Vanggewas na mais

Laatst gecontroleerd op:
3 oktober 2024
Gepubliceerd op:
28 november 2019

U teelt een vanggewas nadat u mais heeft geteeld op zand- en lössgrond. Hiervoor gelden uiterlijke zaaidatums. Deze zorgen ervoor dat het vanggewas tijd heeft om te groeien. Zo kan het genoeg overgebleven stikstof uit de grond opnemen.

3 weken uitstel voor inzaaien vanggewas na mais

Alle landbouwers in Nederland krijgen 3 weken uitstel voor het inzaaien van hun vanggewas na mais. De uiterlijke inzaaidatum verschuift van 1 oktober naar 21 oktober. 

De reden van het uitstel is het natte weer van het afgelopen jaar. Op veel plekken is de mais nog niet rijp genoeg om te oogsten. Ook is de structuur van de bodem soms beschadigd. Dit komt door het oogsten, zaaien en/of poten op natte grond. 

Door het uitstel kan uw mais langer rijpen. En u krijgt de kans om te werken aan het herstel van de bodem. U zaait het vanggewas maximaal 7 dagen na de oogst van de mais in. 

U geeft de inzaaiperiode door in de Gecombineerde opgave. Heeft u eerder al een inzaaidatum ingevuld? Controleer dan of deze nog klopt. Dit kan vanaf 15 oktober. Vanaf dat moment kunt u ook uw GLB-subsidies aanvragen.  

De informatie op deze pagina is aangepast voor de situatie in 2024. Het uitstel zegt niets over de regels voor de komende jaren.
 

Hoe vanggewas zaaien

U mag op 3 manieren uw vanggewas na mais zaaien:

  • Door onderzaai. U teelt het vanggewas dan tussen de rijen mais. Zo kunnen de wortels van het gewas de bodem doorwortelen.
  • Door direct nadat u de mais geoogst heeft een vanggewas in te zaaien.
  • Door na de oogst van snijmais wintergraan te telen. Dit gebruikt u als hoofdteelt in het volgende jaar.

In alle situaties is goede landbouwpraktijk het uitgangspunt.

Waar vanggewas zaaien

U teelt een vanggewas nadat u mais heeft geteeld op zand- en lössgrond in heel Nederland. 

Heeft u percelen met bufferstroken? De bufferstrook telt mee als landbouwgrond. Ook hier teelt u een vanggewas. 

Teelt u mais op klei- of veengrond in een NV-gebied? En heeft u een derogatievergunning? Kijk dan op Vanggewas na mais op klei- en veengrond in NV-gebieden welke regels er voor u gelden.

Wanneer vanggewas uiterlijk zaaien

Er zijn verschillende uiterlijke datums om uw vanggewas te zaaien. De datum hangt af van de maissoort die u teelt en hoe u uw vanggewas teelt. Voor snijmais zijn andere regels dan voor andere soorten mais. Onder andere soorten mais vallen: korrelmais, suikermais, Corn Cob Mix, Maiskolvensilage of biologisch geteelde (snij)mais.

In de tabellen hieronder leest u per maïssoort wanneer u uiterlijk het vanggewas teelt en welk vanggewas u mag zaaien.

Vanggewas na snijmais
U teelt een vanggewas: door onderzaai direct na de oogst als hoofdteelt
Wanneer uiterlijk zaaien 21 oktober
(geen uiterste oogstdatum)
21 oktober 31 oktober
Welk gewas zaaien Bladkool
Bladrammenas
Gras
Japanse haver
Triticale
Winterrogge
Wintertarwe
Wintergerst
Bladkool
Bladrammenas
Gras
Japanse haver
Triticale
Winterrogge
Wintertarwe
Wintergerst
Spelt
Triticale
Winterrogge
Wintertarwe
Wintergerst
Vanggewas na andere soorten mais
U teelt een vanggewas: door onderzaai direct na de oogst direct na de oogst als hoofdteelt
(niet direct na de oogst)
Wanneer uiterlijk zaaien 21 oktober
(geen uiterste oogstdatum)
21 oktober 31 oktober 31 oktober
Welk gewas zaaien Bladkool
Bladrammenas
Gras
Japanse haver
Spelt
Triticale
Winterrogge
Wintertarwe
Wintergerst
Bladkool
Bladrammenas
Gras
Japanse haver
Spelt
Triticale
Winterrogge
Wintertarwe
Wintergerst
Spelt
Triticale
Winterrogge
Wintertarwe
Wintergerst
Spelt
Triticale
Winterrogge
Wintertarwe
Wintergerst

Mengsel als vanggewas

U mag een mengsel van verschillende gewassen als vanggewas telen. Het mengsel bestaat dan wel voor minimaal twee derde uit een of meer vanggewassen uit de tabellen hierboven. Voorwaarde is dat het ingezaaide mengsel in het najaar tot ontwikkeling komt.

