FD12 - Gebruik de restwarmte van de condensors van de koelinstallatie

Laatst gecontroleerd op:
1 november 2023
Gepubliceerd op:
3 oktober 2023

De koelmachine heeft een verdamper waarmee deze warmte haalt uit het te koelen medium of de te koelen ruimte. Met een condensor staat de koelmachine de opgenomen warmte af, meestal aan de buitenlucht.

De weggeblazen warmte gaat zo verloren terwijl ergens anders in het gebouw een warmtevraag kan zijn. Bijvoorbeeld voor ruimteverwarming of warm tapwater.

Het terugwinnen van warmte bij koelinstallaties begint inmiddels vooral bij supermarkten gemeengoed te worden.

Huidige situatie

Er is een koelinstallatie aanwezig waarbij de warmte van de condensors niet nuttig wordt gebruikt.

Herkenning

Een koelmachine die warmte normaliter aan de buitenlucht afgeeft, is herkenbaar aan een warmtewisselaar die geplaatst is tussen de compressor en de condensor. Soms is de condensor volledig vervangen door een warmtewisselaar. De condensor is te herkennen aan leidingen die warm zullen aanvoelen en vaak in buitenopstelling is. Het beschikbare thermische vermogen kan globaal worden bepaald als de som van het opgenomen elektrisch vermogen van de compressor (Pe) en het koelvermogen (Qc), vermenigvuldigd met een factor 0,9 ter compensatie van verliezen in het systeem. [Qth = (Pe + Qc) * 0,9].

Uitvoering

Plaats een extra warmtewisselaar in het persgascircuit van de condensor en koppel deze met een warmtevrager. Dit is specialistisch werk dat vaak uitgevoerd wordt door de installateur van de koelinstallatie.

Economische randvoorwaarde

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: De beschikbare warmte kan ten minste 1.000 uur per jaar nuttig worden ingezet.

Technische randvoorwaarde

  • Er is ten minste 50 kW aan thermisch vermogen van de condensor beschikbaar.
  • Het moet technisch mogelijk zijn om de warmte nuttig te gebruiken.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Bent u tevreden over deze pagina?