Aanvullende gegevens landbouwer

Laatst gecontroleerd op:
9 juli 2024
Gepubliceerd op:
29 november 2019

Als landbouwer houdt u een administratie bij van het gebruik van mest. U geeft elk jaar gegevens over uw bedrijf door in de Gecombineerde opgave. Ook verstuurt u de Aanvullende gegevens landbouwer (AGL) naar ons. Vanaf 1 januari 2025 geldt dit voor alle landbouwers. Gegevens doorgeven kan van 1 januari tot en met 31 januari.

Vanaf 2025 AGL voor alle landbouwers

Op 1 januari 2025 breidt de doelgroep van de Aanvullende gegevens landbouwer (AGL) uit. Dat betekent dat vanaf dat moment alle landbouwers de AGL moeten versturen.

Wat betekent dit voor u?

Verstuurt u de AGL al? Dan verandert er voor u niet veel. U verstuurt de gegevens die u nu ook al doorgeeft. U geeft de aan- en afvoer straks wel apart op voor kunstmest en overige mest. 

Hoefde u tot nu toe nog geen aanvullende gegevens te versturen? Dan doet u dat vanaf volgend jaar. Hieronder ziet u om welke gegevens het bij de AGL gaat. 

Doorgeven doet u in januari. In januari 2025 stuurt u dus gegevens op over 2024. Daarom is het belangrijk dat u deze gegevens bijhoudt in uw administratie. Volgens de regels die wij uitleggen op Welke administratie landbouwer doet u dit al.

Waarom doen we dit?

De uitbreiding van de AGL is een maatregel uit de derogatiebeschikking. Daarin staan afspraken over derogatie in de periode 2022 – 2025. Sommige maatregelen gelden ook voor landbouwers die geen gebruikmaken van derogatie. 

Met de uitbreiding van de AGL krijgen we beter zicht op het mestgebruik in Nederland. We zien bijvoorbeeld hoeveel en welke meststoffen er op of in de bodem worden gebracht. Daarmee kunnen we advies geven over manieren om de bodemvruchtbaarheid te verbeteren. 

Welke gegevens geeft u door

U geeft deze gegevens door:

  • Eindvoorraad van alle mest (ook kunstmest) op 31 december. U geeft per mestsoort de hoeveelheid en de kilogrammen stikstof en fosfaat door.
  • Aan- en afvoer van andere mest dan dierlijke mest, zuiveringsslib en compost (hier gaat het bijvoorbeeld om kunstmest). U geeft voor overige mest en kunstmest de hoeveelheid en de kilogrammen stikstof en fosfaat door. 
  • Gemiddeld aantal dieren per soort. Dit geldt niet voor de dieren waar u met Identificatie en Registratie (I&R) al gegevens over doorgeeft.
  • Hoeveelheid aan- en afgevoerde staldieren. Dit geldt niet voor de dieren waar u met Identificatie en Registratie (I&R) al gegevens over doorgeeft.

Bent u varkenshouder? Dan kunt u ook een bezinklaag opgeven. Die geeft u dan op als aparte eindvoorraad.

Eindvoorraad van alle mest doorgeven

Heeft u aan het einde van het jaar een voorraad mest? Deze eindvoorraad is de hoeveelheid mest die u op 31 december op uw bedrijf heeft opgeslagen. Naast het totale gewicht hiervan, geeft u door hoeveel stikstof en fosfaat er in zat. Het gaat om dierlijke mest, compost, zuiveringsslib, een mengsel hiervan of kunstmest.

Hoe berekenen?

Er zijn 3 manieren om het gehalte stikstof en fosfaat te berekenen. U doet dat met:

  1. analyseresultaten van de hele mestvoorraad;
  2. analyseresultaten aanvoer en afvoer in het jaar van opgave;
  3. de door ons vastgestelde normen (forfaits).

De volgorde is belangrijk. U gebruikt de eerste manier, als dat kan. Heeft u geen analyseresultaten van de mestvoorraad? Dan gebruikt u de tweede manier, als dat kan. Dit gaat zo door totdat u een manier heeft die bij u past. U mag niet kiezen. Als u bijvoorbeeld analyseresultaten heeft van de hele mestvoorraad, dan gebruikt u die. Zo gebruikt u altijd de best beschikbare gegevens.

Analyseresultaat mestvoorraad

Heeft u de hele mestvoorraad bemonsterd en heeft u de analyseresultaten hiervan? Dan gebruikt u die gegevens.

Analyseresultaten aanvoer en afvoer in jaar van opgave

Heeft u analyseresultaten van de afgevoerde mest in het jaar van opgave? Of van de aangevoerde mest die u in opslag heeft? Dan gebruikt u die. U berekent dan het gewogen gemiddelde van de stikstof- en fosfaatgehalten. Het gewogen gemiddelde berekent u zo: 

  • (uitslag vracht 1 x gewicht vracht 1) + (uitslag vracht 2 x gewicht vracht 2) enz. / totaal gewicht van de vrachten

Als u maar één resultaat heeft, dan gebruikt u dat. Omdat dit maar één is, kan het zijn dat dit geen nauwkeurig beeld geeft van uw mestvoorraad. U kunt dit voorkomen door gedurende het jaar te zorgen voor genoeg analyseresultaten.

