bedrijf goederen produceert die ook militair gebruikt kunnen worden. Wel kunt u een analyse van uw producten voorleggen aan het Bureau Toetsing Investeringen. Hiervoor dient u een verzoek in voor een 'informele zienswijze'. Neem hiervoor contact op met BTI.
Transacties in deze categorieën die plaatsvonden voordat de Wet Vifo inging, worden niet met terugwerkende kracht alsnog getoetst. Dat komt omdat uw sector via een Algemene Maatregel van Bestuur onderdeel van de Wet Vifo is.
Hoort uw bedrijf bij een sector die in de wettekst zelf staat? En komen uw goederen voor op de dual-use lijst of de lijst militaire goederen? Dan kunt u na ingaan van de wet verplicht zijn om een eerdere transactie alsnog te melden.
Nee, dat maakt niet uit. In Nederland moeten transacties met investeerders van buiten de EU, van binnen de EU en vanuit Nederland allemaal voldoen aan de meldplicht. De nationale wetgeving voor investeringstoetsing verschilt echter per EU-lidstaat. Dus let hier goed op als u in meerdere lidstaten een melding moet doen.
U kunt de melding bij Bureau Toetsing Investeringen (BTI) alleen in het Nederlands indienen. Formulieren zijn beschikbaar op de website van BTI. Er is geen Engelstalige versie van het meldformulier. Wel is het mogelijk om Engelstalige bijlagen zoals jaarverslagen mee te sturen. Levert u bijlagen in een andere taal aan? Dan kunnen we u vragen een vertaling aan te leveren.
Ja dat kan. Neem dan (anoniem) contact op met het Bureau Toetsing Investeringen (BTI) via:
- telefoonnummer 070 379 86 80;
- e-mailadres bureautoetsinginvesteringen@minezk.nl ;of
- het contactformulier op de website van BTI.
De veiligheid van de melder is voor BTI heel belangrijk. Informatie die te herleiden is naar een anonieme melder, nemen we niet op in een eventueel onderzoek.
Ditzelfde geldt als een investering, fusie of overname al heeft plaatsgevonden.
De grootste bedreiging zijn staten/landen en criminelen. Gecoördineerde cyberaanvallen waarbij landen zijn betrokken, blijven plaatsvinden en blijven soms lange tijd onopgemerkt. Staten en landen gebruiken cyberaanvallen ook om desinformatie te verspreiden. Ook digitale risico’s van bedrijven of diensten waarmee u werkt kunnen uw organisatie raken. Denk aan cloud services.
De NCTV (Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid) beschrijft in het 'Cybersecuritybeeld Nederland 2023' 4 risico’s voor de nationale veiligheid:
- Niet goedgekeurde inzage in informatie en publicatie daarvan door spionage. Denk aan spionage van communicatie binnen de Rijksoverheid of de ontwikkeling van innovatieve technologieën.
- Geen toegang meer tot processen door sabotage en de inzet van ransomware. Denk aan de innesteling in processen die zorgen voor de distributie van elektriciteit.
- Schending van de (veiligheid van de) digitale ruimte. Bijvoorbeeld door misbruik van wereldwijde ICT-leveranciersketens.
- Grootschalige uitval: een situatie waarin een of meer processen zijn verstoord door natuurlijke of technische oorzaken. Of door niet-moedwillig menselijk handelen.
- Voor onderzoeken naar fusies en overnames (mededinging):
- 25 werkdagen voor een 1e fase onderzoek.
- 90 werkdagen voor een 2e fase onderzoek. Dit is in lijn met de EU-verordening voor concentratiecontrole.
Verlenging van de termijnen is onder omstandigheden mogelijk.
- Voor onderzoeken naar aanbestedingen:
- 20 werkdagen voor een 1e fase onderzoek. Dit kan worden verlengd met 10 werkdagen.
- 110 werkdagen vanaf het moment van ontvangst van een complete melding voor het 2e fase onderzoek. In uitzonderlijke omstandigheden is verlenging met 20 werkdagen mogelijk.
- Ex officio: hiervoor geldt geen tijdslimiet. Wel moet de Commissie haar best doen dit zo snel mogelijk af te ronden. Waar mogelijk binnen 18 maanden na het openen van een 2e fase onderzoek.
Nee, niet direct. Concludeert de Commissie dat er sprake is van een buitenlandse subsidie? Dan kijkt ze ook nog naar de mogelijke positieve effecten van de subsidie. De Commissie weegt de positieve effecten vervolgens af tegen de negatieve.
- De positieve effecten kunnen de ontwikkeling van de relevante gesubsidieerde economische activiteit op de interne markt of relevante beleidsdoelen zijn. Denk bij dat laatste aan milieubescherming, werkgelegenheid en digitale transformatie.
- Wegen de negatieve effecten zwaarder dan de positieve effecten? Dan kan de Commissie maatregelen nemen om de verstoring weg te nemen. Bij het vaststellen van die maatregelen neemt de Commissie de uitkomst van de afwegingstoets mee.
De Commissie kan tot de volgende beslissingen komen:
- Een besluit van geen bezwaar.
- Toezeggingen van de betrokken bedrijven om de effecten van de financiële bijdrage aan te pakken.
- Opgelegde maatregelen om de effecten van de financiële bijdrage aan te pakken.
- Een verbod op de transactie of de gunning van de aanbesteding.
Vragen over economische veiligheid?
- Ministerie van Economische Zaken