Terugverdientijdmethodiek - energiebesparingsplicht

Laatst gecontroleerd op:
26 april 2024
Gepubliceerd op:
20 april 2023

Heeft u een energiebesparingsplicht? Dan moet u maatregelen uitvoeren die de CO2-uitstoot verminderen en die een terugverdientijd hebben van 5 jaar of minder. Op deze pagina lichten we toe hoe u de CO2-vermindering en de terugverdientijd van een maatregel berekent.

Wanneer gebruikt u de terugverdientijdmethodiek?

Heeft u een energiebesparingsplicht? Dan moet u maatregelen uitvoeren die de CO2-uitstoot verminderen en die een terugverdientijd hebben van 5 jaar of minder. Dit gaat over maatregelen voor energiebesparing, hernieuwbare opwek en overstap naar een andere energiedrager.

Maakt u gebruik van de Erkende maatregelenlijst energiebesparing (EML) om aan de energiebesparingsplicht te voldoen? Dan hoeft u de CO2-vermindering en terugverdientijd niet zelf te bepalen. Op de EML staan namelijk alleen maatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder.

Heeft u een onderzoeksplicht voor uw activiteitgebonden maatregelen (de EMl mag dan niet gebruikt worden om te voldoen aan de energiebesparingsplicht)? Of maakt u geen gebruik van de EML-systematiek? Dan moet u de CO2-vermindering en de terugverdientijd van de mogelijke maatregelen bepalen met de wettelijk vastgelegde methodiek. Deze is in bijlage XV van de Omgevingsregeling opgenomen. In deze regeling is ook vastgelegd wanneer u vaste energieprijzen moet toepassen en wanneer u mag rekenen met de eigen energieprijzen. 

Glastuinbouw

U kunt met deze methodiek ook de terugverdientijd van specifieke maatregelen voor de glastuinbouwsector berekenen. Hiervoor gelden afwijkende energieprijzen omdat voor deze sector een verlaagd belastingtarief voor aardgas geldt. De energieprijzen voor de glastuinbouw zijn in bijlage XVa van de Omgevingsregeling opgenomen. Hierin is ook voor glastuinbouwbedrijven vastgelegd hoe de terugverdientijd van een maatregel wordt berekend als er energie door een WKK-installatie wordt opgewekt.

Voor niet-glastuinbouwbedrijven is niet vastgelegd hoe de terugverdientijd berekend moet worden als er een WKK-installatie aanwezig is.

Terugverdientijd van uw maatregel bepalen

Als de maatregel een terugverdientijd heeft van 5 jaar of minder én de uitstoot van CO2 vermindert, moet u de maatregel uitvoeren. Is het niet duidelijk dat de maatregel de uitstoot van CO2 vermindert? Dan bepaalt u de CO2-vermindering met de wettelijk vastgestelde methodiek van uw maatregel. Zie ook Bepaal de CO2-vermindering van uw maatregel.

Sommige maatregelen verminderen wel de uitstoot van CO2, maar leiden niet tot energiebesparing, elektrificatie of het produceren van hernieuwbare energie. Deze maatregelen vallen buiten de energiebesparingsplicht.

Bij energiebesparende maatregelen en van aardgas naar een warmtenettoepassing overstappen, hoeft u niet de CO2-vermindering vast te stellen. Hierbij is er geen toename van de CO2-uitstoot. U bepaalt de terugverdientijd van de maatregel met de terugverdientijdmethodiek.

Bekijk de infographic terugverdientijdmethode voor een verdere toelichting

Meer informatie

Lees de Omgevingsregeling (of de regeling voor de glastuinbouw) als u meer informatie wilt over: 

  • de terugverdientijdmethodiek
  • randvoorwaarden
  • specifieke details over gebruikte begrippen
  • niet-beschreven afwijkingen van standaardsituaties

Publicaties regelingen

  • Omgevingsregeling: de methode voor de berekening van de terugverdientijd, ook die voor de glastuinbouw, is op 29 december 2023 in de Staatscourant gepubliceerd. 
  • Activiteitenregeling: deze wetsteksten zijn voor het eerst in de Activiteitenregeling milieubeheer gepubliceerd. 
    • De methode voor de berekening van de terugverdientijd berekening is op 13 juni 2023 in de Staatscourant gepubliceerd.
    • Op 30 juni 2023 is de methode voor de glastuinbouw in de Staatscourant gepubliceerd.
       

De activiteitenregeling is per 1 januari 2024 niet meer van kracht. 

Bent u tevreden over deze pagina?