Bufferstroken in Mijn percelen
U ziet de bufferstroken als kaartlaag staan in Mijn percelen. U hoeft de verplichte bufferstroken niet zelf in te tekenen in Mijn percelen. Dat doen wij voor u. Daarbij houden we rekening met het type waterloop. En met de 4% berekening. In 2024 wijzigt er het een en ander in Mijn Percelen. Meer informatie leest u op Bufferstroken in Mijn percelen 2024.
Laatste aanpassingen op deze pagina
- 30 maart 2023: In het stappenplan ziet u hoe u de mestplaatsingsruimte berekent en invult in de Gecombineerde opgave.
- 28 februari 2023: De regels over hoe u de mestplaatsingsruimte berekent in de Gecombineerde opgave zijn bekend.
- 27 februari 2023: Een eco-activiteit op een bufferstrook hoeft u niet meer apart in te tekenen in Mijn percelen.
Bufferstroken in kaartlagen
In Mijn percelen ziet u 2 kaartlagen die te maken hebben met bufferstroken:
- Waterlopen
- Bufferstroken
In de kaartlaag Waterlopen staat welke van de 5 types waterlopen uw waterloop is. Op Alles over bufferstroken leest u hoe breed uw bufferstrook moet zijn.
In de kaartlaag Bufferstroken ziet u hoe de door ons berekende bufferstroken liggen.
De kaartlagen en berekeningen zijn gebaseerd op basis van bestaande gegevens. Zoals de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT). En de regels voor de bufferstroken.
Percelen intekenen
Verplichte bufferstroken hoeft u niet zelf in te tekenen. U kunt ze wel bekijken in de kaartlaag Bufferstroken. Gebruik in Mijn percelen de functie Bufferstroken overnemen om bufferstroken over te nemen. Hoe dit werkt, leest u op Stappenplan percelen registreren en wijzigen. Bij stap 2, onder het kopje Een perceel bewerken.
Staat er een ander gewas op de bufferstrook? Dan tekent u dit als apart gewasperceel in. Hieronder leest u hoe u de gewaspercelen registreert.
Staat op het hele perceel hetzelfde gewas? Dan kunt u in 2023 uw perceel met bufferstrook als één gewasperceel registreren.
Groene braak mag u niet telen op een verplichte bufferstrook. Dit betekent dat u het perceel splitst in een gewasperceel Bufferstrook en een gewasperceel met de eco-activiteit Groene braak. U tekent dus twee aparte gewaspercelen in.
De eco-activiteit Bufferstrook met kruiden moet u telen op een bufferstrook. De strook met kruiden mag wel breder zijn dan de verplichte bufferstrook. Daarom tekent u de grond waarop u de kruiden teelt in als apart gewasperceel.
Voorbeeld eco-regeling
U doet mee met de eco-regeling en u tekent 3 percelen in:
- Blijvend grasland: u hoeft geen rekening te houden met 4% niet-productief bouwland.
- Bufferstrook met kruiden: deze eco-activiteit moet overlappen met de bufferstrook.
- Groene braak: deze eco-activiteit mag niet overlappen met de bufferstrook.
Voorbeeld 4% niet-productief
U legt een bufferstrook met kruiden aan die u inzet voor niet-productief bouwland. En u tekent de bufferstrook met kruiden als apart gewasperceel in. Daarbij houdt u zich aan de regels voor de breedte van de bufferstrook of teeltvrije zone.
ANLb-percelen worden door uw collectief opgegeven.
U bent het niet eens met de bufferstroken
We zijn ons ervan bewust dat de kaartlaag bufferstroken soms niet helemaal klopt. Bij de aanmelding van subsidies in de Gecombineerde opgave gaat u uit van de werkelijke situatie. Bent u het niet eens met een bufferstrook die u in Mijn percelen ziet? Of heeft u een flauw talud? Dan geeft u dit aan in de Gecombineerde opgave, met daarbij de reden. We beoordelen uw Gecombineerde opgave aan de hand van de werkelijke situatie. Daardoor heeft een fout in de kaartlaag geen gevolgen voor uw subsidie of uw mestplaatsingsruimte in 2023.
Bufferstroken in de mestwetgeving
Bufferstroken tellen niet mee voor de mestplaatsingsruimte (gebruiksnormen). In de opgave ziet u bij elk perceel de totale oppervlakte van de bufferstroken. Deze oppervlakte hebben wij berekend met de kaartlaag Bufferstroken. U ziet de kaartlaag door deze in de opgave aan te klikken in de legenda.
U berekent de juiste mestplaatsingsruimte zelf. Daarvoor trekt u de oppervlakte van de bufferstroken zelf nog af van de oppervlakte die volgens ons mee kan tellen voor de mestwetgeving. Dit is in de opgave de Voorgestelde oppervlakte Mest. Zo krijgt u de juiste oppervlakte die u kunt opgeven voor de mestwetgeving. Dit is in de opgave de Opgegeven oppervlakte Mest.
Let op: Heeft u de bufferstroken apart opgegeven als perceel? En heeft u daarbij zelf de oppervlakte mest op 0 gezet? Dan hoeft u de mestplaatsingsruimte niet meer te berekenen. De oppervlakte is dan al van de mestplaatsingsruimte af.