Wanneer vanggewas als hoofdteelt

Soms is het verplicht om uw vanggewas als hoofdteelt te gebruiken voor het volgende jaar. U doet dit als u vanaf 22 oktober, maar uiterlijk 31 oktober:

  • een vanggewas teelt na snijmais, of;
  • een andere maissoort oogst en het vanggewas niet direct daarna kunt zaaien.

Vanggewas aan ons doorgeven

U geeft uw vanggewas door in de Gecombineerde opgave op Mijn RVO. In 2024 kunt u vanaf 15 oktober aanpassingen doen. Bij het maisperceel geeft u uw vanggewas op als nateelt. Dit doet u voor alle vanggewassen die u zaait. Ook vult u in of u uiterlijk op 21 oktober of na 21 oktober gaat inzaaien. Doorgeven kan tot en met 2 december. Dan sluit de Gecombineerde opgave. 

Waarom zaaidatum invullen

Aan de zaaidatum zien wij of uw vanggewas na snijmais hoofdteelt is voor volgend jaar. Haalt u de ingevulde zaaidatum niet? U hoeft de nieuwe datum alleen door te geven als u op of na 22 oktober gaat zaaien. Doorgeven kan tot en met 2 december.

Vanggewas vernietigen vanaf 1 februari

U laat uw vanggewas in ieder geval staan tot en met 31 januari. Het maakt niet uit of u het vanggewas als onderzaai of direct na de oogst heeft gezaaid. Vanaf 1 februari mag u het vernietigen. Heeft u gekozen voor een vanggewas als hoofdteelt, dan mag u het niet vernietigen. U oogst het dan later in het jaar als hoofdteelt.

Gras als vanggewas

Heeft u gekozen voor gras als vanggewas? En gebruikt u dit als veevoer door het te maaien of beweiden? Dan voldoet het aan de definitie van grasland. Laat u het gras staan van 15 april tot en met 15 oktober? Dan rekent u met de stikstofgebruiksnorm voor tijdelijk grasland. De normen staan in Tabel 2 op Tabellen mest. Voor NV-gebieden is dit Tabel 2G-1 of Tabel 2G-2. U geeft dan tijdelijk grasland met gewascode 266 door in de Gecombineerde opgave op Mijn RVO.

Wilt u het vanggewas gras na 1 februari vervangen door een ander gewas? Dan houdt u zich aan de regels voor Grasland scheuren. Als u het gras niet als veevoer gebruikt, hoeft u zich niet aan deze regels te houden.

Waarom vanggewas na mais?

Gewassen hebben stikstof en fosfaat nodig. Deze stoffen komen in de bodem en het water terecht als het gewas ze niet genoeg opneemt. Maisteelt op zand- en lössgrond heeft een groot risico voor uitspoeling, vooral voor stikstof. Er blijft veel stikstof in de bodem achter, wat nadelige gevolgen kan hebben voor het milieu.

Na de oogst van mais op zand- en lössgrond moet u een vanggewas telen. Dit is om stikstofuitspoeling te voorkomen. Hier zijn uiterlijke zaaidatums voor. Deze zijn er om te zorgen dat de maïs eerder geoogst wordt. Daardoor krijgt het vanggewas nog genoeg warmte en zonlicht om zich te ontwikkelen. Zo kan het de uitspoeling van stikstof beter tegengaan.

Controle en handhaving

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en wij controleren en handhaven op de regels voor grondgebruik. Als de NVWA of wij een overtreding zien, kan dit gevolgen hebben. Bijvoorbeeld voor uw subsidies, uw gebruiksruimte of uw derogatievergunning. Lees meer over de kortingen op Conditionaliteiten GLB 2024.
 

Veelgestelde vragen

Wilt u meer weten? Wij hebben voor u de veelgestelde vragen over vanggewas na mais verzameld.

In opdracht van:
  • Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Bent u tevreden over deze pagina?