Circulaire economie en MIA\Vamil
In een circulaire economie bestaat geen afval en worden grondstoffen steeds opnieuw gebruikt. Investeert u in bedrijfsmiddelen die de circulaire economie bevorderen? Dan heeft u mogelijk belastingvoordeel met de MIA\Vamil. Dit voordeel kan oplopen tot ruim 14% van de investeringskosten.
U kunt het belastingvoordeel van de MIA\Vamil aanvragen als het bedrijfsmiddel waarin u investeert op de Milieulijst staat. En als deze voldoet aan de daarin gestelde voorwaarden. U kunt online bekijken welke circulaire bedrijfsmiddelen erop staan.
Hoofdstuk 1 'Grondstoffen- en watergebruik' van de Milieulijst richt zich op investeringen die een circulaire economie (CE) bevorderen. Met name in de volgende industriële takken: maakindustrie, consumptiegoederen en kunststoffen. Ook in andere hoofdstukken staan bedrijfsmiddelen die bijdragen aan de circulaire economie. Deze herkent u aan het blauwe CE-logo in de Milieulijst.
MIA\Vamil in de praktijk
"We willen de innovatieve technologie om PET-flessen te recyclen, zo breed mogelijk kunnen inzetten. Op deze manier kan al het PET plastic worden gerecycled: PET-flessen, matten, tapijttegels en synthetische kleding."
![Versnipperd PET](/_next/image?url=%2Ffiles%2Ffile%2Fstyles%2Fcontent%2Fpublic%2F2023-07%2Fioniqa-versnipperd-pet-2400x1600.jpg%3Fitok%3DXmYyz0aF&w=3840&q=85)
Bekijk meer Praktijkverhalen van ondernemers die met hulp van de MIA\Vamil investeerden in minder milieubelastende bedrijfsmiddelen.
Wat kunt u doen om meer circulair te worden?
In een circulaire economie gebruiken we zo weinig mogelijk (niet-hernieuwbare) grondstoffen en gebruiken we producten langer. We hergebruiken (delen van) producten en gebruiken afval als grondstof voor nieuwe producten. De MIA\Vamil stimuleert daarom waar mogelijk bedrijfsmiddelen die aan deze doelen bijdragen.
In onderstaande R-ladder ziet u welke vernieuwingen u kunt doen om uw producten, technologieën of businessmodellen circulair te maken. Hoe hoger uw vernieuwing ('strategie') op deze R-ladder staat, hoe meer circulair deze is. R1 is de hoogste trede. De MIA\Vamil is niet bedoeld voor bedrijfsmiddelen die zich alleen richten op energieterugwinning uit materialen (de laagste trede, R6 Recover).
![](/_next/image?url=%2Ffiles%2Ffile%2Fstyles%2Fcontent%2Fpublic%2F2023-01%2FR-Ladder%2520circulariteit.png%3Fitok%3D6F3iedi0&w=3840&q=85)
De afbeelding is een weergave van de zogenaamde R-ladder. Deze ladder wordt vaak genoemd om de mate van circulariteit aan te geven. De R-ladder heeft 6 tredes (R1 tot en met R6) die verschillende strategieën van circulariteit weergeven. Strategieën hoger op de ladder besparen meer grondstoffen. R1 is de hoogste trede.
De strategieën kunnen samengaan met innovaties in de vorm van vernieuwende productontwerpen, technologieën of businessmodellen.
De 6 tredes zijn:
- R1. Refuse en rethink: afzien van producten of producten intensiever gebruiken;
- R2. Reduce: producten efficiënter fabriceren of efficiënter maken in het gebruik;
- R3. Reuse: hergebruik van een product;
- R4. Repair, refurbish, remanufacturing en repurpose : reparatie en hergebruik van productonderdelen;
- R5. Recycling: verwerken en hergebruiken van materialen;
- R6. Recover: energie terugwinnen uit materialen.
Welke circulaire investeringen krijgen belastingvoordeel?
Hoofdstuk 1 van de Milieulijst sluit aan op deze R-ladder. Vind hieronder de bedrijfsmiddelen uit hoofdstuk 1 die bijdragen aan een circulaire economie:
Kijk voor meer circulaire bedrijfsmiddelen in hoofdstuk 2 en 6 van de Milieulijst:
- Hoofdstuk 2 - Voedselvoorziening en landbouwproductie
- Kringloop- en precisielandbouw
- Eiwittransitie
- Circulaire voedselverwerking
- Hoofdstuk 6 - Gebouwde omgeving
- Circulaire gebouwen
Bedrijfsmiddelen met een doelvoorschrift
Een aantal circulaire bedrijfsmiddelen zijn zogenoemde bedrijfsmiddelen met een doelvoorschrift. Bij deze investeringen geven we alleen de milieuprestatie (het doel) aan. Dit geeft u meer ruimte voor investeringen in innovatie.
U vindt deze bedrijfsmiddelen en de aanvullende eisen die daarvoor gelden, in paragraaf 2b van de Milieulijst. De belangrijkste eis daarbij is dat u met uw investering een aanzienlijk betere milieuprestatie behaalt dan wat gangbaar is in de branche. Het Landelijk Afvalbeheerplan (LAP3) is hier meestal richtinggevend.
Kijk voor meer informatie hierover op de pagina Voorwaarden bedrijfsmiddelen met een doelvoorschrift. Wilt u vooraf advies over de mogelijkheden binnen een doelvoorschriftcode op de Milieulijst? Maak dan gebruik van dit contactformulier.
Meer weten?
- Het Versnellingshuis Nederland Circulair! ondersteunt ondernemers die hun onderneming circulair willen maken.
- De CIRCO-methodiek biedt mkb’ers handvatten om hun product en/of dienst en businessmodel circulair te ontwerpen.
- De KIDV Recyclecheck voor verpakkingen geeft richting aan het beter recyclebaar maken van uw verpakking (flexibel en vormvast kunststof).
- Bekijk de pagina's over gebouwde omgeving, landbouw en industrie als u meer wilt weten over de CE-mogelijkheden van de MIA\Vamil binnen deze sectoren.
- Naast MIA\Vamil wordt de circulaire economie ook gestimuleerd met andere RVO-regelingen, zoals bijvoorbeeld Subsidie Circulaire ketenprojecten, Demonstratie Energie-en Klimaatinnovatie (DEI+) (pilot- en demonstratieprojecten) en Versnelde klimaatinvesteringen industrie (VEKI).
- Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat