Gesloten voor aanvragen

Toekenning en verdeling subsidie Innovatieprojecten Aanlandplicht

Laatst gecontroleerd op:
16 juli 2020
Gepubliceerd op:
10 augustus 2015

Voor de subsidieregeling Innovatieprojecten Aanlandplicht is in 2015 € 3 miljoen beschikbaar. Het budget wordt verdeeld op basis van rangschikkingscriteria.

De regeling maakt onderscheid tussen 2 soorten projecten:

  • projecten gericht op verbeteren selectiviteit bij de vangst
  • projecten gericht op het vergroten van de overlevingskans bij teruggooi.

Budget en subsidiabele kosten

Het budget van € 3 miljoen is als volgt verdeeld over de 2 categorieën projecten:

  • innovatieprojecten aanlandplicht selectiviteit: € 1,7 miljoen
  • innovatieprojecten aanlandplicht overlevingskans: € 1,3 miljoen

Financiering komt voor 75% uit het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV).

Maximale subsidie

Om in aanmerking te komen voor subsidie zijn de subsidiabele kosten minimaal € 500.000. Uw aanvraag wordt afgewezen als de subsidiabele kosten lager zijn dan dit bedrag. De subsidie die u krijgt is maximaal 75% van de subsidiabele kosten.

Vraagt u subsidie aan als samenwerkingsverband met een ANBI? Dan is de subsidie die u krijgt maximaal 85% van de subsidiabele kosten. In beide gevallen is het bedrag dat u maximaal krijgt € 600.000.

Subsidiabele en niet-subsidiabele kosten

U krijgt subsidie voor de volgende kosten:

  • loonkosten
  • bijdragen in natura
  • afschrijvingskosten
  • overige kosten

Onder bepaalde voorwaarden krijgt u subsidie voor de kosten voor de aankoop van grond en/of de btw-kosten.

Daarnaast zijn er ook kosten niet-subsidiabel. U leest in de subsidiespelregels bij niet-subsidiabele kosten om welke kosten het gaat. Voor Innovatieprojecten Aanlandplicht geldt nog één aanvulling op de kosten die niet subsidiabel zijn, namelijk de operationele kosten.

Meer informatie over subsidiabele kosten, niet-subsidiabele kosten en kosten die onder bepaalde voorwaarden subsidiabel zijn, leest u bij subsidiespelregels EFMZV.

Inkomsten vissersvaartuigen en andere inkomsten

Zijn er vissersvaartuigen betrokken bij het project? Dan moet u de netto-inkomsten van die vaartuigen gedurende de inzet van het project opgeven. Bij het bepalen van de hoogte van de subsidie worden deze inkomsten afgetrokken van de totale subsidiabele kosten.

Het gaat om de opbrengst van de vis of schaal- en schelpdieren die tijdens de uitvoering van het project zijn gevangen, verminderd met de verkoopkosten zoals visafslagtarieven.

U moet de netto-inkomsten opgeven bij subsidieaanvraag, voorschotverzoeken en bij subsidievaststelling.

Andere inkomsten die u moet opgeven:

  • overige inkomsten tijdens het project
  • bij een project met subsidiabele kosten hoger dan € 1.000.000: de netto-inkomsten binnen 3 jaar na afloop van het project

Rangschikkingscriteria verdeling budget

Het budget voor de subsidie wordt verdeeld op basis van rangschikkingscriteria. Voor iedere categorie projecten gelden aparte criteria. De wegingsfactor (het percentage) achter een criterium geeft aan hoe zwaar deze meeweegt in de beoordeling.

Criteria projecten selectiviteit

Projecten waarvan verwacht wordt dat deze meer bijdragen aan de verbetering van de selectiviteit van visserijen, krijgen prioriteit boven projecten waarvan verwacht wordt dat ze weinig bijdragen. Het gaat bijvoorbeeld om projecten in visserijen waar veel ongewenste bijvangst is.

Een aanvraag voor innovatieprojecten selectiviteit wordt hoger gerangschikt als deze:

  • een meer innovatief karakter heeft (10%);
  • meer economisch of technisch perspectief heeft op toepassing op praktijkschaal (5%);
  • een groter uitstralingseffect heeft voor toepassing door ondernemingen (5%);
  • minder negatieve effecten heeft op de natuur (5%);
  • meer bijdraagt aan de uitvoerbaarheid en naleefbaarheid voor vissers of visserijondernemingen van de aanlandplicht (35%);
  • meer bijdraagt aan het vergroten van de selectiviteit van vismethoden (40%).

Criteria projecten overlevingskans

Sommige vissoorten komen mogelijk in aanmerking voor uitzondering op de aanlandplicht. Het is belangrijk dat de mogelijkheden voor die soorten goed worden onderzocht. Het gaat dan bijvoorbeeld om de overlevingskans van tong en schol, maar bijvoorbeeld ook van roggen en haaien. Door de rangschikkingscriteria krijgen projecten die meer bijdragen aan de doelstellingen voorrang boven andere projecten.

Een aanvraag voor innovatieprojecten overlevingskans wordt hoger gerangschikt als deze:

  • een meer innovatief karakter heeft (10%);
  • meer economisch of technisch perspectief heeft op toepassing op praktijkschaal (5%);
  • een groter uitstralingseffect heeft voor toepassing door ondernemingen (5%);
  • minder negatieve effecten heeft op de natuur (5%);
  • meer bijdraagt aan de uitvoerbaarheid en naleefbaarheid voor vissers of visserijondernemingen van de aanlandplicht (35%);
  • meer bijdraagt aan het aantonen of verbeteren van de overlevingskans van vissoorten (40%).
In opdracht van:
  • Europese Unie (gefinancierd door)
  • Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij
  • Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Bent u tevreden over deze pagina?