Door ons vastgestelde normen (forfaits)

Als u helemaal geen analyseresultaten heeft, gebruikt u onze normen. Deze staan in tabel 11.

Eindvoorraad bezinklaag doorgeven

Heeft u een opslag voor varkensmest onder de stal? Dan kan onder in deze mestopslag een bezinklaag ontstaan, omdat de opslag niet of niet genoeg gemixt wordt. Deze laag is vaak zanderig en vast en kan niet meer weggepompt worden. Er zit meestal meer stikstof en fosfaat in dan in de mest daarboven. U geeft daarom de bezinklaag als een aparte voorraad op. Dat berekent u zo:

  • Omvang bezinklaag in ton x gehalte stikstof en fosfaat per ton in de bezinklaag.

Voor de gehaltes stikstof en fosfaat gebruikt u deze gegevens:

Gegevens voor stikstof- en fosfaatgehaltes

Diersoort Mestcode (kg/ton) bezinklaag Kg stikstof per ton Kg fosfaat per ton
Guste en dragende zeugen 46 5,47 9,22
Kraamzeugen 46 7,77 19,36
Opfokzeugen 46 5,27 17,68
Biggen 46 13,21 22,75
Vleesvarkens 50 10,23 13,32

Eindvoorraad mineralenconcentraat doorgeven

Gebruikt u mineralenconcentraat en heeft u op 31 december een eindvoorraad mineralenconcentraat? En heeft u zich aangemeld voor het onderzoek mineralenconcentraat? Dan vult u deze eindvoorraad in met mestcode 120.

De hoeveelheid stikstof en fosfaat berekent u met de analysegegevens van het mineralenconcentraat. Zijn er geen analysegegevens? Dan rekent u met:

  • 6,4 kilogram stikstof per ton mineralenconcentraat;
  • 0,3 kilogram fosfaat per ton mineralenconcentraat.

Wanneer en hoe doorgeven

U kon de AGL over 2023 doorgeven van 1 januari tot en met 31 januari 2024 op Mijn RVO. Logt u in met eHerkenning? U heeft betrouwbaarheidsniveau 2+ nodig. Logt u in met DigiD? Dit kan met een SMS-code of de DigiD-app.

Doorgeven na bedrijfsoverdracht of nieuwe rechtsvorm

Heeft u een bedrijfsoverdracht gehad of is de rechtsvorm van uw bedrijf veranderd? Geef in ieder geval aanvullende gegevens door voor het bedrijf waarvoor u bent uitgenodigd.

Doorgegaan in nieuwe rechtsvorm

Bent u in het afgelopen jaar met uw bedrijf doorgegaan in een nieuwe rechtsvorm? En heeft u een nieuw KVK- en relatienummer? Dan vult u het AGL-formulier in voor het nieuwe en oude bedrijf. Voor het nieuwe bedrijf vult u het hele formulier in. Voor het oude bedrijf beantwoordt u alle vragen met nee.

Bedrijf verkocht

Als u uw bedrijf verkocht heeft, vult u in dat u geen eindvoorraad mest had op 31 december. Ook als u op het moment van de overdracht nog wel een mestvoorraad had. Deze hoeveelheid bewaart u in uw administratie. Heeft u het afgelopen jaar nog wel dieren gehouden? Of heeft u mest of staldieren aan- en afgevoerd? Dit geeft u wel door met het AGL-formulier.

Geen bedrijf

Had u in het afgelopen jaar geen bedrijf, maar heeft u wel een uitnodiging gekregen? Vul het AGL-formulier toch in. U kunt alle vragen met Nee beantwoorden.

Na het doorgeven

Na het versturen ziet u direct een ontvangstbevestiging in het scherm. Deze kunt u zelf bewaren, maar staat ook in Mijn dossier onder Documenten. De ontvangstbevestiging is uw meldbewijs en laat u zien bij een controle.

Eindvoorraad mest gebruiken bij de berekening van de gebruiksnormen

U geeft met de AGL uw eindvoorraad mest door. Het gehalte stikstof en fosfaat daarin geeft u ook op. Deze gehaltes gebruikt u in het nieuwe jaar bijna altijd bij de gebruiksnormen en uw bemestingsplan. Maar in 2 situaties gebruikt u een ander gehalte. Lees meer hierover op Eindvoorraad mest bij berekening gebruiksnormen.

Veelgestelde vragen

Wilt u meer weten? Wij hebben voor u de veelgestelde vragen over de AGL verzameld.

In opdracht van:
  • Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Bent u tevreden over deze pagina?