Tweevingerige luiaard

Gepubliceerd op:
30 november 2023

Dit dier staat niet op de huis- en hobbydierenlijst.

Hieronder leest u de beoordeling over dit dier.

Algemene informatie

Algemene informatie (Moraes-Barros, 2018; Wilson & Reeder, 2005)
Familie Megalonychidae
Subfamilie -
Genus Choloepus
Soort Choloepus didactylus
Gedomesticeerd Nee
Kruising Nee
Volwassen grootte
  • Kop-romp: 540-880 mm
  • Staart: 9-33 mm
Gewicht 4-11 kg
Dieet Herbivoor
Natuurlijke leefomgeving
  • Verspreiding: Noorden van Zuid-Amerika (het noordoosten en zuiden van Venezuela, langs de Amazone rivier in het noorden van Brazilië, het zuidwesten van Colombia, het oosten van Ecuador en het noordoosten en oosten van Peru).
  • Habitat: Tropisch regenwoud, tropisch droogwoud, ooibos en boslandbouw gebieden.
Levensverwachting 30-40 jaar
IUCN-status “Least Concern”
CITES Niet vermeld

Risicoklasse D

Bij de tweevingerige luiaard zijn in drie risicocategorieën voor “gezondheid en welzijn dier” één of meerdere risicofactor(en) vastgesteld. Hierdoor valt de tweevingerige luiaard in risicoklasse D.

Samenvatting beoordeling van de tweevingerige luiaard

Indien er sprake is van één of meerdere relevante ernstige zoönose(n) die slechts met gespecialiseerde maatregelen beheersbaar is/zijn wordt de risicofactor aangekruist (X). Indien er sprake is van een relevante ernstige zoönose die niet of nauwelijks beheersbaar is of er sprake is van risico op ernstige letselschade komt de diersoort direct onder risicoklasse F te vallen (XF). Indien de risicofactor van toepassing is, wordt deze aangekruist (X).

Gezondheid mens
Risicocategorie Van toepassing Toelichting
Zoönosen 0 Op familieniveau zijn geen ernstige zoönosen vastgesteld in tweevingerige luiaards. Bekende zoönosen zijn goed behandelbaar. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
Letselschade   De risicofactor in deze risicocategorie is niet van toepassing.

 

Gezondheid en welzijn dier
Risicocategorie Van toepassing Toelichting
Voedselopname X
  • De tweevingerige luiaard is een herbivore browser.
  • De tweevingerige luiaard heeft hypselodonte gebitselementen.
  • De tweevingerige luiaard is volledig afhankelijk van een nauwe bandbreedte aan voedingsmiddelen.
Ruimtegebruik/veiligheid X Tweevingerige luiaards leven arboreaal.
Thermoregulatie X
  • De tweevingerige luiaard is aangepast aan een tropisch klimaat.
  • Tweevingerige luiaards gebruiken speciale opwarmplaatsen.
Sociaal gedrag   In deze risicocategorie zijn geen risicofactoren van toepassing.

Beoordeling per risicofactor

Risico's voor de mens

Zoönosen
Risicofactor Van toepassing Toelichting
LG1 0 Op familieniveau zijn geen ernstige zoönosen vastgesteld in tweevingerige luiaards. Bekende zoönosen zijn goed behandelbaar. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

 

Letselschade
Risicofactor Van toepassing Toelichting
LG2   Op basis van de grootte, morfologie en het gedrag van de tweevingerige luiaard is het niet aannemelijk dat de dieren ernstig letsel zullen veroorzaken bij de mens (Moraes-Barros, 2018). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

