4% niet-productief bouwland (GLMC 8) 2024

Gepubliceerd op:
14 december 2023
Laatst gecontroleerd op:
30 april 2024

Vanaf 2024 is het verplicht om 4% van uw bouwland niet-productief te laten. Dit is één van de conditionaliteiten. Doet u mee aan de eco-regeling of ANLb? Dan kan niet-productieve grond gevolgen hebben voor uw vergoeding.

Laatste aanpassingen op deze pagina

Wat is niet-productief bouwland?

Niet-productief bouwland is grond waarop geen landbouwproductie plaatsvindt. In de Gecombineerde opgave noemen we dit niet-productieve grond. U kunt landschapselementen, braakliggende grond, plas-drassen, bufferstroken of akkerranden inzetten als niet-productieve grond. Of andere stroken/randen van gras of kruiden die niet in aanmerking komen voor landbouwproductie. 

In de Tabel Gewassen en GLB 2024 ziet u een overzicht welke gewassen en landschapselementen u kunt inzetten voor GLMC 8.

Wat mag wel of niet op niet-productief bouwland?

Op niet-productief bouwland mag u het volgende niet doen:

  • beweiden (geldt voor het hele kalenderjaar);
  • bemesten;
  • oogsten;
  • gewasbeschermingsmiddelen of biociden gebruiken.

Laat u een of meer percelen niet-productief? Dan geldt dat u deze percelen minimaal 6 maanden aaneengesloten niet-productief houdt. 

Is de minimale braakperiode voorbij? Dan mag u na deze periode in het betreffende kalenderjaar niet het aanwezige gewas oogsten. Ook mag u het aanwezige gewas niet bemesten en geen chemische gewasbeschermingsmiddelen of biociden gebruiken. Het aanwezige gewas dat blijft staan na de braakperiode moet u onderwerken of verwijderen. Daarna mag u weer bemesten en gewasbescherming gebruiken als voorbereiding op een nieuwe teelt. Deze nieuwe teelt mag u weer oogsten.

Normen en vrijstellingen

Voor GLMC 8 houdt u zich onder andere aan deze norm:

  • U laat 4% van uw bouwland niet-productief. Zijn dat landschapselementen? Dan moeten deze op of langs bouwland liggen dat u zelf in gebruik heeft. U mag niet-productief bouwland het hele jaar niet beweiden. Een perceel dat vorig jaar blijvend grasland was mag u dit jaar niet inzetten voor niet-productief.

U bent vrijgesteld van de verplichting van 4% niet-productief bouwland als u:

  • meer dan 75% van uw bouwland voor bijvoorbeeld grassen of andere kruidachtige voedergewassen, braak en/of vlinderbloemige gewassen gebruikt. Of een combinatie hiervan.
  • meer dan 75% van uw landbouwareaal uit blijvend grasland, grassen of andere kruidachtige voedergewassen of natte teelt bestaat. Of een combinatie hiervan.
  • een biologische boer bent (met certificatie en niet in omschakeling) en u maximaal 10 hectare bouwland heeft. Alle activiteiten op het bedrijf moeten biologische activiteiten zijn.

Hoe u uw bouwland niet-productief kunt laten

Er zijn 3 mogelijkheden hoe u uw niet-productief bouwland invult:

  • 4% invullen met landschapselementen (zie de tabel hieronder) zoals sloten, houtwallen, bomenrijen. De landschapselementen grenzen aan of liggen op bouwland dat u zelf op de peildatum in gebruik heeft. Of u zet bijvoorbeeld akkerranden of bufferstroken in als niet-productieve elementen voor de invulling van 4% niet-productief. Vallen de eco-activiteiten groene braak en/of bufferstrook met kruiden binnen deze 4%? Dan krijgt u hiervoor geen waarde, wel punten.
  • U kunt er ook voor kiezen om 3% van uw bouwland niet-productief te laten. U vult de rest tot minimaal 7% aan met de eco-activiteiten die vallen onder niet-productieve grond. U vinkt in de Gecombineerde opgave dan 7% aan als niet-productief bouwland. Heeft u de eco-activiteiten groene braak en/of bufferstrook met kruiden nodig om deze 3% te halen? Dan krijgt u hiervoor geen waarde, wel punten.
  • U kunt er ook voor kiezen om minimaal 3% van uw bouwland niet-productief te laten. U vult dit tot 7% aan met stikstofbindende gewassen. Voor het aanvullende percentage stikstofgewassen mag u geen chemische gewasbeschermingsmiddelen en biociden gebruiken. U mag de stikstofbindende gewassen wel begrazen of oogsten. Ook als u 3,5% niet-productief bouwland en 3,5% stikstofbindend gewas inzet. Zet u de stikstofbindende gewassen die nodig zijn om de 7% te halen ook in als eco-activiteit? Dan krijgt u hiervoor geen waarde, wel punten.

Extra invulmogelijkheid voor derogatie

In 2024 is er derogatie op de verplichting van 4% niet-productief bouwland. Wij vullen dit in door u een extra mogelijkheid te geven om aan de verplichting te voldoen. Naast de 3 bestaande mogelijkheden kunt u ook:

  • 4% invullen met vanggewassen. Of vanggewassen in combinatie met braakliggende grond, stikstofbindende gewassen en landschapselementen. Hierop mag u geen chemische gewasbeschermingsmiddelen of biociden gebruiken.

De weegfactor van vanggewassen is 1. Bekijk in de Tabel Gewassen en GLB welke gewassen u als vanggewas kunt inzetten. Zet u de stikstofbindende gewassen die nodig zijn om de 4% te halen ook in als eco-activiteit? Dan krijgt u hiervoor geen waarde, wel punten.

Wanneer vanggewassen inzaaien en hoelang laten staan?

Zet u vanggewassen in voor GLMC 8? Dan zaait u de vanggewassen zo snel mogelijk in na de hoofdteelt, aansluitend bij de landbouwkundige praktijk. Onderzaai is toegestaan. Een ingezaaid vanggewas voor GLMC 8 moet blijven staan tot 1 december. Of langer als dit vanuit andere regelgeving verplicht is. Zet u de onderzaai die nodig is om de 4% te halen ook in als eco-activiteit? Dan krijgt u hiervoor wel waarde en punten.

Elementen voor 4% niet-productief

Hieronder ziet u welke niet-productieve elementen en landschapselementen u kunt inzetten voor de invulling van niet-productief bouwland. De weegfactor laat zien hoeveel het landschapselement of niet-productieve element meetelt bij de berekening van het aantal hectare niet-productief bouwland. U vermenigvuldigt het aantal hectare met de weegfactor.

Voldoen de landschapselementen niet aan de afmetingen? Dan is het landschapselement niet subsidiabel en telt het hele landschapselement niet mee voor de 4% niet-productief.

Niet-productieve elementen Weegfactor Afmetingen
Beheerde akkerranden en groene braak (inzaai) 1,5 Rand: minimaal 3 meter en maximaal 20 meter breed.
Onbeheerde akkerranden, bufferstroken en groene braak (spontaan) 1 Rand en bufferstrook: minimaal 0,5 meter en maximaal 20 meter breed.
Stroken bouwland langs bos 1 Maximaal 20 meter breed. 
Dit is de maximale oppervlakte dat meetelt voor de 4% niet-productief.
Landschapselementen Weegfactor Afmetingen
Sloten 1 Smaller dan 10 meter (van insteek naar insteek)
Sloten aan beheerde rand 2 Smaller dan 10 meter (van insteek naar insteek)
Sloten grenzend aan natuurvriendelijke oever 2 Smaller dan 10 meter (van 1 meter van de waterlijn naar 1 meter van de waterlijn)
Sloten grenzend aan flauw talud 1 Smaller dan 10 meter (van 1 meter van de waterlijn naar 1 meter van de waterlijn)
Rietkraag, rietzoom, rietland 1,5 Rietzoom wordt tot de sloot gerekend. 
Als het binnen de grens van insteek naar insteek valt.
Vijvers, poelen 1,5 Oppervlakte tussen 0,001 hectare en 0,5 hectare
Heggen, hagen, houtsingels, houtwallen, struwelen 2 -
Geïsoleerde bomen, knotbomen 1,5 De standaardoppervlakte is 20 m2 per boom. 
Opgeven van een boom geeft 1 m2.
Boomgroepen 1,5 Maximaal 1,5 hectare
Natuurvriendelijke oevers 1,5 Minimaal 3 meter en maximaal 10 meter breed. 
En minimaal 25 meter lang. 
De maximale oppervlakte is 1,5 hectare.
Tuunwallen 1 Maximaal 1,5 hectare
Kleine wetlands (plas-dras op bouwland) 1 Minimaal 0,1 hectare. 
Vanaf 15 februari staan de kleine wetlands minimaal 2 maanden onder water. 
En minimaal 5 centimeter boven het maaiveld.
Zandwallen 1 Maximaal 1,5 hectare
Schouwpaden 1 Maximaal 1,5 hectare
Ruigtes op landbouwpercelen 1 Maximaal 1,5 hectare
Stroken wild gras 1 Maximaal 1,5 hectare
Graften 1 Maximaal 1,5 hectare

Niet-productief bouwland in het ANLb

De extra invulmogelijkheid vanwege de derogatie geldt ook voor het ANLb. Op de pagina Samenhang ANLb, conditionaliteiten en eco-regeling GLB vindt u onder Conditionaliteiten en ANLb een overzicht van de ANLb-pakketten. Hierin staat per ANLb-pakket of u het pakket kunt inzetten als niet-productief bouwland. De extra invulmogelijkheden voor de derogatie ziet u op het derde tabblad.

Wat betekent dit voor de mestplaatsingsruimte

Heeft u percelen opgegeven als niet-productief bouwland? Deze percelen tellen niet mee voor de mestplaatsingsruimte. U leest meer over mest op Landbouwgrond mest uitgelegd.

Hoe niet-productief bouwland opgeven in de Gecombineerde opgave?

In de Gecombineerde opgave vinkt u aan welke invulling u kiest voor niet-productieve grond. En welke percelen u wilt opgeven voor niet-productief bouwland. Ligt uw perceel braak? Dan moet u ook het vinkje bij Braak zetten.

Derogatie aangeven in de Gecombineerde opgave

Vanaf 23 april 21:00 uur is de Gecombineerde opgave aangepast op de derogatie. Wilt u gebruikmaken van de derogatie? Volg dan deze stappen:

  1. Open uw opgave (opnieuw). Vink in het onderdeel Grond de optie Derogatie aan bij de vraag “Hoeveel % van uw bouwland laat u niet-productief?”.
  2. Controleer uw percelen en geef aan waar u braakliggende grond, stikstofbindende gewassen, landschapselementen en vanggewassen invult.
  3. Vul de rest van de opgave in als u dat nog niet had gedaan. Verstuur deze uiterlijk 15 mei.

Bent u vrijgesteld? Of vult u de 4% niet-productief bouwland in met landschapselementen of braakliggende grond? Dan kunt u gewoon de opgave invullen zoals u gewend bent.

Andere ontwikkelingen in de Gecombineerde opgave kunt u ook volgen op Gecombineerde opgave actueel.

Meer informatie

Voor GLMC 8 houdt u zich aan nog 2 normen. Deze vindt u op Conditionaliteiten 2024.

In opdracht van:
  • Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Bent u tevreden over deze pagina?