Bunzing + fret

Gepubliceerd op:
30 november 2023

Deze dieren staan op de huis- en hobbydierenlijst. 

Hieronder leest u de beoordeling over dit dier.

Algemene informatie

Algemene informatie (Larivière & Jennings, 2009; Skumatov et al., 2016; Wilson & Reeder, 2005)
Familie Mustelidae
Subfamilie Mustelinae
Genus Mustela
Soort
  • Mustela putorius
  • Mustela putorius furo
Gedomesticeerd
  • Bunzing: Nee.
  • Fret: Ja. De fret is verregaand gedomesticeerd (Gustafson, et al.2018).
Kruising Nee
Volwassen grootte
  • Kop-romp: 20,5-46 cm
  • Staart: 7-19 cm
Gewicht 400-1700 g
Dieet Carnivoor
Natuurlijke leefomgeving
  • Verspreiding: Grootste deel van Europa tot en met het westen van de Oeral en het noorden van Marokko.
  • Habitat: Bossen, weide, agrarische gebieden en vaak dichtbij het water.
Levensverwachting 4,5 jaar
IUCN-status "Least concern"
CITES Niet vermeld

Risicoklasse C

Bunzing: Bij de bunzing zijn in twee risicocategorieën voor “gezondheid en welzijn dier” één of meerdere risicofactor(en) vastgesteld. Hierdoor valt de bunzing in risicoklasse C.

Fret: Bij de fret zijn in twee risicocategorieën voor “gezondheid en welzijn dier” één of meerdere risicofactor(en) vastgesteld. Hierdoor valt de fret in risicoklasse C.

Samenvatting beoordeling van de bunzing / fret

Indien er sprake is van één of meerdere relevante ernstige zoönose(n) die slechts met gespecialiseerde maatregelen beheersbaar is/zijn wordt de risicofactor aangekruist (!), maar telt deze niet mee in de eindscore. Indien er sprake is van een relevante ernstige zoönose die niet of nauwelijks beheersbaar is of er sprake is van risico op ernstige letselschade komt de diersoort direct onder risicoklasse F te vallen (XF). Indien de risicofactor van toepassing is, wordt deze aangekruist (X).

Gezondheid mens
Risicocategorie Bunzing Fret Toelichting
Zoönosen ! (signalerend) !(signalerend) Bij de bunzing en fret is het zeer hoog-risico zoönotische pathogeen SARS-CoV-2 aangetoond. Het zoönotisch potentieel van dit virus bij deze diersoorten is echter niet aangetoond. Daarnaast is het hoog-risico zoönotisch pathogeen Leptospira spp. aangetoond. Hierdoor geldt een signalerende toepassing van deze risicofactor.
Letselschade     De risicofactor in deze risicocategorie is niet van toepassing.

 

Gezondheid en welzijn dier
Risicocategorie Bunzing Fret Toelichting
Voedselopname X X Bunzingen en fretten zoeken hun kleine prooien in een groot gebied en foerageren daarom langdurig.
Ruimtegebruik/veiligheid X X
  • Bunzingen en fretten hebben een grote home range en vertonen territoriaal markeergedrag.
  • Bunzingen en fretten gebruiken een afgezonderde nestplaats.
  • Bunzingen en fretten gebruiken zelf gegraven holen.
Thermoregulatie     In deze risicocategorie zijn geen risicofactoren van toepassing.
Sociaal gedrag     In deze risicocategorie zijn geen risicofactoren van toepassing.

Beoordeling per risicofactor

Risico's voor de mens

Zoönosen
Risicofactor Bunzing Fret Toelichting
LG1 ! (signalerend) ! (signalerend) Bij de bunzing en fret is het zeer hoog-risico zoönotische pathogeen SARS-CoV-2 (Kim et al., 2020; Richard et al., 2020; do Vale et al., 2021) aangetoond. Het zoönotisch potentieel van dit virus bij deze diersoorten is echter niet aangetoond. Daarnaast is het hoog-risico zoönotisch pathogeen Leptospira spp. aangetoond (Moinet et al., 2010). Dit leidt tot een signalerende toepassing van deze risicofactor.