Risico's voor dierenwelzijn/diergezondheid

Voedselopname
Risicofactor Van toepassing Toelichting
V1 X De tweevingerige luiaard is een herbivore browser. Tweevingerige luiaards eten voornamelijk bladeren (MoraesBarros, 2018). Het verteringsstelsel is fysiologisch aangepast op het verteren van browse materiaal (Vendl et al., 2016). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
V2 X De tweevingerige luiaard heeft hypselodonte tanden (Berkovitz & Shellis, 2018; Davit-Beal et al., 2009; Santana et al., 2013). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
V3   De tweevingerige luiaard is nachtactief en spendeert 16-20 uur per dag aan slapen. Luiaards hebben een heel langzaam metabolisme, waardoor ze ondanks hun grootte in staat zijn om te kunnen leven van een dieet bestaande uit voornamelijk bladeren. Hierdoor zijn luiaards relatief langzaam bewegende dieren, wat geen probleem vormt omdat ze geen grote afstanden (300 m per nacht) hoeven af te leggen om te foerageren (Adam, 1999; Moraes-Barros, 2018; Vendl et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
V4 X Het dieet van de tweevingerige luiaard bestaat voor het overgrote deel uit bladeren en wordt verder aangevuld met knoppen, bloemen, fruit, twijgen en jonge stengels. Tweevingerige luiaards zijn fysiologisch aangepast aan een vezelrijk dieet, waardoor het overgrote deel van de voeding uit bladeren moet bestaan. Wanneer de tweevingerige luiaard te veel aanvullend plantaardig materiaal eet t.o.v. bladeren, kan dit voor ernstige gezondheidsproblemen zorgen. Tevens voeden tweevingerige luiaards zich met de bladeren van slechts 34 verschillende boomsoorten, wat duidt op een afhankelijkheid van een nauwe bandbreedte aan voedingsbronnen (Adam, 1999; Gilmore et al., 2000; MoraesBarros, 2018; de Stefani Munaó Diniz & Oliveira, 1999; Vendl et al., 2016). Deze risicofactor is daarom van toepassing.

 

Ruimtegebrek/veiligheid
Risicofactor Van toepassing Toelichting
R1   Tweevingerige luiaards hebben een homerange van 2,5-21,5 ha. Homeranges tussen individuen kunnen overlappen. De meeste tijd binnen de homerange wordt slechts in enkele bomen doorgebracht waarbij ze grotendeels inactief zijn. Drievingerige luiaards leggen per nacht c.300 m af (Adam, 1999; Moraes-Barros, 2018). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
R2   Tweevingerige luiaards gebruiken geen afgezonderde nestplaats (Moraes-Barros, 2018). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
R3   Tweevingerige luiaards hebben geen primaire vluchtreactie. Tweevingerige luiaards bewegen zich erg traag voort en hebben een gecamoufleerde vacht als bescherming (Adam, 1999; Moraes-Barros, 2018). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
R4   Tweevingerige luiaards gebruiken geen holen of kuilen (Moraes-Barros, 2018). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
R5 X Tweevingerige luiaards leven arboreaal (Adam, 1999). Deze risicofactor is daarom van toepassing.

 

Thermoregulatie
Risicofactor Van toepassing Toelichting
T1 X

Tweevingerige luiaards leven in een tropisch klimaat (MoraesBarros, 2018; Schultz, 2005). De gemiddelde minimumtemperatuur in de tropische bossen van de noordelijk Zuid-Amerika waar tweevingerige luiaards voorkomen is 23 °C (met een uiterste minimumtemperatuur van 15 °C) en de gemiddelde maximumtemperatuur is 32 °C (met een uiterste maximumtemperatuur van 40 °C). De gemiddelde jaarlijkse neerslaghoeveelheid is 2500 mm en de luchtvochtigheid is 90% (Schultz, 2005).

Luiaards zijn heterothermisch, waardoor de lichaamstemperatuur afhankelijk is van de omgevingstemperatuur (de Stefani Munao Diniz & Oliveira, 1999). Bij een omgevingstemperatuur onder de 12 oC, treden bij luiaards hypothermie en fysiologische stress op (de Stefani Munao Diniz & Oliveira, 1999).

De tweevingerige luiaard is aangepast aan een tropisch klimaat. Deze risicofactor is daarom van toepassing.

T2 X Luiaards zijn door hun langzame metabolisme heterotherm, waardoor ze afhankelijk zijn van de omgevingstemperatuur om hun lichaamstemperatuur te reguleren. Luiaards doen aan zonnebaden in de ochtend om hun lichaamstemperatuur te reguleren en de activiteit van hun darmflora te stimuleren (Cliffe, et al., 2015; Gilmore et al., 2000; de Stefani Munao Diniz & Oliveira, 1999; Urbani & Bosque, 2007). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
T3   Tweevingerige luiaards zijn jaarrond actief (Moraes-Barros, 2018). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

 

