CE-markering: kabelbaaninstallaties voor personenvervoer

Laatst gecontroleerd op:
5 april 2022
Gepubliceerd op:
4 oktober 2013

Bent u fabrikant van subsystemen en veiligheidscomponenten voor kabelbaaninstallaties? En wilt u deze in de handel brengen in de Europese Economische Ruimte (EER)? Dan moeten uw producten voldoen aan de veiligheidseisen die EU daaraan stelt, waaronder de CE-markering.

Vragen over CE-markering?

Heeft u na het lezen van dit artikel nog vragen? Stel uw vraag via het contactformulier. 

Importeert u producten van buiten de EER? Dan moet u erop toezien dat de buitenlandse fabrikant op de juiste wijze CE-markering heeft toegepast. Ook distributeurs moeten producten controleren op CE-markering.

Met CE-markering mogen uw producten vrij worden verhandeld in de EER.

Verordening (EU) 2016/424 in het kort

Verordening (EU) 2016/424 betreffende kabelbaaninstallaties bevat regels over het in de EER aanbieden en vrije verkeer van subsystemen en veiligheidscomponenten voor kabelbaaninstallaties. Daarnaast bevat de verordening regels over het ontwerp, de bouw en de inbedrijfstelling van kabelbaaninstallaties.

Een kabelbaaninstallatie is een op een vaste locatie aangelegd systeem - inclusief infrastructuur en subsystemen – bestemd voor het vervoer van personen door middel van kabels. Dergelijke installaties worden vaak gebruikt in toeristische centra in de bergen, in stedelijk vervoer of bij sportvoorzieningen. Voorbeelden zijn: kabelspoorbanen, kabelwageninstallaties, gondelbanen, stoeltjesliften en sleepliften.

De in de verordening bedoelde subsystemen zijn bestemd voor inbouw in kabelbaaninstallatie. Ze bevatten onder andere spaninrichtingen, inrichtingen voor ophanging of elektrotechnische inrichtingen. Veiligheidscomponenten zijn alle inrichtingen die zijn bedoeld om in een subsysteem of installatie veiliger te maken voor passagiers, bedieningspersoneel of derden.

De eisen wat betreft de CE-markering richten zich hoofdzakelijk op subsystemen en veiligheidscomponenten van de installaties.

 

Uitsluitingen Verordening (EU) 2016/424

De verordening is niet van toepassing op:

  • liften die vallen onder Richtlijn 2014/33/EU;
  • kabelbaaninstallaties van historische of culturele waarde of aangemerkt als erfgoed;
  • installaties voor landbouw- en bosbouwdoeleinden;
  • kabelbaaninstallaties voor vervoer van goederen en specifieke personen naar berghutten;
  • toestellen en installaties voor vrijetijdsbesteding op kermissen en in pretparken;
  • mijnbouwinstallaties of andere industriële installaties op vaste locaties;
  • installaties waarbij de gebruikers of de vervoermiddelen zich op het water bewegen.

Essentiële eisen

Kabelbaaninstallaties en bijbehorende infrastructuur, subsystemen en veiligheidscomponenten moeten voldoen aan de essentiële eisen die worden genoemd in bijlage II van de verordening.

Deze eisen omvatten algemene voorschriften;  infrastructuureisen; eisen aan kabels, aandrijving, remmen en mechanische of elektrische installaties; voertuigen en sleepinrichtingen; voorzieningen voor passagiers en bedieningspersoneel; en bedrijfstechnische voorwaarden.

Subsystemen en veiligheidscomponenten die overeenstemmen met de geharmoniseerde normen voor deze producten, genieten het voordeel van het 'vermoeden van conformiteit'. Dit wil zeggen dat de EER-landen ervan uitgaan dat de producten overeenstemmen met de in bijlage II vermelde essentiële eisen waarop die normen betrekking hebben. U kunt in Nederland normbladen aanvragen bij het normalisatie-instituut NEN.

Bijzonderheden

De onderscheiden wettelijke verplichtingen voor fabrikanten, gemachtigden, importeurs en distributeurs van subsystemen en veiligheidscomponenten voor kabelbanen worden uiteengezet in artikel 11 tot en met 16 van de verordening.

Deze verplichtingen hebben betrekking op:

  • de conformiteit(-sbeoordeling) van de producten;
  • de technische documentatie;
  • instructies en informatie over de veiligheid;
  • vermelding product-identificatienummers en contactgegevens van  fabrikant en importeur op het product,
  • de CE-markering,
  • de EU-conformiteitsverklaring
  • corrigerende maatregelen bij gebleken or vermoede non-conformiteit

U stelt de instructies en informatie op in een taal die gebruikers van het product gemakkelijk kunnen begrijpen.

De voor een kabelbaaninstallatie verantwoordelijke persoon moet een veiligheidsanalyse (laten) verrichten van de geplande installatie. Daarna dient hij het veiligheidsrapport samen met de EU-conformiteitsverklaring en andere documenten in aan de nationale instantie die een vergunning mogen verstrekken op hun grondgebied. De EER-landen zorgen dat een kabelbaaninstallatie alleen in bedrijf blijft wanneer deze voldoet aan de in het veiligheidsrapport vermelde voorwaarden.

Kabelbaaninstallaties kunnen tevens vallen onder ander EU-wetgeving die CE-markering vereist, bijvoorbeeld de Richtlijn 2006/42/EG betreffende machines.

Conformiteitsbeoordeling

Artikel 18 van de verordening eist dat fabrikanten van subsystemen of veiligheidscomponenten hun producten onderwerpen aan een conformiteitsbeoordelingsprocedure. Dit kan zijn een EU-typeonderzoek of een conformiteit op basis van eenheidskeuring of van een volledige kwaliteitsborging plus ontwerponderzoek. Fabrikanten moeten bij al deze procedures een notified body inschakelen. Bij een gunstige beoordeling ontvangen zij een overeenstemmingscertificaat.

Technische documentatie

Als fabrikant van subsystemen of veiligheidscomponenten stelt u een technische documentatie op. Doe dit volgens de aanwijzingen in bijlage VIII van de verordening. U bewaart de documentatie gedurende 30 jaar nadat het subsysteem of de veiligheidscomponent in de handel is gebracht. Ook stelt u de documentatie ter beschikking aan nationale markttoezichtautoriteiten in de EER-landen als deze daarom vragen. U verstrekt de documentatie in een taal die de betreffende autoriteiten gemakkelijk kunnen begrijpen.

EU-conformiteitsverklaring

Fabrikanten van subsystemen of veiligheidscomponenten moeten een EU-conformiteitsverklaring opstellen. Daarin vermeldt u dat uw producten voldoen aan de in bijlage II van de Verordening vermelde essentiële eisen en eventueel andere toepasselijke EU-wetgeving. Ziet u erop toe dat de conformiteitsverklaring uw producten vergezelt. U bewaart de conformiteitsverklaring gedurende 30 jaar nadat dat u het product in de handel hebt gebracht. Nadere instructies vindt u in Artikel 19 van de verordening.

CE-markering aanbrengen

Voordat een fabrikant subsystemen of veiligheidscomponenten in de handel brengt in de EER, brengt hij de CE-markering daarop aan. Dit moet in beginsel op de producten zelf. Is dit vanwege de aard van het product niet mogelijk of niet gerechtvaardigd, dan brengt u de CE-markering aan op de verpakking en in de begeleidende documenten. Na de CE-markering volgt het identificatienummer van de bij de productiecontrolefase betrokken notified body. U vind hierover meer in Artikel 21 van de hier beschreven verordening en in Artikel 30 van Verordening (EG) nr. 765/2008.

Meer informatie

Bent u tevreden over deze pagina?