 

Letselschade
Risicofactor Bunzing Fret Toelichting
LG2     Op basis van de grootte, morfologie en het gedrag van de bunzing en fret (Larivière & Jennings, 2009) is het niet aannemelijk dat de dieren ernstig letsel zullen veroorzaken bij de mens. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

Risico's voor dierenwelzijn/diergezondheid

Voedselopname
Risicofactor Bunzing Fret Toelichting
V1     De bunzing en fret zijn carnivoren (Hammershoj et al., 2004; Lanszki & Heltai, 2007; Larivière & Jennings, 2009; Lodé, 1993). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
V2     De bunzing en fret hebben geen hypsodonte gebitselementen (Popowics, 1998). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
V3 X X Bunzingen en fretten eten amfibieën, kleine zoogdieren, vogels, vis, ongewervelden, fruit en planten (Hammershoj et al., 2004; Lanszki & Heltai, 2007; Larivière & Jennings, 2009; Lodé, 1993). Bunzingen hebben home ranges die sterk variëren van 8,5-2500 ha (Baghli & Verhagen, 2004). Omdat bunzingen jagen op kleine wijdverspreide prooien foerageren ze langdurig (Lodé, 1999). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
V4     Het dieet van bunzingen en fretten bestaat uit amfibieën, kleine zoogdieren, vogels, vis, ongewervelden, en in mindere mate fruit en planten (Hammershoj et al., 2004; Lanszki & Heltai, 2007; Larivière & Jennings, 2009; Lodé, 1993). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

 

Ruimtegebrek/veiligheid
Risicofactor Bunzing Fret Toelichting
R1 X X Bunzingen hebben home ranges van 8,5-2500 ha (Baghli & Verhagen, 2004; Brzezinski et al., 1992; Rondinini et al., 2006). Bunzingen en fretten markeren hun territoriumgrenzen (Clapperton, 1989; Lodé, 2008). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
R2 X X Bunzingen en fretten gebruiken een afgezonderde nestplaats voor het werpen en grootbrengen van jongen en als dagrustplaats (Larivière & Jennings, 2009; Weber, 1989). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
R3     Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over een sterke, blindelingse vluchtreactie, maar het bestaan hiervan wordt ook niet aannemelijk geacht gezien de positie als predator binnen de voedselketen (Larivière & Jennings, 2009). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
R4 X X Bunzingen en fretten gebruiken zelf gegraven holen (Reijgwart, 2017; Weber, 1989). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
R5     Voor bunzingen en fretten zijn er geen specifieke omgevingselementen essentieel (Larivière & Jennings, 2009). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

 

Thermoregulatie
Risicofactor Van toepassing Toelichting
T1   Bunzingen en fretten komen onder andere voor in een gematigd zeeklimaat (Larivière & Jennings, 2009; Skumatov et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
T2   Uit gedetailleerd gedragsonderzoek is niet gebleken dat bunzingen en fretten gebruik maken van een speciale zoel-, koel- of opwarmplaats (Larivière & Jennings, 2009; Weber, 1989). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
T3   Bunzingen en fretten zijn jaarrond actief (Lanszki & Heltai, 2007). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

 

Sociaal gedrag
Risicofactor Bunzing Fret Toelichting
S1     Bunzingen en fretten hebben een solitaire leefwijze (Larivière & Jennings, 2009). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
S2     Bunzingen en fretten leven solitair (Larivière & Jennings, 2009). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
S3     Bunzingen zijn vanaf hun eerste levensjaar geslachtsrijp (Kristiansen et al., 2007). Vrouwtjes zijn ongeveer 42 dagen drachtig en krijgen per worp 3-7 jongen. Bunzingen hebben een paarseizoen van Maart tot Juni (Larivière & Jennings, 2009). Bunzingen hebben geen grote kans op overbevolking. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
Fretten zijn vanaf 8-12 maanden oud geslachtsrijp en zijn poly-oestrisch. Vrouwtjes zijn ongeveer 41 dagen drachtig en krijgen per worp gemiddeld 8 jongen. Fretten hebben een paarseizoen tussen maart en augustus (Lindeberg, 2008). Fretten hebben geen grote kans op overbevolking. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

Verwijzingen

Baghli, A., & Verhagen, R. (2004). Home Ranges and Movement Patterns in a Vulnerable Polecat Mustela putorius Population. Acta Theriologica, 49(2), 247-258.

Brzezinski, M., Jedrzejewski, W., & Jedrzejewska, B. (1992). Winter Home Ranges and Movements of Polecats Mustela putorius in Białowieża Primeval Forest, Poland. Acta Theriologica, 37(1), 181-191.

Clapperton, B. K. (1989). Scent-marking behaviour of the ferret, Mustela furo L. Animal Behaviour, 38(3), 436-446. doi:10.1016/S0003-3472(89)80037-5
do Vale, B., Lopes, A. P., da Conceição Fontes, M., Silvestre, M.,

Cardoso, L., & Coelho, A. C. (2021). Bats, pangolins, minks and other animals - villains or victims of SARS-CoV-2? Veterinary Research Communications, 45(1), 1-19. doi:10.1007/s11259-021-09787-2

Gustafson KD, Hawkins MG, Drazenovich TL, Church R, Brown SA, Ernest HB. 2018. Intercontinental genetic structure of the domestic ferret. Evolutionary Applications. 11:694–704.
Hammershoj, M., Thomsen, E., & Madsen, A. (2004). Diet of Free-Ranging American Mink an European Polecat in Denmark. Acta Theriologica, 49(3), 337-347.

Kim, Y.-I., Kim, S.-G., Kim, S.-M., Kim, E.-H., Park, S.-J., Yu, K.-M., . . . Choi, Y. (2020). Infection and Rapid Transmission of SARS-CoV-2 in Ferrets. Cell Host & Microbe, 27(5), 704-709. doi:10.1016/j.chom.2020.03.023

Kristiansen, L. V., Sunde, P., Nachman, G., & Madsen, A. B. (2007). Mortality and reproductive patterns of wild European polecats Mustela putorius in Denmark. Acta Theriologica, 52(4), 371-378.

Lanszki, J., & Heltai, M. (2007). Diet of the European Polecat and the Steppe Polecat in Hungary. Mammalian Biology, 72(1), 49-53.

Larivière, S., & Jennings, A. P. (2009). Family Mustelidae (Weasels and relatives). In D. E. Wilson, & R. A. Mittermeier, Handbook of the Mammals of the World. Vol. 1. Carnivores (pp. 564-658). Barcelona: Lynx Edicions.

Lindeberg, H. (2008). Reproduction of the Female Ferret (Mustela putorius furo). Reproduction in Domestic Animals, 42(s2), 150-156. doi:10.1111/j.1439-0531.2008.01155.x

Lodé, T. (1993). Diet Compostion and Habitat Use of Sympatric Polecat and American Mink in Western France. Acta Theriologica, 38(2), 161-166.

Lodé, T. (1999). Time budget as related to feeding tactics of European polecat Mustela putorius. Behavioural Processes, 47, 11-18.

Lodé, T. (2008). Kin recognition versus familiarity in a solitary mustelid, the European polecat Mustela putorius. Comptes Rendus Biologies, 331(3), 248-254.

Moinet, M., Fournier-Chambrillon, C., André-Fontaine, G., Aulagnier, S., Mesplède, A., Blanchard, B., . . . Fournier, P. (2010). Leptospirosis in Free-Ranging Endangered European Mink (Mustela Lutreola) and Other Small Carnivores (Mustelidae, Viverridae) from Southwestern France. Journal of Wildlife Diseases, 46(4), 1141-1151. doi:10.7589/0090-3558-46.4.1141

Popowics, T. (1998). Ontogeny of Postcanine Tooth Form in the Ferret, Mustela putorius (Carnivora: Mammalia), and the Evolution of Dental Diversity Within the Mustelidae. Journal of Morphology, 237(1), 69-90.

Reijgwart, M. L. (2017). Refinement of the care and use of laboratory ferrets. Utrecht: Universiteit Utrecht.

Richard, M., Kok, A., de Meulder, D., Bestebroer, T. M., Lamers, M. M., Okba, N. M., . . . Herfst, S. (2020). SARS-CoV-2 is transmitted via contact and via the air between ferrets. Nature Communications, 11(1), 3496. doi:10.1038/s41467-020-17367-2

Rondinini, C., Ercoli, V., & Boitani, L. (2006). Habitat Use and Preference by Polecats (Mustela putorius L.) in a Mediterranean Agricultural Landscape. Journal of Zoology, 269(2), 213-219.

Skumatov, D., Abramov, A. V., Herrero, J., Kitchener, A., Maran, T., Kranz, A., . . . Ruette, S. (2016). Western Polecat. doi:10.2305/IUCN.UK.2016-1.RLTS.T41658A45214384.en

Weber, D. (1989). The Ecological Significance of Resting Sites and the Seasonal Habitat Change in Polecats (Mustela putorius). Journal of Zoology, 217(4), 629-638.

Wilson, D., & Reeder, D. (2005). Mammal species of the world. A taxonomic and geographic reference (3rd ed). Opgehaald van Mammal species of the world: https://www.departments.bucknell.edu/biology/resources/msw3/

Bent u tevreden over deze pagina?