Sociaal gedrag
Risicofactor Van toepassing Toelichting
S1   Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over de leefwijze van tweevingerige luiaards. De sympatrische en aanverwante soort van hetzelfde genus de Hoffmann tweevingerige luiaard (Choloepus hoffmanni) heeft een polygame leefwijze (Moraes-Barros, 2018; Peery & Pauli, 2012). De risicofactor is daarom niet van toepassing.
S2   Tweevingerige luiaards leven solitair, maar hebben overlap in home ranges. Agressie tussen mannetjes komt voor in het bijzijn van een vrouwtje. Er is geen duidelijke dominantiehiërarchie (Moraes-Barros, 2018). De risicofactor is daarom niet van toepassing.
S3   Vrouwtjes zijn vanaf drie jaar geslachtsrijp en kunnen eens per jaar werpen. Vrouwtjes zijn 330-350 dagen drachtig en krijgen per worp één jong. Tweevingerige luiaards kunnen zich jaarrond voortplanten (Moraes-Barros, 2018; Taube et al., 2001). Tweevingerige luiaards hebben geen grote kans op overbevolking. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

Verwijzingen

Adam, P. (1999). Choloepus didactylus. Mammalian Species. 621(3). 108. 

Berkovitz, B. & Shellis, P. (2018). Chapter 6 – Xenarthra. In B. Berkovitz & P. Shellis, The Teeth of Mammalian Vertebrates (pp. 99-104). Academic Press.

Cliffe, R. N., Haupt, R. J., Avey-Arroyo, J. A. & Wilson, R. P. (2015). Sloths like it hot: ambient temperature modules food intake in the brown-throated sloth (Bradypus variegatus). PeerJ. 3(e875). 1-14.

Davit-Beal, T., Tucker, A. & Sire, J. (2009). Loss of teeth and enamel in tetrapods: fossil record, genetic data and morphological adaptations. Journal of Anatomy. 214. 477-501.

Gilmore, D., Da-Costa, C. & Duarte, D. (2000). An update on the physiology of two-and three-toed sloths. Brazilian Journal of Medical and Biological Research. 33(2). 129-146.

Moraes-Barros, N. (2018). Family Megalonychidae. In D. Wilson, & R. Mittermeier, Handbook of the Mammals of the World Vol. 8. Insectivores, Sloths and Colugos (pp. 118-133). Barcelona: Lynx Edicions.

Peery, M. Z. & Pauli, J. N. (2012). The mating system of a ‘lazy’ mammal, Hoffmann’s two-toed sloth. Animal Behaviour. 84. 555-562.

Santana, L. N. S., Barbosa, L. V. M., Teixeira, F. B., Costa, A. M. P., Fernandes, L. M. P. & Lima, R. R. (2013). Morphology of the Dentin Structure of Sloths Bradypus tridactylus: A Light and Scanning Electron Microscopy Investigation. Journal of Veterinary Medicine. 42. 410-414.

Schultz, J. (2005). The ecozones of the world. Berlijn, Duitsland: Springer. de Stefani Munao Diniz, L. & Oliveira, P. (1999). Clinical Problems of Sloths (Bradypus sp. and Choloepus sp.) in Captivity. Journal of Zoo and Wildlife Medicine. 30. 76-80.

Taube, E., Keravec, J., Vié, J. & Duplantier, J. (2001). Reproductive Biology and Postnatal Development in Sloths, Bradypus and Choloepus: Review with Original Data from the Field (French Guiana) and from Captivity. Mammal Review. 31(3). 173-188.

Urbani, B. & Bosque, C. (2007). Feeding ecology and postural behaviour of the three-toed sloth (Bradypus variegatus flaccidus) in northern Venezuela. Mammalian Biology. 72(6). 321-329. 

Vendl, C., Frei, S., Dittmann, M. T., Furrer, S., Osmann, C., Ortmann, S., Munn, A., Kreuzer, M. & Clauss, M. (2016). Digestive physiology, metabolism and methane production of captive Linné’s two-toed sloths (Choloepus didactylus). J Anim Physiol Anim Nutr (Berl). 100(3). 552-564.

Wilson, D. & Reeder, D. (2005). Mammal species of the world: A taxonomic and geographic reference. Opgehaald van: https://www.departments.bucknell.edu/biology/resources/msw3/browse.asp?….

Bent u tevreden over deze pagina?