Mestplaatsingsruimte berekenen
Geeft u in de Gecombineerde opgave aan dat u het niet eens bent met de oppervlakte van de bufferstroken? Bijvoorbeeld omdat u vindt dat het een ander type waterloop is? U berekent dan zelf de nieuwe oppervlakte van de bufferstroken. En daarmee berekent u de juiste mestplaatsingsruimte. Hieronder ziet u hoe u dat doet. De regels voor de breedte van de bufferstroken leest u op Alles over bufferstroken.
Stappenplan mestplaatsingsruimte berekenen
Ga naar Mijn percelen en bekijk welk type waterloop u heeft. Hiervoor klikt u rechtsonder in het tabblad Wijzigen op de functie Kaartlagen.
Daar klikt u bij Waterlopen op het oogje en dan ziet u de kaartlaag Waterlopen.
De kaartlaag Waterlopen ziet er zo uit.
Bepaal welk type waterloop het volgens u is. Het type waterloop bepaalt de breedte van de bufferstrook. In de tabel Breedte bufferstroken op de pagina Alles over bufferstroken staat per type waterloop hoe breed de bufferstrook volgens de hoofdregel moet zijn. Is de waterloop gedempt? Dan is er geen bufferstrook.
Bereken met het andere type waterloop de nieuwe totale oppervlakte van de bufferstroken op het topografische perceel. U berekent daarvoor handmatig de nieuwe oppervlakte van de bufferstrook met de som:
Lengte bufferstrook X Breedte bufferstrook = Oppervlakte bufferstrook
U kunt in Mijn percelen de lengte van de bufferstrook zien met de functie Afstand meten, rechtsonder in het scherm.
Voor de totale oppervlakte telt u de oppervlaktes van alle bufferstroken op het topografische perceel bij elkaar op.
Bekijk hierna de topografische oppervlakte van het perceel. Hiervoor klikt u in het tabblad Wijzigen rechtsonder op de functie Kaartlagen. Daar klikt u bij Labels (onder Topografische grenzen) op het oogje.
De kaartlaag Labels ziet er zo uit.
Bereken hoeveel het percentage bufferstrook is ten opzichte van de oppervlakte van het perceel. Dat doet u door de oppervlakte bufferstroken te delen door de oppervlakte van het perceel en die uitkomst te vermenigvuldigen met 100. Dus:
Oppervlakte strook / Oppervlakte perceel x 100 = Percentage bufferstrook
Is de uitkomst groter dan 4%? Dan gaat u verder met de volgende stap. Is de uitkomst 4% of kleiner? Dan gaat u naar stap 8.
In de tabel Breedte bufferstroken op Alles over bufferstroken ziet u in de tweede kolom of de bufferstroken na de eerste berekening smaller mogen worden en hoeveel. Mogen uw bufferstroken smaller worden? Dan doet u dat in de volgende stap. Als uw bufferstroken niet smaller mogen worden, gaat u door met stap 8.
Bereken de nieuwe totale oppervlakte van de bufferstroken met de smallere stroken. Meerdere stroken telt u weer bij elkaar op. Bereken hierna opnieuw hoeveel het percentage bufferstrook is ten opzichte van de topografische oppervlakte van het perceel, met de som uit stap 3. Is de uitkomst nog steeds groter dan 4%? Dan gaat u verder met de volgende stap. Is de uitkomst 4% of kleiner? Dan gaat u verder met stap 8.
Bekijk opnieuw de tabel Breedte bufferstroken op Alles over bufferstroken. In de derde kolom staat welke bufferstroken na de tweede berekening nog smaller mogen worden. Als uw bufferstroken smaller mogen worden, gaat u door met de volgende stap. Als uw bufferstroken niet smaller mogen worden, gaat u door met stap 8.
Bereken weer de totale oppervlakte van de bufferstroken met de nog smallere stroken. Meerdere stroken telt u weer bij elkaar op.
Bereken met de laatst berekende oppervlakte van de bufferstroken uw mestplaatsingsruimte. U telt alle oppervlakten van uw bufferstroken op het topografische perceel bij elkaar op. Dat trekt u af van de opgegeven oppervlakte Mest uit de Gecombineerde opgave, dus:
Opgegeven oppervlakte Mest - Oppervlakte bufferstroken = Mestplaatsingsruimte
De uitkomst vult u in bij de Opgegeven oppervlakte Mest in de Gecombineerde opgave.
Flauw talud en mestplaatsingsruimte
Heeft u een flauw talud? Dan verandert de oppervlakte van de bufferstrook in principe niet. Bij een flauw talud begint de bufferstrook op 1 meter vanaf de waterlijn. Is uw talud breder dan 2 meter? Dan telt de ruimte tussen de bufferstrook en de insteek mee voor de mestplaatsingsruimte.
Bijvoorbeeld: U heeft een flauw talud van 7 meter breed. Op 1 meter vanaf de waterlijn begint de bufferstrook. Die is bijvoorbeeld 3 meter breed. U houdt dan 3 meter tot de insteek over.
7 meter talud – 3 meter bufferstrook – 1 meter naar de waterlijn = 3 meter
Die 3 meter tussen de bufferstrook en de insteek telt mee voor de mestplaatsingsruimte.
Veelgestelde vragen
Wilt u meer weten? Wij hebben voor u de Veelgestelde vragen over GLB verzameld.
- Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur