Afval- en reststoffen als mest gebruiken

Laatst gecontroleerd op:
12 januari 2024
Gepubliceerd op:
2 juni 2020

Afval- en reststoffen mag u als mest gebruiken als ze op de lijst in bijlage Aa staan. Ze staan op deze lijst als ze waardevol zijn voor de landbouw. De Commissie van Deskundigen Meststoffenwet en het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bepalen welke stoffen dat zijn. U kunt vragen om een nieuwe afval- of reststof aan deze lijst toe te voegen.

Welke afval- en reststoffen gebruiken

De afval- en reststoffen die u als mest mag gebruiken, staan in bijlage Aa van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet.

De lijst is verdeeld in:

  • onderdeel I en II: deze stoffen mag u als mest verhandelen;
  • onderdeel III: deze stoffen mag u bij de productie van mest gebruiken;
  • onderdeel IV: eindproducten van bewerkingsprocessen die u als mest mag verhandelen.

Onderdeel IV bestaat uit verschillende categorieën:

  • Categorie 1: digestaat. Dit product ontstaat door stoffen samen met in elk geval 50% dierlijke mest te vergisten (co-vergisting). Digestaat valt onder dierlijke mest. Lees meer op Digestaat als mest gebruiken.
  • Categorie 2: digestaat van plantaardige covergistingsmaterialen. Dit product ontstaat als u alleen plantaardige materialen vergist uit categorie 1, onderdeel A tot en met G1. U gebruikt hierbij nooit dierlijke mest.
  • Categorie 3: dunne fractie uit digestaat van plantaardige covergistingsmaterialen. Dit  verpompbare product ontstaat na scheiding van digestaat van plantaardige covergistingsmaterialen. 
  • Categorie 4: dikke fractie uit digestaat van plantaardige covergistingsmaterialen. Dit niet-verpompbare product ontstaat na scheiding van digestaat van plantaardige covergistingsmaterialen. 

Nieuwe afval- of reststof op de lijst

Bijlage Aa wordt 2 keer per jaar uitgebreid met nieuwe producten. Wilt u een afval- of reststof aan de bijlage Aa laten toevoegen? Stuur een voorstel naar ons met bewijs dat deze stof:

  • als mest gebruikt kan worden;
  • waardevol is voor de landbouw.

Wanneer en hoe aanvragen

Aanvragen kan altijd. U gebruikt een van de formulieren op mijn.rvo.nl als u een afval- of reststof wil toevoegen aan:

  • onderdeel I tot en met III. Hiervoor gebruikt u het formulier Toevoeging afval- of reststoffen voor mestproductie;
  • onderdeel IV, categorie A tot en met G. Hiervoor gebruikt u het formulier Toevoeging afval- of reststoffen voor co-vergistingsmateriaal.

Beantwoord alle vragen in het formulier en stuur de gevraagde bijlagen mee. Gebruik hierbij het Protocol beoordeling stoffen Meststoffenwet (pdf), helemaal onderaan op deze pagina. Stuur alles naar:

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
Afdeling Vergunning en handhaving
Postbus 40225
8004 DE Zwolle

Na uw aanvraag

Wij sturen uw voorstel naar de Commissie van Deskundigen Meststoffenwet (CDM). Die beoordeelt uw voorstel met het Protocol beoordeling stoffen Meststoffenwet (pdf). Deze staat hieronder. Hierin staat ook hoe lang de beoordeling ongeveer duurt.

Na de termijn geeft het CDM het advies aan de minister. De minister besluit of de stof wel of niet op bijlage Aa komt. U krijgt van ons bericht over uw verzoek. Daarin leest u of uw verzoek is goedgekeurd. En wanneer de stof op bijlage Aa staat. Meestal is dat na de eerstvolgende wijziging van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet. Zo'n wijziging is er 2 keer per jaar, op 1 januari en op 1 juli. Als de stof is toegevoegd, mag u deze verhandelen en gebruiken.

Veelgestelde vragen

Wilt u meer weten? Wij hebben voor u de veelgestelde vragen over afval- en reststoffen als mest gebruiken verzameld.

In opdracht van:
  • Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Bent u tevreden over deze pagina?