Amerikaanse nerts
Dit dier staat niet op de huis- en hobbydierenlijst.
Hieronder leest u de beoordeling over dit dier.
Algemene informatie
Familie | Mustelidae |
---|---|
Subfamilie | Mustelinae |
Genus | Neovison |
Soort | Neovison vison |
Gedomesticeerd | Nee |
Kruising | Nee |
Volwassen grootte |
|
Gewicht | 405-1805 g |
Dieet | Carnivoor |
Natuurlijke leefomgeving |
|
Levensverwachting | 11 jaar in gevangenschap. |
IUCN-status | "Least concern" |
CITES | Niet vermeld |
Risicoklasse F
Bij de Amerikaanse nerts is een zeer hoog-risico zoönotische pathogeen aangetoond. Daarnaast zijn in één risicocategorie voor “gezondheid en welzijn dier” meerdere risicofactor(en) vastgesteld. Om deze redenen valt de Amerikaanse nerts onder risicoklasse “F”.
Samenvatting beoordeling van de Amerikaanse nerts
Indien er sprake is van één of meerdere relevante ernstige zoönose(n) die slechts met gespecialiseerde maatregelen beheersbaar is/zijn wordt de risicofactor aangekruist (!), maar telt deze niet mee in de eindscore. Indien er sprake is van een relevante ernstige zoönose die niet of nauwelijks beheersbaar is of er sprake is van risico op ernstige letselschade komt de diersoort direct onder risicoklasse F te vallen (XF). Indien de risicofactor van toepassing is, wordt deze aangekruist (X).
Risicocategorie | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
Zoönosen | XF (zeer hoog risico) | Bij de Amerikaanse nerts is het zeer hoog-risico zoönotische pathogeen SARS-CoV-2 aangetoond waardoor de Amerikaanse nerts direct onder risicoklasse F valt. Daarnaast zijn de hoog-risico zoönotische pathogenen Leptospira interrogans en rabiësvirus aangetoond. |
Letselschade | De risicofactor in deze risicocategorie is niet van toepassing. |
Risicocategorie | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
Voedselopname | In deze risicocategorie zijn geen risicofactoren van toepassing. | |
Ruimtegebruik/veiligheid | X |
|
Thermoregulatie | In deze risicocategorie zijn geen risicofactoren van toepassing. | |
Sociaal gedrag | In deze risicocategorie zijn geen risicofactoren van toepassing. |
Beoordeling per risicofactor
Risico's voor de mens
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
LG1 | XF (zeer hoog risico) | Bij de Amerikaanse nerts is het zeer hoog-risico zoönotische pathogeen SARS-CoV-2 (do Vale et al., 2021) aangetoond waardoor de Amerikaanse nerts direct onder risicoklasse F valt. Daarnaast zijn de hoog-risico zoönotische pathogenen Leptospira interrogans (Martino et al., 2017; Moinet et al., 2010) en rabiësvirus (Dyer et al., 2013; Krebs et al., 2003) aangetoond. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
LG2 | Op basis van de grootte, morfologie en het gedrag van Amerikaanse nertsen (Larivière & Jennings, 2009) is het niet aannemelijk dat de dieren ernstig letsel zullen veroorzaken bij de mens. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risico's voor dierenwelzijn/diergezondheid
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
V1 | De Amerikaanse nerts is een omnivoor (Larivière & Jennings, 2009). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
V2 | De Amerikaanse nerts heeft geen hypsodonte gebitselementen (Aulerich & Swindler, 1968). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
V3 | Amerikaanse nertsen eten kleine zoogdieren, vis, vogels, eieren, amfibieën, reptielen en ongewervelden (Larivière & Jennings, 2009). Amerikaanse nertsen hebben grote home ranges van 8-800 ha (Larivière & Jennings, 2009). Amerikaanse nertsen besteden het grootste deel van hun actieve periode in en rond het hol (Melero et al., 2011). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
V4 | Het dieet van Amerikaanse nertsen bestaat uit kleine zoogdieren, vis, vogels, eieren, amfibieën, reptielen en ongewervelden, zoals schaaldieren en insecten (Larivière & Jennings, 2009). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
R1 | X | Amerikaanse nertsen hebben home ranges van gemiddeld 8-20 ha voor vrouwtjes en tot 800 ha voor mannetjes (Larivière & Jennings, 2009). Amerikaanse nertsen patrouilleren en markeren langs de grenzen van hun territorium (Harrington et al., 2008; Wirgin et al., 2015). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
R2 | X | Amerikaanse nertsen gebruiken een afgezonderde nestplaats (Larivière & Jennings, 2009). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
R3 | Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over een sterke, blindelingse vluchtreactie, maar het bestaan hiervan wordt ook niet aannemelijk geacht gezien de positie als predator binnen de voedselketen (Larivière & Jennings, 2009). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
R4 | Amerikaanse nertsen gebruiken holen van andere dieren en natuurlijke schuilplaatsen (García et al., 2010; Larivière & Jennings, 2009). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
R5 | X | Amerikaanse nertsen leven semi-aquatisch (García et al., 2010; Larivière & Jennings, 2009). Amerikaanse nertsen jagen in en onder water en op de aangrenzende oevers (Larivière & Jennings, 2009). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
T1 | De Amerikaanse nerts komt onder andere voor in een gematigd zeeklimaat (Dekker & Hofmeester, 2014). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
T2 | Uit gedetailleerd gedragsonderzoek is niet gebleken dat Amerikaanse nertsen gebruik maken van een speciale zoel-, koel- of opwarmplaats (García et al., 2010; Larivière & Jennings, 2009). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
T3 | Amerikaanse nertsen zijn jaarrond actief (Larivière & Jennings, 2009). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
S1 | Amerikaanse nertsen hebben een solitaire leefwijze (Larivière & Jennings, 2009). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
S2 | Amerikaanse nertsen leven solitair (Larivière & Jennings, 2009). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
S3 | Vrouwtjes zijn vanaf 12 maanden oud geslachtsrijp en zijn poly-oestrisch, maar krijgen 1 worp per jaar. Vrouwtjes zijn 39-78 dagen drachtig en krijgen per worp gemiddeld 5 jongen. Amerikaanse nertsen hebben een paarseizoen van februari tot en met april (Larivière & Jennings, 2009). Amerikaanse nertsen hebben geen grote kans op overbevolking. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Verwijzingen
Aulerich, R., & Swindler, D. (1968). The Dentition of the Mink (Mustela vison). Journal of Mammalogy, 49(3), 488-494.
Dekker, J. J., & Hofmeester, T. R. (2014). The status of the American mink (Neovison vison) in the Netherlands. Lutra, 57(1), 5-15.
do Vale, B., Lopes, A. P., da Conceição Fontes, M., Silvestre, M., Cardoso, L., & Coelho, A. C. (2021). Bats, pangolins, minks and other animals - villains or victims of SARS-CoV-2? Veterinary Research Communications, 45(1), 1-19. doi:10.1007/s11259-021-09787-2
Dyer, J. L., Wallace, R., Orciari, L., Hightower, D., Yager, P., & Blanton, J. D. (2013). Rabies surveillance in the United States during 2012. Journal of the American Veterinary Medical Association, 243(6), 805-815. doi:10.2460/javma.243.6.805
García, P., Arévalo, V., & Lizana, M. (2010). Characterisation of Den Sites of American Mink Neovison vison in Central Spain. Wildlife Biology, 16, 276-282.
Harrington, L., Harrington, A., & Macdonald, D. (2008). Estimating the Relative Abundance of American Mink Mustela vison on Lowland Rivers: Evaluation and Comparison of Two Techniques. European Journal of Wildlife Research, 54, 79-87.
Krebs, J., Williams, S., Smith, J., Rupprecht, C., & Childs, J. (2003). Rabies among infrequently reported mammalian carnivores in the United States, 1960–2000. Journal of Wildlife Diseases, 39(2), 253-261. doi:10.7589/0090-3558-39.2.253
Larivière, S., & Jennings, A. P. (2009). Family Mustelidae (Weasels and relatives). In D. E. Wilson, & R. A. Mittermeier, Handbook of the Mammals of the World. Vol. 1. Carnivores (pp. 564-658). Barcelona: Lynx Edicions.
Martino, P. E., Samartino, L. E., Stanchi, N. O., Radman, N. E., & Parrado, E. J. (2017). Serology and protein electrophoresis for evidence of exposure to 12 mink pathogens in free-ranging American mink (Neovison vison) in Argentina. Veterinary Quarterly, 37(1), 207-211.
Melero, Y., Palazon, S., Revilla, E., & Gosalbez, J. (2011). Winter activity patterns in an invading Mediterranean population of American mink (Neovison vison). Folia Zoologica, 60(1), 47-53.
Moinet, M., Fournier-Chambrillon, C., André-Fontaine, G., Aulagnier, S., Mesplède, A., Blanchard, B., . . . Fournier, P. (2010). Leptospirosis in Free-Ranging Endangered European Mink (Mustela Lutreola) and Other Small Carnivores (Mustelidae, Viverridae) from Southwestern France. Journal of Wildlife Diseases, 46(4), 1141-1151. doi:10.7589/0090-3558-46.4.1141
Weigl, R. (2005). Longevity of mammals in captivity; from the Living Collections of the world. Schweizerbart Science Publishers.
Wilson, D., & Reeder, D. (2005). Mammal species of the world. A taxonomic and geographic reference (3rd ed). Opgehaald van Mammal species of the world: https://www.departments.bucknell.edu/biology/resources/msw3/
Wirgin, I., Maceda, L., Waldman, J., & Mayack, D. T. (2015). Genetic variation and population structure of American mink Neovison vison from PCB-contaminated and non-contaminated locales in eastern North America. Ecotoxicology, 24(9), 1961-1975. doi:10.1007/s10646-015-1533-6